Eerste sprookje Andersen ontdekt
In het nationaal archief van Denemarken is een sprookje ontdekt dat geschreven is door Hans Christian Andersen (1805-1875). Vermoedelijk gaat het om het eerste sprookje dat hij ooit geschreven heeft, want het sprookje is veel ruwer geschreven dan zijn latere werk. Het sprookje heet De vetkaars. Andersen werd wereldberoemd met zijn sprookjes, waarvan Het meisje met de zwavelstokjes en De kleine zeemeermin de bekendste zijn.
Hans Christian Andersen werd geboren in Odense in Denemarken en groeide op als zoon van een schoenlapper. Zijn moeder was alcoholverslaafd en zijn vader overleed toen Andersen pas elf jaar oud was. Hierdoor had Andersen het niet breed en ging hij naar een school voor arme kinderen. Hij wilde acteur worden in het theater, maar dit liep op niets uit. Op 17-jarige leeftijd kreeg hij via vrienden een beurs voor een goede school in Kopenhagen. Later zei hij over deze periode dat het de ongelukkigste uit zijn leven was, omdat hij veel gepest werd.
Eerste bekendheid
In 1828 verwierf Andersen bekendheid door een kort verhaal te publiceren. Tevens schreef hij gedichten die goed ontvangen werden. In 1833 kreeg hij van de Deense koning een beurs om door Europa te reizen. Hij ging onder andere naar Rome. Hij schreef veel boeken over zijn reizen en ook deze werden populair. In 1835 publiceerde hij voor het eerst een bundel met sprookjes. Toch werden zijn andere teksten in die tijd beter ontvangen en verwierf hij door zijn publicaties internationale bekendheid.
Graag geziene gast
Andersen bleef de rest van zijn leven sprookjes schrijven, waarvan er veel wereldberoemd werden. Zijn teksten vielen vooral op doordat hij veel gebruik maakte van spreektaal, wat in de tijd dat Andersen leefde zeer ongebruikelijk was. Hij werd een graag geziene gast in veel gegoede kringen in Europa. Zo bezocht hij Charles Dickens (1812-1870) in Engeland en verbleef hij enige tijd aan het hof van koningin Victoria (1819-1901). Ook aan het Deense hof was hij geliefd.
Beroemde sprookjes
Het lelijke eendje (1837) was het eerste sprookje waarmee hij veel succes kreeg. Omdat het gaat over een lelijk eendje dat uitgroeit tot een mooie zwaan wordt aangenomen dat dit verhaal autobiografisch is. Andersen had immers een armoedige jeugd en groeide uit tot een internationale bekendheid die in de beste kringen verkeerde. Andere beroemde sprookjes die tot op de dag van vandaag over de hele wereld gelezen worden zijn De nieuwe kleren van de keizer(1835), Klaas Vaak (1841) en De prinses op de erwt (1835). De sprookjes hebben altijd een moraliserende boodschap, zodat veel ouders ze voorlazen aan hun jonge kinderen. Andersen overleed op 4 augustus 1875.
Sensationele vondst
De nieuwe vondst van het sprookje van Andersen wordt sensationeel genoemd, omdat het sterke vermoeden bestaat dat hij het schreef toen hij nog op school zat. Hieruit zou dan blijken dat Andersen al op zeer jonge leeftijd interesse had in het schrijven van sprookjes. De Vetkaars gaat over een kaars die het moeilijk vindt om zijn plek in de wereld te vinden, totdat de kaars wordt aangestoken en zijn schoonheid erkend wordt.