Fout weghalen was fout
Albert Einstein is zonder twijfel een van de grootste geesten uit de geschiedenis, wat niet betekent dat hij geen fouten kon maken. Zijn vergelijkingen in zijn algemene relativiteitstheorie uit 1916 die beschrijven hoe zwaartekracht werkt, zijn een geniale krachttoer, hoewel hij een ernstige fout heeft gemaakt.
Kosmologische constante
Een van de termen die hij in zijn vergelijkingen gebruikt, noemt hij de kosmologische constante. Hij voert die in omdat hij van mening is dat het heelal statisch is. De kosmologische constante zorgt voor een statisch heelal door de binnentrekkende kracht van de zwaartekracht tegen te gaan. Wanneer astronomen ontdekken dat het heelal uitzet, betreurt Einstein dat hij de constante heeft ingevoerd en haalt die uit zijn vergelijkingen.
Grootste blunder?
Einstein noemt dit naar verluidt zijn grootste blunder, maar later blijkt dat het weghalen van de constante de échte blunder is. In 1998 wordt ontdekt dat het heelal weliswaar uitzet, maar dat dit steeds sneller gaat. Om dit te kunnen verklaren moeten wetenschappers opnieuw de constante in de zwaartekrachtvergelijkingen invoeren. En zo krijgt Einstein uiteindelijk toch gelijk.
Over het boek
Bovenstaande blunder is afkomstig uit het boek ‘444 blunders die de geschiedenis (bijna) hebben veranderd‘ van Herman Boel bij Uitgeverij Lannoo. Wil je dit boek bestellen? Klik dan hier.