Koning Juan Carlos en prins Bernhard: de jacht als hobby
De Spaanse koning Juan Carlos is in opspraak geraakt toen bekend werd dat hij zijn heup heeft gebroken tijdens een olifantenjacht in Botswana. Het tripje zou zo’n 44.000 euro hebben gekost en dit viel niet in goede aarde bij de Spanjaarden, die momenteel worstelen met een zware economische crisis. Juan Carlos is zeker niet de enige royal die van jagen houdt. Ook prins Bernhard was een fervent jager.
Al in de jaren ’30 ging Bernhard jagen in Marokko. De prins joeg hier met een speer op wilde zwijnen. Later, in 1949, werd de prins beschermheer van de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (KNJV). In Nederland nam hij bovendien deel aan de drijfjacht in de bossen van de Koninklijke familie.
Ook na zijn aanstelling als president van het Wereld Natuur Fonds in 1961 bleef de prins jagen. De presidentiële functie moest hij in 1976 neerleggen vanwege de Lockheed affaire. Opvallend genoeg boekte hij hierna juist de meeste vooruitgang wat betreft dierenbescherming. Zo haalde hij premier Indira Ghandi (premier van 1966 tot 1984) van India over om de jacht op de Bengaalse tijger te verbieden. In 1989 wist hij de leiders van de meeste Afrikaanse landen er zelfs van te overtuigen de jacht op de olifant, zijn lievelingsdier, te stoppen. Hij speelde ook een grote rol bij het internationale verbod op de handel in ivoor. Bernhard bleef Afrika tot aan zijn dood regelmatig bezoeken. Om van de natuur te genieten én om te jagen. Zelf vond hij dat dit helemaal niet tegenstrijdig hoefde te zijn.
Van Juan Carlos was niet bekend dat hij regelmatig op jacht ging. De safari waarmee hij nu in opspraak is geraakt kwam pas aan het licht doordat hij door het breken van zijn heup opgenomen werd in het ziekenhuis. De Spaanse pers is vooralsnog vooral verbolgen over het feit dat de koning zoveel geld heeft uitgegeven, terwijl zijn minder bedeelde landgenoten met moeite het hoofd boven water houden. Juan Carlos probeert zijn imagoschade nu zoveel mogelijk te beperken. Hij gaat vrijdag met minister-president Mariano Ranoy bespreken wat er gedaan kan worden om de stroom kritiek te bedaren.
