De Vrede van Rijswijk herinnerd: van voetnoot naar hoofdstuk

Met het idee in mijn achterhoofd dat hier ruim driehonderd jaar geleden de grote leiders van Europa bij elkaar kwamen, betrad ik het Rijswijkse Bos. Ik herkende de lange rechte weg van de gravures die ik had bestudeerd voor mijn onderzoek. Omringd door een indrukwekkende zee van bomen zag ik in de verte het monument staan dat ik daar verwachtte.

door Jaap Boerema

De langwerpige naald was vanaf het begin van de weg te zien en het werd mij meteen duidelijk dat er goed was nagedacht over de manier waarop het bouwwerk betreden moest worden. Aan de vier zijden van de obelisk zag ik de wapens van de landen die de vrede op 20 september 1697 getekend hadden. Wat ik toen nog niet wist, is dat deze plek meer geschiedenis kent dan ik had kunnen denken. De obelisk is namelijk opgebouwd uit brokstukken van het Huis ter Nieuwburg, het koninklijk paleis waar de Vrede van Rijswijk is getekend.

Zoals de Naald van Rijswijk is opgebouwd uit verschillende lagen, zo is ook de geschiedenis rond de zogeheten herinneringscultuur van de Vrede van Rijswijk door de tijd heen opgebouwd. Met herinneringscultuur wordt de al dan niet bewuste doorwerking van het verleden bedoeld door zowel fysieke alsook immateriële herinneringen. De Naald van Rijswijk is een goed voorbeeld van zo’n fysieke herinnering die – in dit geval – deel uitmaakt van de herinneringscultuur rond de Vrede van Rijswijk.

De Naald van Rijswijk is een zogeheten lieu de mémoire. De term lieux de mémoire, ‘plaatsen van herinnering’ of ‘plaatsen van het geheugen’, gaf de Franse historicus Pierre Nora aan het einde van de jaren tachtig van de vorige eeuw aan symbolische objecten die het geheugen van bijvoorbeeld een land weergeven. Hierbij kan gedacht worden aan monumenten, musea, vlaggen, maar ook aan herdenkingen en feestvieringen, met in het verlengde daarvan de publicaties daarover. Naast de obelisk in Rijswijk zijn er honderden andere bronnen bewaard gebleven die herinneren aan de in de Republiek gestichte vredes in de zeventiende en het begin van de achttiende eeuw. Van tapijten en penningen tot gedichten en liederen: vredes zijn altijd herinnerd. Echter, niet allemaal even intensief. Naast de fysieke plaatsen van herinnering is ook de ideologie achter de vrede in de herinnering gebruikt. Dit zogeheten ‘bewoonde geheugen’, zoals cultuurhistorica Aleida Assmann het omschrijft, verklaart waarom een bepaalde gebeurtenis op een specifiek moment of door bepaalde personen is herinnerd. Groepen of personen noemt zij in dat geval ‘dragers’ van de herinnering.

Maar wat herdenkt deze obelisk nu eigenlijk? Net zoals de naald zelf, kent ook de herinneringscultuur ervan een lange, gelaagde geschiedenis. De Naald van Rijswijk blijkt een plek die geschiedenis ademt.

De Vrede van Rijswijk

In de allereerste plaats herinnert de Naald van Rijswijk aan de Vrede van Rijswijk. De vredesverklaring die Rijswijk internationaal op de kaart zette, beëindigde de zogeheten Negenjarige Oorlog. Deze oorlog was in 1688 begonnen nadat keizer Leopold I van het Heilige Roomse Rijk had besloten te willen afrekenen met de ‘universele monarchie’ die Lodewijk XIV van Frankrijk in Europa dreigde te stichten. De keizer zag dat Frankrijk steeds meer invloed kreeg aan de westkant van zijn rijk en besloot daarop de katholieke krachten te verenigen. Daarbij kwam dat protestanten ook nog altijd woedend waren op de Zonnekoning vanwege het herroepen van het Edict van Nantes in 1685. Dit had ervoor gezorgd dat de hugenoten in Frankrijk hun geloof niet meer mochten uitoefenen.

