Lockheed bekend
HISTORISCHE SCHANDALEN - In 1976 luidde het oordeel van de commissie Bonner: 'dat Zijne Koninklijke Hoogheid zich aanvankelijk veel te lichtvaardig (had) begeven in transacties, die de indruk moesten wekken dat hij gevoelig was voor gunsten en dat hij zich toegankelijk had getoond voor onoorbare aanbiedingen (...) en niet alleen bij Lockheed, in een bedenkelijk daglicht moesten stellen.'
1,1 miljoen dollar aan steekpenningen
De jaren zeventig waren een tijd van scherpe politieke tegenstellingen, anti-oorlogsdemonstraties, politiek activisme, kraakbeweging, abortusdemonstraties, legalisatie van softdrugs, maar ook van gijzelingsdrama’s en een aantal politieke affaires, zoals de Lockheed Affaire waar Prins Bernhard bij betrokken bleek. Prins Bernhard zou in voorgaande jaren 1,1 miljoen dollar aan steekpenningen hebben ontvangen van de Amerikaanse vliegtuigbouwer Lockheed. Bernhard moest bij de Nederlandse regering het materiaal van Lockheed aanprijzen. In deze tijd was het kabinet-Den Uyl bezig met de vervanging van de Lockheed F-104 Starfighters. Deze steekpenningen kwamen aan het licht doordat de Amerikaanse Senaat onderzoek deed naar de smeergeldaffaire bij de Amerikaanse vliegtuigbouwer. Toen uitkwam dat de “very high Dutch Official” Prins Bernhard was, stond de regering voor een moeilijke keuze.
Titel: | Bondgenootschap onder spanning - Nederlands-Amerikaanse betrekkingen, 1969-1976 |
Auteur: | Kim van der Wijngaart |
ISBN: | 9789087042431 |
Uitgever: | Verloren |
Prijs: | €29,- |
Commissie-Donner
Het kabinet Den-Uyl besloot een commissie in het leven te roepen: de commissie-Donner. Zij stelden vast dat binnen de top van Lockheed rondom 1959 het idee was ontstaan de prins een JetStart vliegtuig aan te bieden. Ze wilden daarmee een wit voetje halen in Nederland en ze hoopten dat het gunstig zou uitpakken voor de verkoop. Het eerste idee vond geen doorgang en uiteindelijk werd aan Bernhard een som van 1 miljoen dollar aangeboden. Iets minder dan tien jaar later, in 1968, ontving de prins opnieuw een bedrag van 100.000 dollar. In 1974 werden er bovendien brieven gevonden waarin hij erop aandrong dat het bedrag op zijn rekening zou worden overgemaakt.
Harde aanpak
Het oordeel van de commissie was niet mis en de prins werd hard aangepakt. Het dreigde te leiden tot een constitutionele crisis. Er wordt dan ook sterk aangenomen dat koningin Juliana dreigde met aftreden als de prins strafrechtelijk vervolgd werd.Bernhard moest vervolgens erkennen fouten gemaakt te hebben en moest zijn functies in het bedrijfsleven en als inspecteur-generaal der Krijgsmachten neerleggen. Hij mocht nooit meer openbaar in uniform verschijnen. Die laatste eis verviel in 1990.