Troonsbestijging van Hendrik IV van Engeland
Vandaag is het precies 613 jaar geleden dat Hendrik IV de macht greep in Engeland. Na een korte opstand zette hij zijn neef koning Richard II af en besteeg hij op 30 september 1399 zelf de Engelse troon. Hendrik stichtte het koningshuis van Lancaster, dat ruim zeventig jaar aan de macht bleef.
Hendrik IV werd geboren op 3 april 1367 in kasteel Bolingbroke. Zijn vader Jan van Gent was de hertog van Lancaster en een zoon van koning Eduard III. Na de kroning van Richard II in 1377 werd Jan van Gent diens belangrijkste raadgever. Hendriks moeder Blanche van Lancaster was eveneens van adel.
Relatie met Richard II
Hendrik had een gecompliceerde relatie met zijn neef, koning Richard II. Hendrik was in eerste instantie één van de belangrijkste raadgevers van de koning en een belangrijke generaal. In 1386 sloot Hendrik zich echter aan bij enkele edelen, die de belangrijkste raadgevers en ambtenaren van Richard afzetten en de macht in Engeland overnamen. Nadat Richard de macht herwon strafte hij Hendrik echter niet. Hoewel Richard verschillende andere deelnemers aan het complot liet verbannen of executeren benoemde hij Hendrik zelfs tot Hertog van Hereford.
Opstand
Dat de relatie tussen Richard en Hendrik toch niet hersteld was bleek in 1398. Na een conflict tussen Hendrik en de Hertog van Norfolk zag Richard zijn kans schoon en verbande hij beide kemphanen. Na de dood van Hendriks vader Jan van Gent confisqueerde Richard alle bezittingen van de Lancasters, waardoor Hendrik niets van zijn erfenis overhield. Samen met zijn adviseur, Thomas Arundel, voormalig bisschop van Canterbury, viel Hendrik in 1399 Engeland binnen terwijl Richard op campagne was in Ierland. Hendrik verkreeg snel genoeg steun en macht om Richard af te zetten en riep zichzelf op 30 september 1399 uit tot koning.
Regeerperiode
Hendriks eerste probleem was wat hij met de gevangen genomen Richard moest doen. Richard stierf echter in januari 1400 onder verdachte omstandigheden, nadat een paar van zijn getrouwen in opstand waren gekomen tegen Hendrik. Hendriks regeerperiode werd gekenmerkt door verschillende opstanden tegen zijn gezag. Tussen 1400 en 1415 kreeg hij te maken met een hardnekkige opstand in Wales onder Owain Glyndŵr, die zichzelf had uitgeroepen tot Prins van Wales. Naast de opstand in Wales probeerde de machtige Percy-familie tussen 1402 en 1408 drie keer om Hendrik van de troon te stoten. Hendrik sloeg alle opstanden echter neer en bleef tot zijn dood koning van Engeland.
Laatste jaren
In zijn laatste jaren werd Hendrik IV geplaagd door een slechte gezondheid. Hij leed aan een huidziekte, waarschijnlijk lepra, en werd enkele keren ernstig ziek. Volgens enkele middeleeuwse schrijvers was Hendriks lepra een straf van God, omdat Hendrik Richard le Scrope, de aartsbisschop van York, had laten executeren. Hendrik IV stierf op 20 maart 1413 en werd opgevolgd door zijn zoon, Hendrik V. Zijn leven werd beschreven door William Shakespeare in de toneelstukken Henry IV, Part 1 en Henry IV, Part 2.