1797: Eerste referendum in Nederland
George Papandreou, de premier van Griekenland, krijgt steun van zijn voltallige ministerploeg voor zijn plan om een referendum te houden over het steunpakket waar de Europese regeringsleiders vorige week afspraken over maakten. Het eerste referendum in Nederland werd gehouden tijdens de Bataafse Republiek.
In de tweede helft van de achttiende eeuw leefde in brede kring de gedachte dat de eens zo machtige Republiek in verval was geraakt. Er was een toenemende mate van onvrede over de bestaande politieke- en maatschappelijke orde. Volgens een grote groep mensen waren op economisch, sociaal en politiek vlak veranderingen nodig om het tij te doen keren.
Patriotten
Toen in 1780 de Vierde Engelse Oorlog (1780-1784) uitbrak tussen de Republiek en Engeland vormde dit het startschot voor een groep mannen om een protestbeweging op te richten. Zij noemden zich ‘de patriotten’. Zij keerden zich tegen het gehele politieke bestel van de republiek en met name tegen de positie die stadhouder Willem V van Oranje (1748-1806) innam in het landsbestuur. Hij bezat in de ogen van de patriotten namelijk teveel macht en ze pleitten dan ook voor een meer democratisch bestuur. De patriotten hadden zich laten inspireren door de ideeën van de Verlichting (1650-1789) en de Amerikaanse Revolutie (1775-1983).
Franse Revolutie
Het gevolg was een strijd tussen de aanhangers van de stadhouder en de patriotten. Tussen 1783 en 1787 bewapenden de patriotten zich en probeerden ze de macht over te nemen. Zij probeerden op die manier de macht in een aantal steden en gewesten over te nemen. De strijd liep hoog op en in 1785 week stadhouder Willem V uit naar Nijmegen. Twee jaar later, in 1787, schoot de koning van Pruisen, de broer van de vrouw van Willem V, hem te hulp en stuurde een leger naar de Republiek. De patriotten werden in korte tijd verslagen. Veel patriotten ontvluchtten daarop de Republiek naar onder andere Frankrijk.
Invasie van de Fransen
Toch betekende het niet het einde van de activiteiten van de revolutionairen, waarvan een deel zich had verenigd in geheime genootschappen en een ander deel bleef actief vanuit Frankrijk, waar in 1789 de Franse Revolutie uitbrak. Vier jaar na het uitbreken van de revolutie in Frankrijk, in 1793, besloten zij de Republiek binnen te vallen in een poging hun revolutie te delen met de rest van Europa. Maar deze invasie mislukte, waarop een jaar later een nieuwe poging werd ondernomen. Het Franse leger trok toen onder leiding van generaal Pichegru de bevroren Nederlandse rivieren over en wist in slechts een aantal weken het land te veroveren.
Bataafse Republiek
Na de inval volgde de Bataafse Revolutie. Deze werd geleid door de revolutionairen uit de geheime genootschappen die in Nederland waren gebleven na de inval van de koning van Pruisen, en de teruggekeerde patriotse bannelingen uit Frankrijk. Bestuurders in het hele land werden afgezet en vervangen door revolutionairen en stadhouder Willem V vluchtte naar Engeland. Op 19 januari 1795 werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden omgedoopt tot de Bataafse Republiek.
Nationale Vergadering
Om de nieuwe staatsvorm in goede banen te leiden, gingen de nieuwe leiders onmiddellijk aan de slag. In januari 1795 werd de verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger afgekondigd. Ook werd besloten om een grondwet te maken waarin de belangrijkste idealen van de Bataven werden opgenomen, zoals volkssoevereiniteit, hervorming van het staatsbestel en het onderwijssysteem en vrijheid van meningsuiting en van pers. Om dat tot stand te brengen moest een nationale parlement in het leven worden geroepen, dat de Nationale Vergadering zou gaan heten, die het bestuur van de Staten-Generaal overnam en als taak had een grondwet te ontwikkelen.
Referendum
Het ontwerp van de grondwet lag in 1797 op tafel en besloten werd het Bataafse volk inspraak te geven in de nieuwe regelgeving. Op 8 augustus 1797 werd het ontwerp van een grondwet per referendum voorgelegd aan het volk. De meeste Nederlanders konden zich niet vinden in de bepalingen van de grondwet en het ontwerp werd vrijwel meteen weggestemd. De belangrijkste twistpunten waren: of Nederland een eenheidsstaat moest worden wat voor die tijd nog niet het geval was door de verdeling in de verschillende provinciën, of er een scheiding tussen kerk en staat moest worden ingevoerd en hoeveel invloed de bevolking op de regering mocht hebben.
Tweede referendum
In september van hetzelfde jaar werd een tweede poging ondernomen om tot een grondwet te komen en werd een tweede Nationale Vergadering opgericht. Ook deze keer mocht het niet baten en op 22 januari 1798 werd er een staatsgreep gepleegd door radicale Bataven. Zij stonden onder leiding van Pieter Vreede en Wijbo Fijnje die probeerden om met hulp van Franse troepen de impasse in het politieke proces te doorbreken. Na een paar maanden werd een nieuwe poging gedaan om een nieuw grondwetsontwerp aan de bevolking voor te leggen. Deze keer werd het ontwerp wel aangenomen en was de eerste grondwet van Nederland een feit.