Eenhoorns in de mythologie

Volgens het Korean Central News Agency (KCNA), het staatspersbureau van Noord-Korea, hebben archeologen in Pyongyang het nest van een eenhoorn ontdekt. Het dier zou bereden zijn door de legendarische Koreaanse koning Tongmyong, die rond 30 voor Christus de grondlegger was van een groot Koreaans koninkrijk. Eenhoorns komen niet alleen in de Koreaanse mythologie voor: in Europa wordt er al duizenden jaren over het bestaan van het dier gesproken.

Waar het idee van het bestaan van eenhoorns vandaan komt is niet helemaal duidelijk. Vroege beschrijvingen van eenhoorns lopen uiteen van dieren die lijken op herten of bokken, neushoorns of zelfs de narwal, een Arctische walvis met een hoorn.

Griekenland

Eenhoorns werden in het oude Griekenland niet geschaard onder de mythologische wezens. In plaats daarvan werden zij beschreven in boeken die gingen over biologie en natuurlijke historie, omdat de Grieken ervan overtuigd waren dat eenhoorns echt bestonden. De eerste beschrijving van eenhoorns komt van de arts en historicus Ctesias, die leefde in de 5e eeuw voor Christus. Hij beschreef het dier als een soort wilde ezel met een hoorn van ongeveer driekwart meter lang. Volgens de Grieken leefden eenhoorns in India, wat voor de Grieken een ver weg gelegen en mythisch gebied was waar allerlei magische dingen gebeurden.

Bijbel

De ideeën die men in de middeleeuwen over eenhoorns had waren duidelijk geïnspireerd door de oudheid en enkele passages uit de Bijbel, waar eenhoorns werden gebruikt als metafoor voor kracht. Volgens het boek Genesis leefden Adam en Eva samen met alle dieren, waaronder de eenhoorn. In de middeleeuwen kreeg het dier daardoor een rol in de christelijke leer en ging de eenhoorn symbool staan voor de Annunciatie, de aankondiging van de geboorte van Jezus aan Maria.

Marco Polo

Dat mensen in de middeleeuwen dachten dat eenhoorns daadwerkelijk bestonden blijkt uit een stuk tekst van Marco Polo, die verbaasd een beschrijving van een neushoorn gaf en tot de conclusie kwam dat eenhoorns er helemaal niet zo uit zien als men in Europa dacht: “Ze hebben de vacht van een buffel en de poten van een olifant. Ze hebben een lange zwarte hoorn in het midden van hun voorhoofd. Ze brengen het grootste deel van hun tijd door met het rollen door slijm en modder. Ze zien er uit als lelijke bruten en lijken helemaal niet op de beschrijvingen van edele dieren die zich laten vangen door maagden.”

Jacht op eenhoorns

Dat eenhoorns zich alleen maar lieten vangen door maagden was namelijk één van de meest hardnekkige mythes die leefde rond de dieren. Als een eenhoorn een maagd tegenkwam zou hij zijn natuurlijke schuwheid en wildheid namelijk laten varen en zijn hoofd in haar schoot neerleggen. Een jager kon het dier daarna vangen. De eenhoorn zou het echter ook doorhebben als een vrouw zich slechts voordeed als een maagd en haar daarna aan stukken rijten. Mensen waren er op uit om een eenhoorn te vangen omdat aan de hoorn van het dier magische krachten werden toegedicht. Zo zou het drinken uit de hoorn beschermen tegen vergif en werkte een fijngemalen hoorn als medicijn tegen ziektes als lepra.

Eenhoorns zijn verder vaak afgebeeld op wapenschilden van landen en gebieden. Daarnaast speelt het dier dus een belangrijke rol in de Noord-Koreaanse geschiedenis. Volgens het KCNA werd er in oude geschiedenisboeken al over het dier gesproken. Het opnieuw ontdekte hol van de eenhoorn zou zich tweehonderd meter van een tempel bevinden en gemarkeerd worden met een rots met de inscriptie ‘Eenhoornhol’. Deze inscriptie stamt waarschijnlijk uit de tijd van het Koryo koninkrijk, dat bestond tussen de 10e en 14e eeuw.

Rubrieken: 

Personen: 

Tijdperken: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief.