geschiedenis vrouwen in het Nederlandse leger

Geschiedenis van vrouwen in het Nederlandse leger

Lange tijd was het zeer ongebruikelijk dat vrouwen zich bemoeiden met de oorlogsvoering, maar hier kwam tijdens de Tweede Wereldoorlog verandering in.


De Tweede Wereldoorlog staat bekend als het schoolvoorbeeld van de ‘totale oorlog’: een situatie waarbij de hele samenleving gemobiliseerd wordt ten behoeve van de oorlog, dus ook de vrouwen. Zo werd in de Verenigde Staten in 1942 het WAVES (‘Women Accepted for Volunteer Emergency Service’) regiment opgericht en kende het Duitse leger maar liefst 500.000 vrouwelijke hulpkrachten, die beter bekend stonden onder hun bijnaam: de ‘Wehrmachtshelferinnen’.’


Vrouwen Hulp Korps


In navolging van deze ontwikkelingen zette de Nederlandse minister van Oorlog Van Lidth de Jeude in 1943 in Londen ook de eerste stappen voor de opzet van een soortgelijk Nederlands regiment. Dit resulteerde op 25 april 1944 in de oprichting van het Vrouwen Hulp Korps (VHK), een groep ongewapende vrijwilligsters die voornamelijk ingezet moest worden bij de verrichting van humanitaire taken. Het VHK maakte officieel wel onderdeel uit van de Koninklijke Landmacht (KL), maar het was in eerste instantie niet de bedoeling dat de vrouwen ook daadwerkelijk zouden vechten.


MARVA


Ondertussen speelden vrouwen in het bezette Nederland echter wel een grote rol in het gewapende verzet. Na de bevrijding van het zuiden in 1944 ontstonden er daarom plannen voor de oprichting van een vrouwelijke marine afdeling, maar de regering was niet enthousiast. Zowel in het leger als in de politiek bestond namelijk grote twijfel over de geschiktheid van vrouwen voor de krijgsdienst. Zelfs koningin Wilhelmina had zo haar bedenkingen over dit onderwerp en koos ervoor de oprichting van het vrouwelijke marinekorps voor zich uit te schuiven. Pas na een massale handtekeningenactie, opgezet door de Zeeuwse telefoniste Francien de Zeeuw, ging Wilhelmina op 31 oktober 1944 alsnog akkoord en werd de MARine Vrouwen Afdeling (MARVA) opgericht.


Selectie eisen


De komst van de MARVA betekende echter nog niet dat vrouwen in gewapende dienst konden treden. De vrouwen werden weliswaar vrij snel na afloop van de Tweede Wereldoorlog uitgezonden naar Nederlands-Indië, maar hun taken waren vooral ondersteunend en mochten bovendien niet ‘te mannelijk’ zijn. Zaken als transport of technische dienst waren dan ook verboden terrein voor de MARVA. Desalniettemin moesten de vrouwelijke kandidaat-mariniers voor hun eventuele uitzending wel voldoen aan een aantal strenge selectie eisen. Een van de meest opmerkelijke voorwaarden was dat de meisjes, die minstens 22 jaar oud moesten zijn, toch een schriftelijke toestemming van hun ouders moesten kunnen tonen.


Reputatie


Eenmaal uitgezonden naar Nederlands-Indië stonden de vrouwen van de MARVA en de VKH onder streng toezicht van het leiderschap, maar dit kon niet voorkomen dat de zaken soms toch uit de hand liepen. De meisjes in uniform vielen namelijk uitermate goed in de smaak bij de 120.000 Nederlandse soldaten in Indië, die vaak al lange tijd verstoken waren van vrouwelijk gezelschap. De lieflijke bijnaam van de MARVA’s, ‘de Zeemeerminnen’, veranderde in de loop der tijd daarom in een iets minder charmantere benaming: ‘de Officiersmatrassen’.


Volgens mevrouw H. Van Slooten, de chef van de Marine Vrouwen Afdeling, kwam dit vooral vanwege de beperkte taken van de vrouwelijke mariniers, die in haar ogen niet meer waren dan ‘verklede typistes’. In 1952 werd daarom besloten de taken van de MARVA uit te breiden er een beroepskorps van te maken. Een jaar eerder had een soortgelijke ontwikkeling plaatsgevonden bij de landmacht, waar het VHK was opgeheven en vervangen door het Militairen Vrouwen Afdeling (MILVA).


Verdrag van New York


De twee vrouwenkorpsen zouden uiteindelijk actief blijven tot 1982, het jaar waarin het VN-verdrag van New York in werking trad. Hierin was vastgelegd dat mannen en vrouwen gelijke rechten hadden op het gebied van het uitvoeren van een overheidsambt, met als gevolg dat de MARVA en MILVA overbodig werden. Per 1 januari 1982 werden beide vrouwenkorpsen daarom opgeheven en opgenomen bij Defensie.


Daarmee waren de mogelijkheden van mannen en vrouwen in het Nederlandse leger nog niet helemaal gelijk getrokken. Pas sinds 2017 mogen vrouwen (bij fysieke en mentale geschiktheid) toetreden tot het Korps Mariniers, en in 2020 werd ook toegestaan dat vrouwen aan boord van onderzeeërs mogen dienen. 


Afbeelding:


Officieren van de MARVA worden beëdigd, 1948. Fotocollectie Anefo via www.nationaalarchief.nl

Bronnen


- Rijksoverheid, VN-vrouwenverdrag (PDF)
- Geschiedenis 24, Vrouwen ten Strijde
- Marijke Naezer, Janneke Soldaat (PDF)
- Algemeen Dagblad, Nederlandse meisjes Syrië


Boekentip



Koninklijke Marine in beeld / 1970-1979 Koninklijke Marine in beeld / 1970-1979


€ 18.95



 


Ook interessant: 

Rubrieken: 

Landen: 

Tijdperken: 

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.