Mensenrechtenorganisatie Amnesty International

De mensenrechtenorganisatie Amnesty International laat op 13 mei 2014 in een rapport weten dat martelingen in vele landen van de wereld nog steeds voorkomen. Dertig jaar geleden namen de Verenigde Naties een Conventie tegen Marteling aan, maar volgens Amnesty International doen overheden te weinig om dergelijke praktijken tegen te gaan. De organisatie zet zich al meer dan vijftig jaar in voor mensenrechten.

Oprichting Amnesty International

Op 28 mei 1961 werd de internationale non-gouvernementele organisatie Amnesty International in Londen opgericht. De initiator van het project was de Britse advocaat Peter Benenson, die in eerste instantie voornamelijk voor de rechten van gewetensgevangenen wilde pleiten. Onder gewetensgevangenen worden gevangenen verstaan die opgesloten zitten vanwege het uiten van hun mening over bijvoorbeeld religie, geaardheid en politieke voorkeur. Al snel kwam de organisatie erachter dat het aantal gewetensgevangenen ter wereld enorm was en dat het probleem niet opgelost werd met een eenmalige aanklacht. Ze besloten een blijvende organisatie te worden.

Takenpakket Amnesty International

Sinds haar oprichting heeft Amnesty International haar takenpakket verder uitgebreid. Ze vragen aandacht voor schendingen van de mensenrechten door overheden en andere groeperingen. De nadruk bij deze projecten ligt vooral op het beschermen van de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van geweten en het strijden tegen martelpraktijken. Bovendien zetten ze zich in voor de vrijlating van politieke gevangenen. In 1977 ontving de mensenrechtenorganisatie de Nobelprijs voor de Vrede voor hun campagne tegen het martelen van gevangenen. 

Wereldkampioenschap Argentinië

Eén van de belangrijke acties van Amnesty International was tijdens het omstreden wereldkampioenschap voetbal in Argentinië in 1978. In de periode die vooraf ging aan het wereldkampioenschap en nog enige jaren daarna verdwenen meer dan 10.000 Argentijnen omdat zij het niet eens waren met het toenmalige regime. Amnesty schonk aandacht aan deze verdwijningen en voerde acties om de ‘Dwaze Moeders’ te steunen om zo internationale belangstelling voor de kwestie te bewerkstelligen.

Opstand Plein van de Hemelse Vrede

Toen in 1989 duizenden demonstranten stierven bij de opstand op het Chinese Plein van de Hemelse Vrede heeft Amnesty International zich ingezet voor de vrijlating van de gevangenen. Tot op de dag van vandaag zitten demonstranten uit 1989 vast vanwege het uiten van hun mening. Amnesty International probeert deze misstanden onder de internationale aandacht te brengen en druk uit te oefenen op de Chinese regering om hen vrij te laten.

Omvang Amnesty International

De twee eerder genoemde voorbeelden zijn slechts een fractie van de acties die Amnesty International in de afgelopen decennia heeft gevoerd. Ook na de genocide in Rwanda, de volkerenmoord in Srebrenica en de oorlog in Liberia probeerde Amnesty International de mensenrechten te verdedigen. Twee jaar na de oprichting van Amnesty International in Londen werden nevenvestigingen opgezet in meerdere landen. In de jaren ’70 kende de organisaties meer dan 1000 vrijwilligersorganisaties in 28 verschillende landen. Inmiddels is Amnesty International uitgegroeid tot de grootste mensenrechtenorganisatie ter wereld met drie miljoen leden in meer dan 150 landen.