Bouw Van Gogh Museum

Het Amsterdamse Van Gogh Museum herbergt de grootste Van Gogh-collectie ter wereld. Sinds 1973 is het museum, dat gewijd is aan het werk en leven van de Nederlandse schilder Vincent van Gogh (1853 - 1890) gevestigd aan het Museumplein. In die hoedanigheid behoort de kunstinstelling, samen met het Rijksmuseum en Stedelijk Museum, tot de prominentste musea van Amsterdam. Hoe ziet de geschiedenis van dit toonaangevende museum eruit?

In 1880 maakte Vincent van Gogh de keuze om kunstenaar te worden. Hij verzette zich als beginnend kunstenaar sterk tegen de heersende academische principes binnen de schilderkunst. Hoewel hij tijdens zijn leven maar één schilderij verkocht, groeide de Nederlander na zijn dood uit tot één van de grote kunstenaars van de 19e eeuw. Als postimpressionistisch schilder zou hij grote invloed uitoefenen op de stromingen van het expressionisme, het fauvisme, en de vroege abstracte kunst. Toen Van Gogh op 29 jul 1890 overleed, kwamen zijn werken in handen van zijn familie.

Het neefje van Vincent - Vincent Willem van Gogh - besloot na zijn dood te proberen de collectie van zijn illustere oom bijeen te houden, en te herbergen in een museum gewijd aan het leven van de iconische kunstenaar. Totdat dit specialistische museum zijn deuren kon openen, was Vincent Willem gedwongen de schilderijen uit zijn collectie uit te lenen aan verschillende musea. Om hier verandering in te brengen, werd de Vincent van Gogh stichting opgericht. Naast Vincent Willem zelf, bestond deze stichting uit zijn vrouw en kinderen en een vertegenwoordiger van de Nederlandse staat. Vincent van Goghs Amandelbloesem.

Opening van het museum

De grondslag voor het Van Gogh museum werd op 21 juli 1962 gelegd, toen de familie Van Gogh voor 15 miljoen gulden hun gehele verzameling van ruim tweehonderd schilderijen, tekeningen en brieven verkocht aan de Staat der Nederlanden. De brieven die Van Gogh schreef, waren voornamelijk gericht aan zijn broer Theo, die hij erg bewonderde. Daarnaast schreef hij veel brieven aan Paul Gauguin en Emile Bernard. Ze geven veel informatie over Van Goghs aangrijpende levensverhaal en staan bekend om hun persoonlijke toon en levendige taalgebruik.

De opening van het Van Gogh Museum vond plaats op 20 juni 1973, en werd verricht door koningin Juliana. Het museum bestond toen enkel uit het hoofdgebouw, dat tussen 1963 en 1964 was ontworpen door Gerrit Rietveld. Tijdens de opening bedankte de vorstin Vincent Willem van Gogh persoonlijk voor zijn toewijding aan het levenswerk van Vincent van Gogh.

Verbouwingen van het Van Gogh Museum

Sindsdien is het museum twee keer uitgebreid. De eerste uitbreiding vond plaats in 1999, toen onder leiding van de Japanse architect Kisho Kurokawa een nieuwe tentoonstellingsvleugel werd toegevoegd. In 2015 volgde, onder toezicht van dezelfde architect, de bouw van een hagelnieuwe entree aan het Museumplein.

De collectie

De permanente collectie van het Van Gogh Museum omvat honderden schilderijen en tekeningen. Zij bevat vele meesterwerken van Van Gogh, zoals De aardappeleters, Zonnebloemen en Amandelbloesem. Deze collectie is overigens niet beperkt tot het werk van de Nederlandse schilder. Zo stelt het museum ook werk van Van Goghs tijdgenoten, zoals Paul Gauguin, tentoon. Hierdoor kan de kunst van Van Gogh in de bijpassende culturele context bewonderd worden.