Woodstock trapt af
Bethel 1969 – “Freedom, freedom, freedom” zingt Richy Havens die het legendarische muziekfestival opent. De nog vrij onbekende Havens krijgt een staande ovatie. Freedom it is op Woodstock. Twee dagen lang gaat het voor de 400.000 bezoekers om ‘sex, drugs and rock ’n roll.’
Het concert werd op het terrein van een boer gehouden in de buurt van New York. Er was ongeveer plaats voor 150.000 mensen. De verkeerschaos die ontstond was ongekend en men moest de toegangsprijs van 18 dollar schrappen om de doorstroom te versnellen. Bezoekers haalden de hekken eigenhandig neer.
Niemand leek zich nog druk te maken om de Puriteinse waarden die de Amerikaanse samenleving tot dan toe zo hoog hield. Drie dagen peace, love and music. Grote artiesten zoals Jimi Hendrix, Santana, The Who en Joe Cocker traden op voor de hippies die bijna allemaal stoned, high en doorweekt waren. Gedurende de drie dagen regende het vrijwel aan een stuk door. Woodstock had ook een politieke lading: het gitaargehuil van Jimi Hendrix’ versie van het Amerikaanse volkslied was een directe aanklacht tegen de oorlog in Vietnam.