Offers gevonden in piramide in Teotihuacan

Archeologen hebben in de grootste piramide van Mexico, de Piramide van de Zon in de oude stad Teotihuacan, offers gevonden die werden gebracht voordat aan de bouw van het bouwwerk werd begonnen.

Teotihuacan heeft van ongeveer 150 voor Christus tot 700 na Christus bestaan en had op haar hoogtepunt zo'n 200.000 inwoners. Slechts de ruïnes van de stad zijn overgebleven. Wie over de stad heerste en waarom deze rond 750 na Christus was uitgestorven, is niet bekend. De naam komt van de latere Azteken en betekent 'de plek waar mensen goden worden'. De inwoners van Teotihuacan hebben voor zover bekend geen geschreven bronnen nagelaten, waardoor alle informatie die over de stad bekend is afkomstig is van archeologische vondsten en geschriften van de Maya.

Archeologen hebben recentelijk offers gevonden in de piramide. De bouw van de piramide begon zo rond het jaar 50 voor Christus. Ze vonden in de piramide onder meer een masker van groen gesteente. Het masker is zo gedetailleerd dat het een portret van een bestaand persoon kan zijn geweest. Daarnaast werden er offers van waarschijnlijk mensen gevonden in de piramide, die één van de grootste in de wereld is. Bovendien werden er elf ceremoniële kleien potten gevonden, die gewijd waren aan de god van de regen, die 1500 jaar later nog steeds aanbeden werd.

Archeologen vonden daarbij botten van een arend die konijnen moet hebben gegeten en van hond- en katachtige. “We weten dat ze daar zijn neergelegd als onderdeel van een inwijdingsceremonie voor de bouw van de Piramide van de Zon”, zei archeoloog Enrique Perez Cortes. Bij de vindplaats werden ook drie bouwsels gevonden die dateren van voor de bouw.