Geen afbeelding beschikbaar

Turkse bommen op Cyprus

Vier dagen lang (van 7-10 aug.) hebben Turkse vliegtuigen bombardementen op Cyprus uitgevoerd. Het gevaar, dat de NAVO-leden Griekenland en Turkije tot een treffen zouden komen; de mogelijkheid dat de Cyprus-kwestie tot een groot conflict zou uitgroeien (op 9 aug. verzocht de regering-Makarios militaire steun aan de SU en de VAR), gevoegd bij de weinig soepele houding van de Grieks-Cypriotische regeringsleiders ("Cyprus zal zijn positie niet herzien, zelfs als het erom gaat een derde wereldoorlog te voorkomen", aldus de Cypriotische Hoge Commissaris in Londen, Soteriades, in een verklaring van 9 aug.) hebben tot uitgebreide diplomatieke activiteiten geleid teneinde het gevaar te bezweren. 

Recente ontwikkelingen 

Aan de crisis gingen, sinds ons laatste overzicht (pag. 426/2) de volgende ontwikkelingen vooraf: 

De VN-bemiddelaar Tuomioja, sinds 4 juli in Genève zetelend, voerde onderhandelingen met Griekse en Turkse afgevaardigden (resp. D.Nicolareizis en prof. Nihat Erim), terwijl de regering-Makarios verstek liet gaan. (Op 5 juli had Tuomioja een ontmoeting met de Grieks-Cypriotische minister van buitenlandse zaken, Kyprianou). De besprekingen leverden geen resultaat op. Behalve de Amerikaanse oud-minister van buitenlandse zaken Dean Acheson stond sinds 7 juli ook een Britse vertegenwoordiger, nl. Lord Hood, een hoge ambtenaar van het Foreign Office, onofficieel de VN-bemiddelaar in Genève ter beschikking. 

Intussen werden nog steeds pogingen gedaan, o.m. door de Amerikaanse president Johnson in een brief op 4 juli aan de Griekse premier Papandreou, om Griekenland tot rechtstreekse onderhandelingen met Turkije te bewegen (Turkije had bij herhaling zijn bereidwilligheid hiertoe uitgesproken). Papandreou bleef in zijn antwoord aan Johnson bij zijn standpunt, dat overleg nutteloos zou zijn. Op uitnodiging van de Britse premier Sir Alec Douglas-Home kwam premier Papandreou voor een twee-daags overleg in Londen. 

Volgens de Guardian (24-7) zou Papandreou zich tijdens zijn besprekingen meer bereid hebben getoond om in bepaalde omstandigheden aan Turkije grondgebied af te staan in ruil voor aansluiting van Cyprus bij Griekenland,. 

Aan deze oplossing zou door Griekenland de voorkeur worden gegeven boven de door Turkije en de Turkse Cyprioten voorgestane verdeling van het eiland. Na aansluiting van Cyprus bij Griekenland zou Turkije troepen op Cyprus mogen stationeren, doordat de Britse basis bijv. zou worden omgezet in een NAVO-basis. Aan de Turkse minderheid op het eiland zouden plechtige garanties worden verleend inz. hun rechten. 

Infiltraties 

De secretaris-generaal der VN, U Thant deed op 16 juli een beroep op Griekenland, Turkije en de partijen op Cyprus om "onmiddellijk een einde te maken aan het opeenhopen van wapens op het eiland" om een groot conflict te vermijden. Dit beroep had betrekking op de sedert meer dan een maand plaats hebbende wapenzendingen en klandestiene troepenontschepingen vanuit Turkije en Griekenland. Verschillende landen, o.m. de VS, Engeland, Zweden en Denemarken, hadden hun ongerustheid hierover aan de VN kenbaar gemaakt. Zweden en Denemarken dreigden zelfs hun troepen uit de VN-strijdmacht op Cyprus terug te trekken. In een op 22 juli gepubliceerde nota drong U Thant er bij de regering-Makarios op aan de beperkingen van bewegingsvrijheid van het VN-personeel op te heffen. (De Grieks-Cypriotische autoriteiten waren begonnen de bewegingsvrijheid van de VN-politiemacht aan banden te leggen, o.m. door aan de VN-troepen op 20 juli de toegang tot de havenstad Limassol te verbieden. 

In zijn antwoord op deze nota verklaarde Makarios, dat zijn regering nimmer van plan is geweest de bewegingsvrijheid van het VN-personeel te beperken. Deze bewegingsvrijheid sluit, aldus Makarios, echter niet in de toegang tot haventerreinen of andere regeringsterreinen. Hiervoor zou de toestemming van de Cypriotische regering vereist zijn. Invoer van wapens is noodzakelijk, om aan een dreigende Turkse invasie het hoofd te kunnen bieden, aldus Makarios. 

Een VN-woordvoerder verklaarde op 24 juli, dat klandestiene konvooien voertuigen van de haven van Limassol uit opereerden. 