Het resultaat was dat protestantse en katholieke machten in Europa samenkwamen in 1686 en de Liga van Augsburg vormden. Deze Liga bestond naast het Heilige Roomse Rijk uit Beieren, de Palts, de Republiek, Saksen, Spanje, Zweden, en drie jaar later ook Engeland. ‘De Grote Alliantie’, zoals de Liga na de toetreding van Engeland ook wel werd genoemd, was het Franse leger te machtig en op 20 september 1697 werd de Vrede van Rijswijk ondertekend. De Negenjarige Oorlog mag dan nu een voetnoot in de vaderlandse geschiedenis zijn, toch is deze oorlog van historisch belang geweest voor Nederland.

De Negenjarige Oorlog maakte deel uit van een reeks oorlogen die in de tweede helft van de Nederlandse Gouden Eeuw het aanzicht van West-Europa bepaalde. Terwijl Lodewijk XIV trachtte delen van zijn buurlanden voor zich te winnen, leek de Republiek het slachtoffer te worden van de strijd om de macht in West-Europa. De Devolutieoorlog (1667-1668) en de ‘Guerre de Hollande’ (Hollandse Oorlog, 1672-1678) waren allebei gevoerd om de economische macht van de Republiek te verminderen. Stadhouder en Prins van Oranje Willem III wist vanaf 1672 door middel van allianties de Franse Zonnekoning tegen te houden.

In de nacht van 20 op 21 september 1697 werd de Vrede van Rijswijk door de afgevaardigden van de verschillende landen getekend in het Huis ter Nieuwburg. Achteraf weten wij dat de vrede niet van lange duur zou zijn. Nog geen vijf jaar na het sluiten van de Vrede van Rijswijk verklaarde de Republiek Frankrijk alweer de oorlog. In het manifest van 1702 wordt expliciet genoemd dat de Staten-Generaal niet hadden verwacht dat Frankrijk zich zou houden aan de in 1697 gesloten vredesonderhandelingen in Rijswijk.

Desondanks is de Vrede van Rijswijk door de inwoners van de Republiek op verschillende, feestelijke, manieren gevierd. Tientallen pamfletten en gedichten zijn verschenen vlak na het tekenen van een ‘door God gegeven vrede’ in september 1697. Door God gegeven, want in alle bronnen worden goddelijke metaforen gebruikt. Al deze lieux de mémoire vormen het begin van de herinneringscultuur rond de Vrede van Rijswijk. Voor de geallieerden betekende de vrede in 1697 een einde aan een oorlog die volgens de zeventiende-eeuwse dichter Hendrik Hasmoor bloedig moet zijn geweest: “’k Sag met armen, hoofd en voet, d’ Aard bezayd, besprengd met bloed.”[1] Reden genoeg dus voor de inwoners van de Republiek om deze vrede te vieren.

Huis ter Nieuwburg en Oranjepropaganda

Het oorspronkelijke Huis ter Nieuwburg werd in 1630 door stadhouder Frederik Hendrik, zoon van Willem van Oranje, opgekocht en afgebroken. Met als bijnaam ‘de paleizenbouwer’, had Frederik Hendrik al op verschillende plekken in de Republiek paleizen laten bouwen. Ook in Rijswijk maakte hij zijn bijnaam waar en liet hij op de plaats van het oorspronkelijke gebouw een nieuw vorstelijk paleis bouwen dat dezelfde naam kreeg – de plek waar dus in 1697 de Vrede van Rijswijk zou worden getekend. Bij de groots opgezette bouw van Huis ter Nieuwburg was echter ook sprake van propaganda door de familie Van Oranje. De Prins van Oranje liet Huis ter Nieuwburg zo bouwen, dat de centrale as precies richting de Nieuwe Kerk in Delft wees, de plek waar Willem van Oranje begraven lag (fig. 1). Door het vorstelijk paleis bewust te verbinden met zijn illustere voorvader, heeft Frederik Hendrik de bouw van Huis ter Nieuwburg gebruikt als propagerend middel ten gunste van de Oranjes. Wat Frederik Hendrik niet kon weten, is dat door gebeurtenissen later die eeuw deze plek nog eeuwenlang herinnerd zou worden. Het zou echter niet de laatste keer zijn dat de plaats waar het vorstelijk paleis in Rijswijk stond als propagandamiddel de herinneringscultuur in zou gaan.

