Home » Tips
verzetsmuseum amsterdam

Verzet tegen slavernij nu te zien in het Verzetsmuseum

Hoe brieven uit Suriname de anti-slavernijbeweging stimuleerden

Samen met het Nationaal Slavernijmuseum in wording presenteert het Verzetsmuseum de tijdelijke tentoonstelling Verzet tegen slavernij. Het is de eerste pop-up tentoonstelling van het Slavernijmuseum en behandelt zowel het verzet van tot slaaf gemaakte mensen zelf als de anti-slavernijbeweging in Nederland. “Verzet tegen onrecht is van alle tijden en van alle mensen. Dat is wat ons verbindt. Daarom past het Verzetsmuseum Amsterdam zo goed bij deze eerste tentoonstelling in de aanloop naar de oprichting van het Nationaal Slavernijmuseum”, aldus Peggy Brandon, kwartiermaker van het Nationaal Slavernijmuseum. 

Er was altijd al verzet tegen slavernij. Tot slaaf gemaakte mensen vluchtten en kwamen regelmatig in opstand. In Nederland kreeg slavernij lange tijd weinig aandacht. Slavernij werd vooral verdedigd door bestuurders en de kerk. Maar er waren ook eenlingen en groepen die slavernij moreel veroordeelden. Vanaf de 19de eeuw groeide de anti-slavernijbeweging van de abolitionisten. 

Opstanden en abolitionisten

De tentoonstelling laat zien dat de opstanden en de abolitionisten elkaar hebben beïnvloed. Leiders van slavenopstanden, zoals Tula op Curaçao, beriepen zich op de Franse verlichtingsidealen van vrijheid, gelijkheid en broederschap. Berichten over de behandeling van de tot slaaf gemaakte mensen drongen steeds vaker door tot de Nederlandse samenleving en wekten verontwaardiging. 

De 17-jarige Frits Moquette richtte, na het lezen van brieven van zijn vader uit Suriname en het boek Uncle Tom's Cabin , het Jongelings Genootschap ter Afschaffing van Slavernij op. Anna Bergendahl verkocht met een damescomité handwerken om tot slaaf gemaakte mensen vrij te kopen. Nieuws over de vaak bloedig neergeslagen slavenopstanden en de acties van de abolitionisten legden de diepgewortelde onrechtvaardigheid van de slavernij bloot en droegen bij aan de beëindiging van de slavernij.

Achterstallig onderhoud aan de geschiedenis

Op 28 maart jl. openden de Amsterdamse wethouder Kunst en cultuur, Evenementen, Inclusie en antidiscriminatiebeleid Touria Meliani en staatssecretaris Cultuur en Media, Fleur Gräper-van Koolwijk de tentoonstelling.

Fleur Gräper-van Koolwijk: “Het is belangrijk dat het héle verhaal over het slavernijverleden wordt verteld. Zowel het verhaal over de mensonterende onderdrukking als het verzet daartegen. […] Dat is te lang onderbelicht gebleven. De tentoonstelling Verzet tegen slavernij brengt dit treffend in beeld.”

Touria Meliani: “[…] Langzamerhand wordt ons beeld van de geschiedenis aangevuld. Het zijn wetenschappers, activisten, kwartiermakers en kunstenaars die in de archieven, in musea als deze, achterstallig onderhoud aan de geschiedenis plegen. En ons een nieuwe blik laten werpen op de geschiedenis."

Naar een Nationaal Slavernijmuseum

Tot de realisatie van het Nationaal Slavernijmuseum (er is een voorkeur uitgesproken voor bouw op de kop van het Java-eiland in Amsterdam) wordt er op verschillende plekken een aanloopprogrammering georganiseerd. Onder meer in het Zeeuws Archief, Allard Pierson museum, het Nationaal Archief in Den Haag en nu de eerste pop-up in Verzetsmuseum Amsterdam.

De tentoonstelling Verzet tegen slavernij loopt tot en met 11 augustus 2024.
Kijk hier voor tickets en meer informatie