Geschiedenis van de Bank of England
De Bank of England krijgt voor het eerst in haar ruim driehonderdjarig bestaan een niet-Brit als gouverneur. Mervyn King, de aftredende gouverneur van de Britse centrale bank, zal vervangen worden door de Canadees Mark Carney. De Bank of England is de op één na oudste centrale bank ter wereld en werd in 1694 opgericht onder het gezag van de Nederlandse stadhouder, en Engelse koning, Willem III.
Toen Willem III na de Glorieuze Revolutie in 1688 koning van Engeland werd, was de Engelse economie een puinhoop. De kroon had moeite om belastingen te heffen en er kwam weinig goud en zilver het land binnen. De Slag bij Beachy Head in 1690, waarbij de Engelse vloot werd verwoest door de Fransen, betekende dat Engeland haar vloot moest herbouwen en daarvoor een grote hoeveelheid geld nodig had. Willem kwam daarop snel tot de conclusie dat Engeland een centrale bank nodig had om de economie aan te sturen.
Oprichting van de Bank of England
Het herbouwen van deze vloot was een probleem. De schatkist was leeg en het krediet van de Engelse kroon was zo laag dat het onmogelijk was om de benodigde 1,2 miljoen pond te lenen bij de Londense banken. Willem liet daarom, naar Nederlands model en volgens een plan van bankier William Patterson, aandelen uitgeven aan investeerders om de 1,2 miljoen pond op te halen. Het benodigde geld was in 12 dagen binnen en op 27 juli 1694 werd het Royal Charter uitgegeven, waardoor de oprichting van de Bank of England een feit was. De Bank of England kreeg hierbij de taak om het binnengekomen geld te beheren en werd de tweede nationale centrale bank uit de geschiedenis, na de Zweedse Riksbank uit 1668.
Economische groei
De opbouw van de nieuwe Engelse vloot werkte als een katalysator voor de hele Engelse economie. Voor de bouw van schepen waren grote hoeveelheden hout en spijkers nodig, die allemaal werden geproduceerd op Engelse bodem. Door haar maritieme kracht groeide Engeland in de 18e uit tot een wereldmacht en de dominante mogendheid op zee. De Bank of England kreeg in deze periode steeds meer bevoegdheden. Zo ging de bank bankbiljetten uitgeven en redde het een aantal kleinere Engelse banken na de South Sea Bubble crash in de jaren ’20 van de 18e eeuw, één van de eerste bancaire crises uit de geschiedenis.
Staatsschuld
Aan het einde van de 18e eeuw raakte Engeland eerst verstrikt in de Amerikaanse Revolutie en daarna betrokken bij de Napoleontische Oorlogen. Omdat deze oorlogen veel geld kostten bleef de Bank of England geld bijlenen, wat leidde tot de eerste staatsschuld uit de geschiedenis. De bank bleef in de 19e eeuw echter de stabiele factor tijdens verschillende economische crises en ook in de Eerste Wereldoorlog hielp de Bank of England om de Engelse economie overeind te houden. Na de Tweede Wereldoorlog werd de bank genationaliseerd en bleef het een belangrijke adviseur van het ministerie van Economische Zaken en de schuldenbeheerder van de Engelse staat.
Mark Carney is nu tot ieders grote verbazing tot de eerste niet-Britse gouverneur van de Bank of England benoemd. Carney staat nu nog aan het hoofd van de Canadese centrale bank, maar zal in juni volgend jaar het gouverneurschap van de Britse bank op zich nemen.