De Naald van Rijswijk

Na het tekenen van de Vrede van Rijswijk in 1697 en daaruit voortvloeiende festiviteiten en pamfletten bleef het lang stil op Huis ter Nieuwburg. Uit een financieel rapport dat de Nassause Domeinraad had opgesteld in 1785, blijkt dat de onderhoudskosten van de stadhouderlijke paleizen te hoog waren opgelopen. De opbrengsten, in de vorm van de oogsten uit de tuinen en landerijen, brachten niet genoeg op en daarom gaf de Domeinraad het advies sommige paleizen, waaronder het Huis ter Nieuwburg, af te stoten. In 1788 kreeg de architect Filip Schonk van toenmalig stadhouder Willem V de opdracht het Huis ter Nieuwburg te onderwerpen aan een bouwkundig onderzoek. Schonk concludeerde dat een eventuele renovatie te veel kosten met zich mee zou brengen en stelde in plaats daarvan voor een gedenknaald op te richten ter ere van de Vrede van Rijswijk. En zo geschiedde, want Willem V gaf toestemming om de gedenknaald te laten zetten. De ‘obelisque’, zoals Schonk zijn creatie zelf omschreef, werd gebouwd uit het sloopmateriaal van het Huis ter Nieuwburg. De uiteindelijke naald, opgeleverd in 1794, werd meer dan twaalf meter hoog en op de vier zijden zouden de wapens van de tijdens de vredesonderhandelingen betrokken partijen worden aangebracht.

De Naald van Rijswijk is een goed voorbeeld van het hierboven genoemde ‘bewoonde geheugen’ van Assmann. Zoals gezegd is de gedenknaald gebouwd in opdracht van stadhouder Willem V, maar niet zozeer omdat hij de Vrede van Rijswijk per se wilde herinneren. Bij het 250-jarig bestaan van de Vrede van Rijswijk in 1947 verscheen een boek, waarin de geschiedenis van de Vrede van Rijswijk en de naald behandeld worden. Er wordt gesteld dat de bouw van het monument voor stadhouder Willem V eigenlijk wel goed van pas kwam: “De prins, wiens aanzien door halfslachtig optreden tegen de patriotten danig was geschonden, kon enig eerherstel wel gebruiken.”[2] De obelisk is dus geplaatst om zijn falende beleid als stadhouder te maskeren en daarmee zijn identiteit te veranderen, hetgeen de kern raakt van Assmanns theorie.

Willem V heeft met de gedenknaald geprobeerd oudere herinneringen aan hem te doen vergeten door zichzelf te verbinden met de Vrede van Rijswijk. Waar Huis ter Nieuwburg door Frederik Hendrik met een achterliggende, op de Oranje familie propagerende betekenis werd gebouwd, zo heeft ook Willem V de Naald van Rijswijk op dezelfde plaats met propaganda voor eerherstel voor zijn beleid laten bouwen. Willem V heeft echter niet lang kunnen genieten van de gedenknaald; in 1795 moest de stadhouder naar Engeland vluchten.

De wijze waarop Willem V de Vrede van Rijswijk en daarmee een deel van de geschiedenis van de Republiek aan zich verbonden heeft, is ook terug te zien in de afbeeldingen en teksten die hij op de zijkanten van de naald heeft laten plaatsen. Vanwege de heersende onrust in Europa en de Franse revolutionaire oorlogen, waarbij Frankrijk wederom de tegenstander was, zouden de wapens van de betrokken partijen bij de Vrede van Rijswijk niet meer in de tijdsgeest passen. Willem V heeft aan de voorzijde zijn wapen laten plaatsen met de spreuk ‘Honi soit qui mal y pense’, wat ‘schande aan hem, die er kwaad van denkt’ betekent. Dit zou kunnen slaan op de gesloten Vrede van Rijswijk, waar het monument aan herinnert. Het zou ook – aangezien het in het wapen van Willem V staat geschreven – kunnen gaan over Willem V zelf, die hier zijn genoemde eerherstel mee bedoelde.

