De schuilkelder van Helene Kröller-Müller
In september 2019 wordt uitgebreid herdacht dat 75 jaar geleden Operatie Market Garden plaatsvond. Naar aanleiding hiervan wordt voor het eerst in de geschiedenis de zogenoemde schuilkelder van het museum opengesteld. In de Tweede Wereldoorlog lag hier de kunstcollectie van Helene Kröller-Müller (1869-1939) opgeslagen.
Na het overlijden van Helene Kröller-Müller (1939) wordt Sam van Deventer de nieuwe directeur van Rijksmuseum Kröller-Müller. Samen met conservator Willy Auping Jr. deelt hij de verantwoordelijke taak om het museum en de collectie tijdens de oorlogsjaren te beschermen. In 1939 wordt in een zandduin op de Veluwe begonnen met de bouw van een schuilkelder. Vanaf 22 juli 1940 wordt de hele collectie hier ondergebracht. De kunstwerken worden op volgorde van kostbaarheid verpakt en in kleine groepen verplaatst. Binnen een week zijn alle werken in veiligheid, waarna het museum zijn deuren sluit.
In het laatste jaar van de oorlog doet het museum dienst als noodhospitaal van het Rode Kruis. De patiënten worden ondergebracht in de kabinetten van de Van de Veldevleugel. Jachthuis Sint Hubertus is het onderkomen van de verpleegsters en het dienstgebouw is in gebruik als kraamafdeling en magazijn.
Op 15 april 1945 wordt het museum bevrijd door de Canadezen, die ook helpen bij de herinrichting. Op 6 oktober 1945 wordt het Kröller-Müller officieel heropend.
De schuilkelder is open van 19 september tot en met 27 oktober 2019 van donderdag t/m zondag, tussen 11.00 tot 15.00 uur. Je koopt je toegangsvouchers inclusief routekaartje en brochure bij de ontvangstbalie van het museum. Let op: vouchers zijn niet te koop bij de schuilkelder zelf.
Lees meer over het museum tijdens de oorlogsjaren in de Tijdlijn.
Lees meer over de openingstijden en entreeprijzen van de schuilkelder.