Dictatuur in Oezbekistan
Islam Karimov is al sinds de onafhankelijkheid van Oezbekistan in 1989 aan de macht en treed sinds die tijd met harde hand op tegen de pers, oppositie en moslims.
Oezbekistan werd voor de Russische verovering van het land in de 19e eeuw geregeerd door de islamitische Oezbeken, een stam uit Centraal-Azië. Deze nomaden vestigden zich in de 15e eeuw in het gebied, waarna hun aantallen snel groeiden. Na de Russische verovering nam de invloed uit Rusland in Oezbekistan snel toe. Honderdduizenden Russen vestigden zich in het gebied, het bestuur kwam in handen van Russische ambtenaren en het Russisch werd de officiële voertaal.
Opkomst van Karimov
In de tijd van de Sovjet-Unie nam het verzet tegen de Russische overheersing toe en groeide het Oezbeekse nationalisme. Dit nationalisme werd door Stalin tijdens de Grote Zuiveringen in de jaren ’30 hard de kop in gedrukt, waarbij honderden Oezbeken werden geëxecuteerd. Na de dood van Stalin in 1953 nam deze onderdrukking af en kregen de Oezbeken meer vrijheid.
In de jaren ’80 ontstond er echter een conflict tussen het Oezbeekse bestuur en het centrale gezag in Moskou. Een groot aantal Oezbeekse regeringsleden werden veroordeeld voor corruptie en gevangengezet. Islam Karimov, in die tijd een relatief lage partijfunctionaris, werd in 1989 door de Russen naar voren geschoven als Eerste Partijsecretaris, omdat hij een buitenstaander was en geen banden had met de veroordeelde bestuurders.
Onafhankelijkheid
Na de val van de Sovjet-Unie verklaarde Karimov Oezbekistan op 31 augustus 1991 onafhankelijk. Hij won de eerste presidentsverkiezingen met 86 procent van de stemmen, waarna hij de eerste president van het land werd. Deze verkiezingen verliepen echter oneerlijk en Karimov zette een groot deel van het staatsapparaat in om propaganda te voeren en de kiezers te controleren. Als president trad hij hard op tegen oppositiepartijen, journalisten en moslims. Hij stimuleerde ook anti-Russische sentimenten, waarna meer dan twee miljoen etnische Russen het land ontvluchtten.
Herverkiezing
Karimov werd in 1995 voor een tweede keer tot president verkozen met 91.9procent van de stemmen. Deze verkiezingen werden wederom sterk gecontroleerd door de staat en Karimovs enige tegenstander, Abdulhafiz Jalalov, gaf later toe dat zelfs hij ook op Karimov gestemd had. In de late jaren ’90 trad Karimov hard op tegen islamitische oppositieorganisaties als de Islamitische Beweging van Oezbekistan en Hizb ut-Tahrir. Verschillende leden van deze groepen werden gemarteld en geëxecuteerd en velen verdwenen de gevangenis in.
Bloedbad in Andijan
Oezbekistan werd na de aanslagen op het World Trade Center een belangrijke bondgenoot van Amerika in de War on Terror. De Amerikanen spraken zich daarna niet openlijk uit tegen de mensenrechtenschendingen onder Karimovs bewind. Jamshid Karimov, een journalist en neef van de president, werd in het eerste decennium van de 21e eeuw verschillende keren opgepakt en in elkaar geslagen wegens kritiek op Karimov. Op 13 mei 2005 vielen er honderden doden bij een protest in Andijan in het oosten van Oezbekistan. Politieagenten en het leger openden bij dit bloedbad het vuur op een menigte ongewapende burgers die protesteerden tegen het bewind van Karimov. Volgens ooggetuigenverslagen en Westerse hulporganisaties liep het dodenaantal zelfs op tot 1.500.
Opvolger
Karimov werd in 2007 voor de derde keer herkozen, ondanks dat dit officieel niet is toegestaan volgens de Oezbeekse grondwet. De laatste tijd doen geruchten de ronde dat de inmiddels 74-jarige Karimov zijn dochter Gulnara aan het klaarstomen is als zijn opvolger. Volgens enkele Oezbeekse bloggers plaatste zij de foto’s op internet om haar publieke imago wat minder streng te doen lijken als zij straks de nieuwe presidente van Oezbekistan wordt.