De 'Held van Waterloo'? - De Prins van Oranje tijdens de veldtocht van 1815
Tweehonderd jaar geleden, op 18 juni 1815, vond bij Waterloo een van de beroemdste veldslagen uit de geschiedenis plaats. Ook Nederland had een aandeel in deze strijd: Prins Willem, de zoon van Willem I, vocht als onderbevelhebber van de Brits-Nederlands-Duitse strijdmacht mee tegen Napoleon. Zijn bijdrage is vaak als heldhaftig omschreven, en een moedig militair was hij zeker. Maar was hij ook een competent legeraanvoerder?
Door: Jos Gabriëls
Het nieuws dat er in november 1813 een Oranje-omwenteling in Nederland had plaatsgevonden en dat zijn vader hier de soevereiniteit had aanvaard, ontving de 21-jarige prins Willem met gemengde gevoelens. Hij wist niet beter of de Nederlanders waren Fransgezind en hadden zijn familie, inclusief hemzelf als peuter, in 1795 in ballingschap gedreven. Zijn jeugd had zich zodoende afgespeeld in het buitenland: eerst kortstondig in Engeland en daarna in Berlijn. Hoewel een Nederlandse prins, lagen zijn hart en naar hij veronderstelde ook zijn toekomst in Pruisen of Groot-Brittannië. In ieder geval was het land waar hij eind december 1813 voet aan wal zette hem vreemd; de taal beheerste hij nauwelijks.
Van 1805 tot 1809 had Willem een opleiding gevolgd aan de militaire academie in Berlijn, waarbij Jean Victor de Constant Rebecque, een negentien jaar oudere Zwitserse beroepsofficier, als gouverneur n mentor toezicht op hem hield. Na het eindexamen zond zijn vader hem naar Engeland met een duidelijk dynastiek doel voor ogen. Hij streefde ernaar de banden met de Britse koninklijke familie aan te halen en zijn oudste zoon in beeld te brengen als huwelijkskandidaat voor prinses Charlotte, de dochter van de Prins-Regent (de latere George IV).
Met de grootst mogelijke tegenzin gaf Willem gehoor aan de wens van zijn vader. Twee jaar lang studeerde hij aan de universiteit van Oxford. De Constant was ook hier zijn gouverneur. Toen zijn vader vervolgens bepaalde dat hij militaire ervaring moest opdoen door in Britse dienst mee te vechten tegen Napoleons troepen op het Iberisch Schiereiland, voelde de Prins daar opnieuw weinig voor. Niettemin vertrok Willem in juni 1811 – voorzien van een hoge Britse officiersrang – samen met zijn mentor naar Portugal. Hier werd hij als adjudant toegevoegd aan de staf van opperbevelhebber Arthur Wellesley, de latere hertog van Wellington.
In de twee jaren die volgden, was Willem aanwezig bij diens grote overwinningen op de Fransen bij Ciudad Rodrigo, Badajoz, Salamanca en Vittoria. Onder zijn medeofficieren op het hoofdkwartier was ‘Slender Billy’, zoals zij hem noemden, erg populair. Ook Wellington mocht hem graag, en hij toonde zich tevreden over hem. De opperbevelhebber prees publiekelijk de moed van zijn adjudant: ‘Zijn gedrag op het slagveld mag aanspraak maken op mijn hoogste lof en respect’. Maar hij zag tegelijk diens beperkingen: ‘De Prins is een dappere jonge man, maar daarmee is ook alles gezegd’, liet hij in besloten kring weten.
Wat had Wellington nog meer te melden over de Prins? En: was Willem écht de 'held van Waterloo'? Lees het hele artikel in het nieuwste nummer van Geschiedenis Magazine, nu in de winkel en kiosk bij u in de buurt!
Abonnee worden? Profiteer van een van deze aanbiedingen:
1 jaar voor slechts € 37,50 én cadeaus t.w.v. € 75,-
1 jaar voor slechts € 37,50 én 2 documentaires van Terry Jones én een entreebewijs voor het Archeon
<h2>Afbeelding</h2>
<span class="mw-mmv-title">Prins Willem in de slag bij Quatre-Bras door <a href="https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Willem_Pieneman">Jan Willem Pieneman</a>, 1817</span>