Arafat: de eerste Palestijnse president
Hij richt een terreurbeweging op, maar wint later de Nobelprijs voor de Vrede. Hij bevecht Israël met al zijn kracht, maar staat open voor onderhandeling. Zijn persoon roept zeer uiteenlopende reacties op, van verzetsheld tot terrorist. Zijn sjaal werd in ieder geval wereldberoemd. Op 20 januari 1996 won Yasser Arafat de Palestijnse verkiezingen.
Yasser Arafat werd geboren in Cairo op 24 augustus 1929. Zijn vader kwam uit Palestina. Hij groeide op tot een Arabische nationalist en streed tegen de Israëliërs aan de zijde van het Moslimbroederschap tijdens de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948-1949.
Naarmate zijn banden met de Palestina sterker werden, vormde hij samen met anderen de groep Fatah. De groep richtte zich op het bevrijden van Palestina middels gewapende strijd. Op het voormalige grondgebied van Palestina was namelijk de Joodse staat Israël verrezen. Fatah werd een militante beweging die meerdere malen strijd voerde tegen het Israëlische leger.
In 1964 werd Fatah opgenomen in de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO). Arafat hielp ook mee met de oprichting van de Zwarte September, een terreurbeweging, die aanslagen beraamde op Israëlische en Jordanese doelwitten. De beruchtste aanslag was het Bloedbad op de Olympische Spelen in München van 1972. Elf Israëlische atleten en ambtenaren werden toen gegijzeld en doodgeschoten. Een jaar later werd Zwarte September ontmanteld door Arafat.
Na onderhandelingen met Israël was er overeenstemming bereikt over de bestuurlijke verdeling van Israëlisch en Palestijns grondgebied. Aan de hand van het Tien Punten Programma (1974) verkregen de gebieden waar het Palestijnse leger de macht had autonoom bestuur toegekend, met de PLO als legitieme regering. Tijdens een vergadering van de Verenigde Naties trad Arafat op als vertegenwoordiger van de Palestijnen. Hij was de eerste leider die in een zaal van de Verenigde Naties een (leeg) pistoolholster bij zich droeg. ‘Vandaag ben ik gekomen met een olijftak en het pistool van een vrijheidsstrijder. Laat de olijftak niet uit mijn handen vallen’, sprak hij. Deze speech wekte veel internationale sympathie voor de Palestijnse zaak.
De conflicten met Israël hielden echter niet op en van tijd tot tijd woedde er weer een bloedige strijd. Vanwege het ondertekenen van de Oslo Akkoorden (1993) ontving Arafat een jaar later de Nobelprijs voor de Vrede. Hier kwam veel kritiek op, vanwege het terroristische verleden van Arafat. Met de Oslo Akkoorden kregen de Palestijnen volledig zelfbestuur over stukken van de westelijke Jordaanoever en de Gaza strook. Een erkenning als officiële staat kwam er echter niet.
Als gevolg van de Oslo Akkoorden werd de Palestijns-Nationale Autoriteit (PNA) opgericht. De PNA trad op als regering voor het Palestijnse gebied en hield in 1996 presidentiële verkiezingen. Arafat werd met een meerderheid van 88% van de stemmen verkozen tot president op 20 januari. Op 11 november 2004 overleed Arafat.