Oorsprong briefgeld
Vanaf 2016 gaat Groot-Brittannië plastic geld invoeren. De papieren biljetten van vijf en tien pond worden vervangen door een plastic variant die een langere levensduur heeft en bovendien moeilijk te vervalsen is.
Eerste briefgeld
Het eerste briefgeld werd gebruikt in China, in de zevende eeuw. Heel gek was dit niet, aangezien Chinezen de eersten waren die op grote schaal papier gebruikten.
In Europa werd briefgeld pas bijna een millennium later gedrukt, namelijk in 1661 in Zweden, door de Stockholm Banco. De Zweden drukte zoveel geld dat het nauwelijks nog waarde had. De bankdirecteur kreeg een gevangenisstraf opgelegd, en de Zweden bleven vasthouden aan hun muntgeld. In Engeland was de introductie van papiergeld succesvoller. Daar kreeg men van de goudsmid een ontvangstbewijs voor het inleveren van goud of zilver. Deze bewijzen werden een geldig betaalmiddel. In 1694 werd de Bank of England opgericht, die de ontvangstbewijzen bleef hanteren.
Leestips-Boeken
Titel: | Geld in Amsterdam - Wisselbank en wisselkoersen, 1650-1725 |
Auteur: | Pit Dehing |
ISBN: | 9789087043117 |
Uitgever: | Verloren |
Prijs: | € 45,- |
Briefgeld in Nederland
Rond 1640 bracht de Bank van Amsterdam soortgelijke certificaten op de markt om te handelen. Handelaren vonden muntgeld niet betrouwbaar genoeg: door alle buitenlandse handelaren in Amsterdam waren er te veel verschillende munten in omloop. Bovendien werden munten stiekem bijgevijld waardoor ze minder waard waren. Na de Franse Revolutie veroverden de Fransen Nederland, en zij introduceerden hun waardepapier. In 1814 werd in Nederland voor het eerst echt geld gedrukt. In dat jaar werd de Nederlandsche bank opgericht. Het geld voor die bank werd gedrukt door Johan van Enschedé uit Haarlem. Tot 2008 bleef dit bedrijf de 'huisdrukkerij' van de Nederlandsche Bank. Vanaf 2012 worden de Nederlandse euro's in Duitsland en Engeland gedrukt.
In Nederland is briefgeld korte tijd ongeldig verklaard. Tijdens de Tweede Wereldoorlog printten de Duitsers op grote schaal geld, waardoor er te veel geld in omloop was. De naoorlogse minister van Financiën, Pieter Lieftinck, besloot op 26 september 1945 al het briefgeld ongeldig te verklaren. Alleen muntgeld, wat niet bijgedrukt was, was nog een geldig betaalmiddel. Op 3 oktober werd langzaam nieuw briefgeld vrijgegeven, dat overigens in Londen werd gedrukt, aangezien in Nederland een papierschaarste was ontstaan tijdens de oorlog.
Nieuwe ontwikkelingen
Nadeel van papier is dat het te vervalsen is, daarom werd in de achttiende en negentiende eeuw aan het papiergeld watermerken en serienummers toegevoegd. Bovendien is een overstap gemaakt van papier naar katoenpapier, om slijtage van de biljetten tegen te gaan.
Groot-Brittannië is niet het eerste land dat gebruik gaat maken van plastic geld. In totaal zijn er nu twintig landen die de plastic variant hanteren, waaronder Australië en Canada.
Bronnen:
-financieel.infonu.nl, Geschiedenis van geld
-financieel.infonu.nl, Ontstaan briefgeld
-geschiedenis.nl, Tientje van Lieftinck
-historischnieuwsblad.nl, De Amsterdamse Wisselbank (1609-1820)
-volkskrant.nl, Joh. van Enschede drukt ons geld niet meer
Afbeelding:
-publicdomainpictures.net, Engels Geld