De Griekse premier Papandreou heeft op 18 juli geantwoord, dat hij het eens was met Thants oproep om de militaire voorbereidingen op Cyprus te staken. Premier Inönü van Turkije antwoordde op 24 juli, dat Turkije nooit personeel of wapens naar Cyprus had gestuurd in aantallen die het daarvoor bepaalde in de betreffende overeenkomst te boven gingen. Volgens Inönü had Turkije afgezien van enigerlei actie die de spanning op Cyprus zou kunnen doen toenemen. Intussen had U Thant over de kwestie-Cyprus overleg gepleegd o.m. in Genève met Tuomioja en Acheson (14 en 15 aug.), in Londen met premier Douglas Home en de Griekse premier Papandreou (22 en 23 aug.) en in Istanboel met Turkse regeringsleiders (24 en 25 juli). 

De VN-politiemacht

Op 23 juli nam het geheel uit Grieks-Cyprioten bestaande Cypriotische parlement eenstemmig een motie aan, waarin de terugtrekking van het Britse contingent uit de VN-macht werd geëist. 

De VN-macht bleek volgens waarnemers minder en minder in staat om de voortdurend nog toenemende incidenten op het eiland te voorkomen. VN-bevelhebber gen. Thimmayya deelde in een rapport aan U Thant op 31 juli mede, dat de toenemende bewegingsbeperking van de VN-troepen de situatie op Cyprus met de dag deed verslechteren. In artikelen in de Grieks-Cypriotische pers op 2 aug. werd geëist, dat het mandaat van de VN-politiemacht (op 26 sept. aflopend) niet zal worden verlengd. Op 3 aug. sprak Thimmayya tegenover Makarios zijn bezorgdheid uit over de economische blokkade tegen de Turkse Cyprioten. Ook vroeg hij opheldering over een op 25 juli aangenomen wet, waarin een ieder die inlichtingen verschaf t over troepenbewegingen of andere "militaire geheimen" met drie jaar gevangenisstraf wordt bedreigd. 

Makarios dreigt met geweld 

In een vraaggesprek met het Sowjetrussische persbureau Tass (26-7) zei Makarios o.m. dat als de troepen van de VN er niet in slagen de toestand op Cyprus te normaliseren "wij helaas geweld zullen moeten gebruiken." De president verklaarde, dat de kwestie-Cyprus op zichzelf beschouwd niet ingewikkeld is. De "grote ingewikkeldheid" was het gevolg van buitenlandse inmenging met zelfzuchtige bedoelingen. Er dreigde voortdurend een invasie. 

Makarios in Athene 

Van 27-29 juli pleegde Makarios in Athene met Griekse regeringsleiders overleg. Blijkens het communiqué bleek tijdens deze besprekingen dat er tussen de Griekse en de Cypriotische regering volledige eensgezindheid bestaat over het Cypriotische vraagstuk. De doelstelling van beide regeringen blijft "toewijding aan de vrede en de idealen der VN." In Athene wees Makarios op 31 juli een door de Amerikaan Acheson opgesteld plan ter oplossing van de kwestie-Cyprus van de hand. Volgens Makarios deelde de Griekse regering zijn standpunt in deze. Makarios laakte het optreden in Genève van bepaalde personen "die zichzelf hadden uitgenodigd" om te proberen het "Cypriotische vraagstuk uit zijn verband te rukken." Volgens diplomatieke kringen in Genève voorziet het plan-Acheson in een unie van Cyprus met Griekenland, de afstand door Griekenland aan Turkije van het kleine eilandje Castellorizon in de Dodekanesos, dicht bij de Turkse kust van Anatolië; de oprichting van een Turkse militaire basis op het "Griekse" Cyprus; betaling van compensaties voor die Turkse Cyprioten die bereid zijn het eiland te verlaten en zich elders te vestigen en de vorming van twee Turkse "kantons" op Cyprus onder Turks-Cypriotisch bestuur. 

Inleiding tot de crisis 

Op 5 aug. begonnen Grieks-Cypriotische eenheden aanvallen op het noordwestelijk deel van het eiland, dat nog in handen van Turks-Cyprioten was. 

De regering-Makarios weigerde Turkije om troepen ter aflossing van het op het eiland gelegerde Turkse contingent (in overeenstemming met de overeenkomst van Zürich) aan land te zetten. 

Turkse bombardementen 

Op 7 aug. beschoten Turkse vliegtuigen de havenplaats Polis, in het noordwesten van Cyprus (de zg. zak van Mansoera). In een nota stelde Turkije Griekenland op de hoogte van het besluit de "Turkse landgenoten" op Cyprus niet te zullen laten afslachten. Het Griekse leger werd in staat van alarm gebracht. 

