Boekrecensie: Nederland dineert

In Nederland dineert – vier eeuwen tafelcultuur wordt het verhaal verteld van de Nederlandse tafelcultuur. Aan de hand van gedekte tafels voor het dineren in de betere kringen wordt ingegaan op de verschillende facetten van het tafelen: van het tafellinnen tot de livrei van de bediening en van de menukaarten tot de tafelgewoonten.

Het boek Nederland dineert start met een inleidend hoofdstuk over het tafelen in de Gouden Eeuw en verschillende aspecten die gewoon waren bij het tafelen in deze tijd: zoals de pastei als pronkstuk, de gevouwen servetten en de kostelijke confituren op de desserttafel. Na dit hoofdstuk volgen verschillende hoofdstukken die de tafelcultuur door de eeuwen heen niet alleen beschrijven, maar ook verbeelden. Aan de hand van archiefonderzoek in onder andere boedelinventarissen, rekeningen, receptenboeken en menukaarten van onder ander het Koninklijkhuis Archief en de particuliere archieven van verschillende landgoederen en paleizen wordt het dineren gereconstrueerd.

Het boek Nederland dineert verschijnt bij de gelijknamige tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag die ook de diners en gedekte tafels in de verschillende landgoederen en paleizen centraal stelt. Zo is er speciale aandacht voor onder meer kasteel Middachten, Kneuterdijk, paleis Noordeinde, kasteel De Haar en Jachthuis St. Hubertus. Aan de hand van het servies, het linnen en de livrei van de verschillende huizen wordt gereconstrueerd hoe er in bepaalde perioden in de welgestelde huizen werd gedineerd. Naast deze specifieke beschrijvingen, worden de hoofdstukken afgewisseld door kaderteksten over opvallende aspecten uit de geschiedenis van de Nederlandse tafelcultuur.

Een opvallende gewoonte in vroegere tijden is dat de kinderen stonden aan de eettafel. In het uit 1678 afkomstige Het boeckje van Erasmus aengaende de beleeftheid der kinderlijkcke zeden wordt dit beschreven: “Het is de gewoonte bij sommige volckeren dat de kinderen staende aen de tafel van oude luyden spijs nemen.” Niet alleen in dit werk, maar ook in verschillende prenten en tekeningen wordt aangetoond dat het in vroeger tijden gebruikelijk was dat kleine kinderen aan tafel stonden. Kinderen die zo klein waren dat ze nauwelijks boven het tafelblad uitkeken, kregen een stoofje onder hun voetjes.

Ook wordt in het boek uitgebreid aandacht besteed aan het tafellinnen en de verschillende soorten versierselen. Zo lijkt een wit linnen takenlaken van enige afstand egaal wit, maar als men van dichterbij kijkt, zullen patronen tot leven komen. Deze patronen zijn in drie hoofdgroepen onder te verdelen: kruiswerk, pellen en damast.

“Kruiswerk kenmerkt zich door kleine herhalende patronen die afwisselend in plat- en keperverbinding zijn geweven. Pellen bestaan uit herhalende geometrische motieven die in keper of satijnbinding worden geweven. (…) Damast geldt voor patronen die vrije en figuratieve vormen creëren, zoals mensen en dieren, bloemen en bomen, familie-, stads- en landswapens.” (p. 42)

In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw waaide de placemat over uit Amerika en Engeland en kon gebruikt worden onder de voorwaarde dat de tafel zelf mooi en representatief was. Placemats werden langzaamaan een waardige en moderne vervanger van het wit damasten dinertafellaken. Inmiddels zijn placemats er in allerlei soorten en maten; van papier tot plastic, van katoen tot linnen en van raffia of andere gevlochten materialen. Wel tonen alle placemats één overeenkomst; ze zijn bijna allemaal zo’n 45×35 centimeter.

In het boek wordt naast de veranderende stijl van het tafellinnen, ook beschreven hoe de smaak van het bestek door de eeuwen heen veranderde. Aan het driedelige stel lepel-vork-mes dat wij heden ten dage kennen, werd namelijk pas in het laatste kwart van de zeventiende eeuw de vork toegevoegd. Bestek dankt zijn naam aan het feit dat men van oudsher deze voorwerpen ‘bij zich stak’ als men elders uit eten ging.

In Nederland dineert staan de collecties tafellinnen, servies, glaswerk, bestek en livrei van een tiental landgoederen en paleizen centraal. Ik kan dan ook zeggen, dat Nederland dineert erin is geslaagd een groot overzichtswerk te bieden van de eetcultuur in Nederland. In zowel het boek als de tentoonstelling wordt voor het eerst zo’n overzicht geboden, waarin aandacht wordt besteed aan het tafellinnen en bestek waarmee werd gedekt, het servies dat men gebruikte, de livrei die het personeel droeg, etc. In de tentoonstelling zijn verschillende objecten te zien en ook prachtige tafels gedekt. Het boek beschrijft het verhaal achter deze voorwerpen en de diners en wordt tevens rijkelijk geïllustreerd met prachtige foto’s van de dissen en afzonderlijke objecten. Het smakelijke boek, laat de lezer haast watertanden en verlangen zelf deelgenoot te zijn van de feestelijke maaltijden die aan de gedekte tafels werden genoten.

De tentoonstelling Nederland dineert – vier eeuwen tafelcultuur is tot en met 18 februari 2016 in het Gemeentemuseum in Den Haag te bezoeken.

Nederland dineert – vier eeuwen tafelcultuur, Barend van Bethem e.a.

Waanders Uitgevers, Zwolle 2013
ISBN 978 94 6262 057 5

Harde kaft, met illustraties in kleur en zwart-wit, notenapparaat, literatuurlijst, fotoverantwoording en register.
386 pagina’s
€ 34.50

Geïnteresseerd in de Nederlandse tafelcultuur? Lees ook de recensie van Te gast op Middachten en de blog Diner à la Russe.

Deze recensie is afkomstig van de website van Hereditas Nexus. Bezoek de website voor meer kritische reviews van boeken, tentoonstellingen en ander historisch vermaak.

Meer weten

Tijdschriften: