De Staats-Spaanse Linies herleven op eigen benen
Bijna 450 objecten: forten, schansen, vestingstadjes, liniedijken en -vaarten in een gebied van zo’n 80 x 40 kilometer aan weerszijden van de Belgisch-Nederlandse grens tussen Knokke en Antwerpen - dat zijn de Staats-Spaanse Linies. Een militaire raid in 1583 vormt de eerste aanzet; sommige elementen spelen nog een rol in de Tweede Wereldoorlog. De linies vertegenwoordigen zo’n vierhonderd jaar geschiedenis van West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Zeeuws-Vlaanderen. Na vele gesubsidieerde projecten om dit erfgoed meer ‘beleefbaar’ te maken, staan de Linies vanaf 2014 op eigen benen.
Het is 6 november 1583. Over de Honte koersen vanuit de Zeeuwse hoofdstad Middelburg dertig scheepjes op Terneuzen aan, volgepakt met zo’n duizend voornamelijk Duitse soldaten. Bevelhebber is Filips van Hohenlohe, sinds 1575 in dienst van Willem van Oranje en met mooie overwinningen op zijn naam. Hij veroverde onder meer in 1576 Geertruidenberg, in 1577 Steenbergen, Tholen en Breda. Hohenlohe, ook Hollock genoemd, wordt later door prins Maurits op een zijspoor gezet, maar is in 1583 nog een man van gewicht. Wat is de aanleiding voor zijn raid met tien vendels huurlingen, ‘Neuzen’ is toch al in Staatse handen? Jawel, maar jonkheer Servaes van Steelant is naar de Spanjaarden overgelopen en de hele omgeving is voor de Opstand verloren gegaan, inclusief Hulst, Axel en Sas van Gent.
In 1578 heeft Servaes van Steelant als hoogbaljuw van het Land van Waas de calvinisten nog bijgestaan bij het plunderen van de abdij van Boudelo; vijf jaar later, op 30 oktober 1583, wordt zijn fraaie kasteel in het Oost-Vlaamse Wissekerke aangevallen door Staatse troepen onder Marnix van Sint-Aldegonde. Marnix laat karrevrachten stro aanvoeren en steekt het slot in brand. Dit is het directe gevolg van Servaes’ overlopen naar Spaanse zijde. Een dag tevoren heeft hij de troepen van Alexander Farnese, de hertog van Parma en landvoogd van de Nederlanden, in zijn kasteel ontvangen. Diens overmacht heeft het Land van Waas tot overgave gedwongen. Hiermee komt ook het oostelijk deel van het huidige Zeeuws-Vlaanderen in Spaanse handen en wordt Servaes door de opstandelingen bestempeld tot verrader.
Begin van de Linies
Hohenlohe weet het dreigende verlies van Neuzen te verijdelen. Een belangrijk wapenfeit, omdat Terneuzen de vaart op Antwerpen aan deze zijde van de Honte kan vrijhouden. Vanuit Neuzen kan ook Gent worden bevoorraad. Hohenlohe’s Duitsers werpen ten zuiden van Neuzen een bruggenhoofd op: de Moffenschans.
Tegenwoordig draagt een ruime, negentiende-eeuwse boerenbehuizing aan de Axelse straat de naam Moffenschans, maar ooit lag hier een compleet verdedigingswerk met wallen en grachten. De totstandkoming ervan wordt gezien als het begin van de Staats-Spaanse Linies. De bouw geschiedt niet zonder slag of stoot: schermutselingen met Spaanse troepen en inundaties door de Spanjaarden zorgen voor stagnatie in de voortgang, terwijl de Duitsers zich onderling te buiten gaan aan dronken vechtpartijen en muiterij. Geen ongewone verschijnselen in deze tijd van grote huurlingenlegers, bemand met ‘broodsoldaten’ wier trouw volkomen afhankelijk is van het tijdig ontvangen van de soldij en de dragelijkheid van de werkomstandigheden.
Farnese ziet het Terneuzense bruggenhoofd terecht als grote bedreiging voor de Spaanse zaak en zijn belegering van Antwerpen. Al vóór het eind van 1583 beginnen de Spanjaarden een ‘tegenfort’ van de Moffenschans op te werpen, waarschijnlijk de versterking bij Triniteit. De oorlog en het opwerpen van verdedigingswerken aan beide zijden komt nu echt op gang in de streek. Het wordingsproces van de configuratie die wij later de Staats-Spaanse Linies noemen is niet meer te stoppen. Aan deze fascinerende monumentale keten zullen de Spaanse, Staatse en Franse militaire apparaten deelhebben, in een lange tijdspanne van de Tachtigjarige Oorlog tot en met de Spaanse Successieoorlog (1701-1714) – latere aanpassingen niet meegerekend. Want ook gedurende de Franse tijd, de Belgische Revolutie van 1830 en zelfs de beide wereldoorlogen spelen de Linies nog een rol.
Herwaardering
Historici, publicisten en heemkundigen zien al decennialang het grote belang van de Linies. Als zwaartepunt niet alleen van de krijgsgeschiedenis, maar van de algemene historie van het gebied: van belastingen, inundaties, religieuze strijd, bezetting en onderdrukking, plundering, werkverschaffing, dwangarbeid, totstandkoming van de landsgrens. En zelfs van de immateriële volkskunde of etnografie; aan verschillende linie-onderdelen zijn mooie overleveringen verbonden.
Bij alle gemeenschappelijkheid is er ook verschil in de perceptie, die eveneens historisch is bepaald. De Staats-Spaanse Linies herinneren vanuit het noordelijk perspectief allereerst aan de ontstaansgeschiedenis van de Republiek die zo’n belangrijk deel van Nederlands nationaal verleden uitmaakt. Voor Vlaanderen staan zij, aldus een recente publicatie, vooral ‘symbool voor het lot van Europees slagveld dat het Vlaamse land eeuwenlang beschoren is geweest’.
Omstreeks de jongste eeuwwisseling raken ook overheden overtuigd van de grote waarde van de Linies. Men ziet in dat een integrale aanpak nodig is om de Linies cultuurhistorisch recht te doen en te ontsluiten. Maar ook om het cultuurtoeristisch (dus economisch) en ecologisch potentieel uit te bouwen en de deels gemeenschappelijke ‘streekidentiteit’ te profileren: wat vroeger scheidde, verbindt nu.
[caption id="attachment_59960" align="alignnone" width="470"] De vesting Hulst in Oost Zeeuws-Vlaanderen (foto Ludo Goossens, Vildaphoto).[/caption]
Herinrichtingen, restauraties, publiciteit
De Belgische provincies Oost- en West-Vlaanderen, de Nederlandse provincie Zeeland en de stad Antwerpen slaan de handen ineen. Men ontwikkelt het concept Staats-Spaanse Linies met uiteenlopende doelstellingen, zoals bevordering van de grenseconomie, het creëren van nieuwe natuur(verbindings)gebieden, het beter ontsluiten van afzonderlijke sites en visualisering van het militair cultuurhistorisch erfgoed.
In 2006 en 2007 start de restauratie van verschillende forten en verdedigingswerken. Er vindt herinrichting plaats van onder meer de Olieschans (Aardenburg), de stadswallen van Damme en drie forten van de Linie van Communicatie bij Koewacht (Fort Sint-Jacob, Fort Sint-Joseph en Fort Sint-Livinus). Over de wallen van Hulst wordt een rolstoeltoegankelijk pad aangelegd en verspreid door Zeeuws-Vlaanderen komen ruim 30 informatiepanelen (allemaal in de huisstijl). In het traject van de oostelijke Bedmarlinie (een product van de Spaanse Successieoorlog, 1701-1714) wordt een stuk wal met gevlochten palissade en walgracht gereconstrueerd (Stropersbos bij Stekene, 2009). Kleinere aanpassingen maken goed bewaarde relicten beter toegankelijk en beleefbaar, zoals het herstel van onderdelen van en de aanleg van een wandelpad op Fort Beieren bij Brugge (Koolkerke), Vlaanderens best bewaarde fort uit de Spaanse Successieoorlog.
De herinrichtingen en restauraties worden in de meeste gevallen gekoppeld aan natuurontwikkeling. IJzendijke (West Zeeuws-Vlaanderen) heeft een speciaal museum over de Staats-Spaanse Linies gekregen: ‘Het Bolwerk’. In Kallo (Oost-Vlaanderen) opent in 2007 het bezoekerscentrum Fort Liefkenshoek; al sinds 1980 werkt de gemeente Beveren aan het herstel van de historische en maatschappelijke waarde van dit fort.
Naast fysieke inrichtingsprojecten en bezoekerscentra worden ook andere producten gerealiseerd, zoals het stripboek Suske en Wiske en de Laaiende Linies (2011) en het publieksboek De Staats-Spaanse Linies, monumenten van conflict en cultuur (2013) door de auteur van dit artikel, dat al na enkele maanden vrijwel is uitverkocht. Verder een vermarktingsstudie, een website (www.staatsspaanselinies.eu), een uniforme huisstijl, een educatief pakket, een fortennacht, verscheidene colloquia en veel promotiemateriaal in de vorm van boekjes, een overzichtskaart, folders en brochures, infohoekjes, infobanners en strandvlaggen.
Toekomst
Voortbouwend op wat bereikt is, zal men in het hele gebied van de Linies de komende jaren inzetten op verdere ontsluiting met informatieborden, fiets- en wandelroutes, en op promotie en educatie. Na een periode met veel overheidssteun wordt nu gemikt op initiatieven en samenwerking van andere partijen: recreatieondernemers, terreinbeherende instanties, particuliere organisaties, bedrijfsleven en natuurlijk de bewoners van de streek.
Tekst: Jan J.B. Kuipers
Dit artikel is afkomstig uit Archeologie Magazine nummer 5 van 2013. Meer lezen over archeologie? Neem nu een extra voordelig abonnement.