 

Eind twintigste eeuw: een nieuwe manier van herinneren

Het jaar 1997 stond wat betreft de Vrede van Rijswijk in het teken van het driehonderdjarig bestaan. Dit was de eerste keer dat men op wetenschappelijk gebied stilstond bij de vredesonderhandelingen in 1697. Zowel in Mainz als in Rijswijk is er een symposium gehouden waar uiteindelijk wetenschappelijke publicaties uit zijn voortgekomen. In de bundel die gepubliceerd is naar aanleiding van het symposium in Mainz, wordt de Vrede van Rijswijk vanuit verschillende niveaus behandeld. Historici hebben vanuit verschillende perspectieven de getekende vrede benaderd en dit heeft ervoor gezorgd dat de wetenschappelijke herdenking aan de Vrede van Rijswijk nieuwe inzichten met zich heeft meegebracht. De Vrede van Rijswijk is door het symposium in Rijswijk in 1997 vanuit een ander perspectief belicht dan het gehouden symposium in Mainz. Anders dan in Mainz, waar men zich richtte op de veranderende positie van de politieke actoren in Europa, heeft men in Rijswijk de diplomatieke betekenis van de Vrede van Rijswijk onder de loep genomen door te kijken naar het proces van onderhandelen.

Conclusie

Het is een maand na mijn onderzoek dat ik nog één keer terugkeer naar het Rijswijkse Bos, om de Naald van Rijswijk te aanschouwen. Met alle herinneringsmomenten aan de Vrede van Rijswijk in het achterhoofd weet ik dat er veel meer achter zit dan alleen deze naald. De vrede lijkt te zijn verdwenen in een voetnoot, maar niets is minder waar.

De Naald van Rijswijk is de belangrijkste nog te aanschouwen lieu de mémoire met betrekking tot de Vrede van Rijswijk. Zoals de obelisk in lagen is opgebouwd uit de brokstukken van Huis ter Nieuwburg, zo kent ook de herinneringscultuur een bepaalde gelaagdheid. Van zeventiende-eeuwse pamfletten tot de wetenschappelijke herinneringen aan de Vrede van Rijswijk in 1997; ze laten ons allemaal, en op verschillende manieren, de vrede herinneren die een einde maakte aan de bloedige Negenjarige Oorlog.

Met dit onderzoek heb ik de Vrede van Rijswijk een plekje gegeven in de Nederlandse herinneringscultuur. De manier waarop de Vrede van Rijswijk door de tijd heen is herdacht, is veranderd. Het is lastig de periode waarin de gedenknaald werd gebouwd te vergelijken met bijvoorbeeld het jaar 1997. Men leefde in een andere periode, waarin Nederland ook een andere positie in de Europese politiek innam. Toch is te zien dat de herinneringscultuur rondom de Vrede van Rijswijk levend is gehouden en dat de vredesonderhandelingen in 1697 geen voetnoot, maar een belangrijk hoofdstuk in de Nederlandse geschiedenis horen te zijn.

Jaap Boerema heeft een bachelor- en masteropleiding Geschiedenis gevolgd aan de Rijksuniversiteit Groningen. Begin dit jaar rondde hij de master Geschiedenis Vandaag af. Zijn masterscriptie beschrijft de herinneringscultuur rondom de Vrede van Nijmegen (1678), Rijswijk (1697) en Utrecht (1713). Tijdens zijn studie liep Jaap stage bij de VVD-Statenfractie in Groningen. Ook na zijn studie heeft hij hier nog driekwart jaar gewerkt, alvorens hij werd aangenomen als trainee-projectleider bij de provincie Fryslân.

Dit stuk verscheen eerder op de website van Jonge Historici. Op de hoogte blijven van onze publicaties en activiteiten? Kijk dan hier:

www.jongehistorici.nl
Facebook.com/jongehistorici

https://issuu.com/jongehistorici

Twitter: @JongeHistorici

Partners: 

Piet Hein

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

cover GM3

Het extra dikke nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 18 april. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement om dit nummer zonder verzendkosten te ontvangen. 

Lees het eerste jaar Geschiedenis Magazine extra voordelig én kies een welkomstcadeau!

GM 2 cover - nu in de winkel

Het tweede nummer van 2024 is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.