Ontstaan van de gekke koeienziekte
In de Verenigde Staten is voor het eerst in 6 jaar een koe ontdekt die lijdt aan Boviene Spongiforme Encefalopathie, beter bekend als BSE of de gekke koeienziekte. Deze ziekte trof in de jaren ’80 vooral Groot-Brittannië en zorgde er voor dat 4,4 miljoen dieren geruimd moesten worden.
Voor het voeren van koeien wordt tegenwoordig vaak een mengsel gebruikt dat van sojabonen wordt gemaakt. In Groot-Brittannië groeit de sojaboon echter slecht, en in de jaren ‘80 gebruikten de Britten een mengsel van botten en vlees om de dieren te voeren. In die tijd dook de gekke koeienziekte op. Omdat er een grote hoeveelheid van besmet vlees gemaakt dierenvoer in omloop was, kreeg de ziekte kans om zich snel te verspreiden. Tegen de tijd dat de Britse overheid in 1988 het gebruik van voer bestaand uit botten en vlees verbood, waren er al 180.000 dieren besmet. Meer dan 4 miljoen koeien moesten preventief geruimd worden.
Maar voor veel mensen was het laat. Ondanks de overheidsmaatregelen was besmet vlees in de voedselvoorraden terecht gekomen. In 1996 werden de eerste gevallen bekend van de Variant Creutzfeldt-Jakobziekte (vCJD). Deze ziekte was een variant van de oorspronkelijke CJD, die ontdekt werd in de jaren ’20 door neurologen Hans Gerhard Creutzfeldt en Alfons Maria Jakob. vCJD zorgde net zoals BSE voor gaatjes in het hersenweefsel. Slachtoffers van de ziekte vertoonden hierop symptomen van dementie. Verder hadden vCJD patiënten evenwichtsproblemen en werden ze geplaagd door stuiptrekkingen. De ziekte onderscheidde zich van de oude variant doordat het veel sneller tot de dood leidde. Mensen stierven meestal een jaar nadat de eerste symptomen verschenen.
Zowel de menselijke variant als de koeienziekte zijn niet te wijten aan een virus of een bacteriële infectie. BSE is een mutatie van in het brein aanwezige eiwitten. Om nog steeds onduidelijke redenen worden normale eiwitten omgezet tot schadelijke eiwitten, waardoor er gaten in het brein ontstaan. Omdat deze schadelijke eiwitten extreme hitte en andere straling kunnen weerstaan, helpt het koken van besmet vlees niet. De kans op een epidemie zoals die in de jaren ’80 is tegenwoordig echter klein, vanwege de strenge controles op dierenvoer. De Europese Unie ziet er nauwlettend op toe dat BSE niet opnieuw de kans krijgt zich te verspreiden.