29 maart jarig: Lavrenty Beria
"Hij is onze Himmler”. Zo stelde Jozef Stalin zijn vertrouweling Lavrenty Beria voor aan de Amerikaanse president Roosevelt op de Jalta conferentie. Gedurende de Tweede Wereldoorlog was Beria verantwoordelijk voor de binnenlandse veiligheid in de Sovjet-Unie, een positie waar hij op een meedogenloze manier invulling aan gaf. Lavrenty Beria werd geboren op 29 maart 1899.
Lavrenti Pavlovitsj Beria werd geboren op 29 maart 1899 in het Georgische Mercheoelie. Op achttienjarige leeftijd werd hij lid van de lokale bolsjewistische arbeiderspartij, die al snel opging in de Russische Communistische Partij. In 1921 kreeg Beria een betrekking bij de Tsjeka, de geheime politie. Door zijn meedogenloze en efficiënte manier van werken kreeg werd hij al snel gepromoveerd tot voorzitter van de Tsjeka en was hij vanaf 1931 partijsecretaris van Georgië. Drie jaar later werd hij opgenomen in het Centraal Comité, het hoogste orgaan van de Communistische Partij.
Beria groeide al snel uit tot een vertrouweling van Stalin, die in hem een loyale bondgenoot zag. In 1938 kreeg Beria van Stalin de positie van hoofd van de binnenlandse veiligheidsdienst NKVD, onder andere belast met het opsporen en verhoren van tegenstanders van het regime. Met de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog kwam hier ook de bescherming van Sovjet-Unie tegen spionage bij. Zo gaf Beria opdracht ruim 22.000 Poolse officieren te executeren voor spionage, wat resulteerdein het bloedbad van Katyn. Geleidelijk aan groeide hij ook steeds meer uit tot de officieuze maarschalk van de Sovjet-Unie. Zo kreeg Beria de verantwoordelijkheid voor de wapenindustrie, gaf hij leiding aan aparte NKVD divisies, zette hij goelagkampen op, voerde hij zuiveringen door in het leger en stond hij aan het hoofd van het project om een atoombom voor de Sovjet-Unie te ontwikkelen.
Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog was Beria op het toppunt van zijn macht. Hij speelde onder andere een grote rol in de oprichting van communistische regimes in de Oostbloklanden, van wie hij de leiders meestal zelf koos. Na de dood van Stalin in 1953 ging zijn politieke positie echter hard achteruit. Veel van zijn medepolitici, die vaak nog familieleden in een NKVD gevangenis hadden zitten, keerden zich tegen hem. Na de staatsgreep van Kroesjtsjov in 1953 werd Beria uiteindelijk zelf opgepakt wegens verraad en in een kelder geëxecuteerd.