Op 8 aug. was de gehele "zak van Mansoera" in handen van Grieks-Cyprioten met uitzondering van Kokkina. Na nieuwe Turkse bombardementen deed de regering Makarios een beroep op de Veiligheidsraad. Griekenland deed een beroep op Makarios alle militaire handelingen te staken. Griekenland zou niet met vijandigheden beginnen, doch het waarschuwde Turkije tussenbeide te zullen komen indien de Turkse aanvallen voortduurden. Turkse regeringsverklaringen zeiden: "Wij zijn geen overweldigers", en "wij komen onze verplichtingen na als één der drie mogendheden die zich voor Cyprus garant hebben gesteld." 

Makarios riep op 9 aug. de hulp in van de SU en de VAR en waarschuwde Turkije dat, als de aanvallen niet ophielden, de Griekse Cyprioten een algemene aanval zouden inzetten tegen alle Turken op het eiland. 

President Johnson van de VS en de voorzitter van de Veiligheidsraad richtten op 9 aug. elk een oproep tot de strijdende partijen de vijandelijkheden te staken. De Veiligheidsraad deed op 9 aug. met 9 tegen 0 stemmen bij 2 onthoudingen (de SU en Tsjecho-Slowakije) een beroep op alle betrokkenen het vuren te staken en volledig met de commandant van de VN-macht op Cyprus samen te werken bij het herstel van de vrede en veiligheid. In een boodschap aan de Turkse premier Inönü van 10 aug. zei premier Chroesjtsjow van de SU, dat iedere poging met wapengeweld een oplossing af te dwingen de toestand slechts erger maakt en de oorlogsdreiging vergroot. 

Bestand 

Eerst op 11 aug., nadat zowel Turkije als Cyprus de VN hadden doen weten, dat zij aan het verzoek van de Veiligheidsraad om het vuren te staken zouden voldoen, is de rust op het eiland weergekeerd, met uitzondering van de streek rondom het zich nog in Turks-Cypriotische handen bevindende Kokkina, waar nog sporadisch werd gevuurd. 

Turkse vliegtuigen voerden verkenningsvluchten boven Kokkina uit. Turkije verklaarde dat het een bestand zou aanvaarden, als de toestand van voor 5 aug. werd hersteld. 

De Turkse chef-staf, gen. Sunay, besprak in Parijs met gen. Lemnitzer de toestand op Cyprus. Turkije heeft tijdelijk enige van zijn bij de NAVO geplaatste luchtmachteenheden teruggetrokken. Na voor de derde maal binnen enkele dagen bijeen te zijn geweest deed de permanente raad van de NAVO een dringend beroep op Griekenland en Turkije het bestand te handhaven. 

Athene beschuldigt Makarios 

Op 11 aug. beschuldigde Griekenland president Makarios ervan, dat hij zich niet had gehouden aan een afspraak om geen militaire operaties tegen de Turkse Cyprioten te ondernemen zonder voorafgaande toestemming van de Griekse regering. Op verzoek van Cyprus kwam de Veiligheidsraad op 11 aug. opnieuw bijeen. De Raad heeft alle bij het conflict betrokken partijen opgeroepen zich aan het overeengekomen bestand te houden. 

In een op 11 aug. gepubliceerde boodschap aan Papandreoe drong de Turkse premier Inönü er bij Griekenland op aan gezamenlijk "binnen een maand" een oplossing te zoeken voor de kwestie-Cyprus. 

Turkije staakt vluchten 

In een op 12 aug. te Ankara gepubliceerd communiqué verklaarde de Turkse regering, dat zij had besloten "de verkenningsvluchten boven Cyprus op te schorten naar aanleiding van het beroep van de Veiligheidsraad." Indien echter de Griekse Cyprioten hun agressie tegen de Turkse bevolkingsgroep zouden hervatten, en als de VN-troepen er niet in zouden slagen die aanvallen onverwijld en op doeltreffende wijze de kop in te drukken, zou Turkije "niet aarzelen de nodige maatregelen te nemen om het leven van de Turkse Cyprioten te beschermen," aldus het Turkse communiqué. 

Papandreou bemiddelt 

De Griekse premier Papandreou verklaarde op 14 aug. aan het Turkse verzoek om zijn invloed aan te wenden opdat aan de voedsel- en waterblokkade van de Griekse tegen de Turkse Cyprioten een einde zal worden gemaakt, gevolg te zullen geven. Het verzoek om ook op politiek gebied te bemiddelen, wees Papandreou van de hand. 

Grivas opperbevelhebber 

Gen. Grivas, de ex-EOKA-leider, is op 13 aug. benoemd tot opperbevelhebber van de Grieks-Cypriotische Nationale Garde (het leger van de regering-Makarios). Hij vervangt gen. Karayannis. Tevoren, van 4-6 aug., was Grivas in Athene, waar hij met de Griekse regering overleg pleegde.  

Europa (zuid) | Cyprus; Organisaties en verdragen; Turkije | Gepubliceerd in 1964 2001 © Stichting Keesings Historisch Archief - www.kha.nl  

Dit artikel is afkomstig uit:

Meer weten