Onafhankelijkheidsdag Colombia
In 1819 riep Bolívar de Republiek van Groot-Colombia uit: een federatie die grote delen van het huidige Venezuela, Colombia, Panama en Ecuador omvatte. Bolívar zelf werd president. Colombia was tot aan het begin van de negentiende eeuw een Spaanse kolonie geweest. Vandaag vieren de Colombianen hun onafhankelijkheidsdag.
Spaanse verovering van Colombia
Rodrigo de Bastida landde in 1500 als eerste Europeaan op de Colombiaanse kust. Een kwart eeuw later kreeg men de kust in handen. Vanuit het kustgebied begon de koloniale overheersing van het binnenland en de zoektocht naar het goud, Eldorado. De verovering van Colombia ging gepaard met plunderingen, kerstening en slavernij. Het harde Spaanse regime en de besmettelijke ziektes die de Spanjaarden onbewust hadden geïntroduceerd leidden tot een sterke daling van de Indiaanse bevolking. Om de bevolking aan te vullen haalden de Spanjaarden Afrikaanse slaven naar Colombia om het werk in de mijnen en de plantages uit te voeren. Tot 1810 viel Colombia onder Spaans gezag en werd het land gezien als een bron van goud.
Onafhankelijkheidsoorlog Bolívar
In 1810 wisten de Colombianen korte tijd onder het juk van de Spaanse overheerser vandaan te komen. De Spaanse troepen veroverde het land echter na de napoleontische oorlogen weer terug. Pas in 1819 werd het land echt onafhankelijk onder leiding van Simon Bolívar, die de eerste president van Groot-Colombia werd. Het land bestond uit Colombia, Ecuador, Venezuela en Panama. In 1830 werd Bolivar afgezet. De republiek viel uiteen en Ecuador en Venezuela werden onafhankelijke staten. Panama werd pas in 1903 onafhankelijk.
Leestip:
Groot-Nederland & Groot-Colombia 1815-1830. De droom van Willem I
Auteur: Sytze van der Veen
ISBN: 9789087045456
Uitgever: Verloren
Winkelprijs: €25,–
