11 juli jarig: Pio del Pilar

Pio del Pilar groeit op in de jaren ’80 van de 19e eeuw toen de Filippijnen onder Spaans gezag vielen. Del Pilar sluit zich uiteindelijk aan bij de ondergrondse verzetsbeweging Katipunan, waar hij als generaal de revolutionaire troepen tegen de Spaanse en Amerikaanse overheerser leidt. Pio del Pilar werd geboren op 11 juli 1860 als Pio Isidro in barangay Culi-Culi in de Filippijnen.

Del Pilar was de zoon van Isaac Isidro en Antonia Castaneda. Na het overlijden van zijn vader nam hij in zijn tienerjaren diens boerderij over. In 1887 ontmoette Del Pilar José Rizal, de oprichter van La Liga Filipina: een organisatie die vreedzame institutionele hervormingen in de Filippijnen nastreefde. Door zijn omgang met Rizal werd Del Pilar in 1895 opgepakt door de Spaanse koloniale autoriteiten op verdenking van revolutionaire activiteiten. Del Pilar werd wekenlang gemarteld, maar uiteindelijk weer vrijgelaten.

Vervolgens sloot Del Pilar zich in de jaren ‘90 aan bij de ondergrondse Katipunan beweging die de Filippijnse onafhankelijkheid van Spanje ten doel stelde. In deze periode veranderde hij zijn achternaam van ‘Isidro’ naar ‘Del Pilar’, om zijn familie tegen mogelijke vergeldingsacties te beschermen. Na het uitbreken van de Filipijnse Revolutie in 1896 vocht Del Pilar mee met Emilio Aguinaldo en leidde daarbij de revolutionaire troepen in de Slag om Binakayan, waar hij een belangrijke overwinning behaalde. Het jaar daarop slaagde Del Pilar er in de stad Bacoor te verdedigen tegen een Spaanse aanval.

Leestip

/*-->*/

/*-->*/

/*-->*/

/*-->*/

/*-->*/

/*-->*/

/*-->*/

/*-->*/

/*-->*/

/*-->*/

De Filipijnen

€ 20.00

Terwijl in 1898 weer nieuwe revolutionaire activiteiten zich voordeden verklaarde Amerika de oorlog aan Spanje. De directe aanleiding hiervoor was de ontploffing van een Amerikaans slagschip in de haven van Havana. Tijdens de Slag in de Baai van Manilla capituleerden de Spanjaarden, waarna Amerika zich als nieuwe koloniale macht van de Filippijnen opwierp.

 Op 4 februari 1899 brak vervolgens de Filippijns-Amerikaanse Oorlog uit, waarbij de Filippino’s onder leiding van Del Pilar overgingen op een guerrillastrijd. In 1900 werd Del Pilar gevangenen genomen door de Amerikanen en gedeporteerd naar het eiland Guam. Twee jaar later volgde een algemeen pardon van de Amerikaanse president Theodore Roosevelt aan de Filippino’s, waarna Del Pilar terugkeerde naar zijn thuisland. Daar bleef hij zich inzetten voor de Filippijnse onafhankelijkheid door mee te werken aan de bewerkstelliging van de Jones Act, die de Filippijnen meer autonomie moest geven. De Jones Act werd in 1916 goedgekeurd en bereidde de Filippijnen voor op volledige onafhankelijkheid. Del Pilar maakte een onafhankelijk Filippijnen niet meer mee, want hij overleed op 21 juni 1931 in Pasay. De Filippijnse onafhankelijk volgde op 4 juli 1946.