Doodencel 601 in het Oranjehotel
'Doodencel 601' in de gevangenis van Scheveningen is nu een museum. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de gevangenis van Scheveningen ook wel het ‘Oranjehotel’ genoemd vanwege de vele verzetstrijders die hier gevangen zaten. In de beruchte Doodencel sleten terdoodveroordeelden hun laatste dagen, voordat zij werden geëxecuteerd in de Scheveningse duinen.
Tijdens de Duitse bezetting werd de gevangenis in Scheveningen gebruikt als strafgevangenis. Verzetsstrijders, Joden, communisten en andere groepen die de Duitsers niet aanstonden werden hier gevangen gezet. Voor het grootste deel van de 25.000 mensen die tijdens de oorlog gevangen hebben gezeten in Scheveningen was het verblijf in het Oranjehotel niet langdurig. Zij werden vaak doorgevoerd naar andere gevangenissen of kampen in Duitsland. Een deel van de gevangenen werd ter dood veroordeeld en geëxecuteerd op de nabijgelegen Waalsdorpervlakte. Onder de gevangenen zaten talloze bekende verzetsstrijders, onder wie de Soldaat van Oranje Erik Hazelhoff Roelfzema, George Maduro, Anton de Kom en Titus Brandsma.
Laatste dagen in de Doodencel
De terdoodveroordeelden sleten hun laatste dagen in Doodencel 601, een kleine cel met enkel een houten brits, een krukje en een ton voor de dagelijkse behoeften. Om te voorkomen dat de Todeskandidaten zelfmoord zouden plegen in de cel moesten zij hun schoenveters en stropdassen inleveren. De gevangenen van de Doodencel hadden wel meer privileges dan de gewone gevangenen: zij kregen extra sigaretten en voedsel en mochten afscheidsbrieven sturen naar geliefden en familie. 250 gevangenen hebben hun laatste dagen in cel 601 doorgebracht voordat zij in de duinen werden gefusilieerd.
Inscripties in de cel
De 250 terdoodveroordeelden die in Doodencel 601 gevangen zaten hebben flink wat inscripties op de muren van de cel achtergelaten. Naast strijdkreten als ‘Oranje overwint’ en gebeden als het ‘Onze Vader’ is ook ‘In deze bajes zit geen gajes maar Hollands glorie! Potverdorie!’ te lezen. De inscripties zijn allemaal bewaard gebleven.
Oranjehotel na de oorlog
Na de oorlog bleef de gevangenis in gebruik. Nu werden er veroordeelde NSB'ers en verdachten van collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog gevangen gezet. Ook nu zaten er veel bekende personen, zoals Anton Mussert en Meinoud Rost van Tonningen. Mussert werd later op de Waalsdorpervlakte geëxecuteerd, Rost van Tonningen pleegde in de gevangenis zelfmoord. Ook de gevangen NSB'ers lieten inscripties achter op de muur van cel 601. In 2020 ontdekten studenten van de TU Delft dat er onder een laag plamuur naast het voeteneind van het bed een inscriptie van NSB'er De Blocq van Scheltinga zat. De Blocq van Scheltinga had daar tijdens zijn gevangenschap een kalender bijgehouden, inclusief de opmerking dat op 11 september 1945 de doodstraf tegen hem werd geëist. Die doodstraf werd echter niet opgelegd.
Cel 601 nu
De gevangenis van Scheveningen was nog lang in gebruik als gewone gevangenis. Cel 601 was daarom lang niet toegankelijk voor het publiek, wel werden er herdenkingen gehouden. In 2019 werd de cel opgengesteld voor het publiek door koning Willem Alexander. Nu is de cel deel van Nationaal Monument Oranjehotel en kan bezochtworden door mensen die willen herdenken of zien hoe de gevangenen er tijdens de oorlog hun laatste dagen doorbrachten.