Leonardo da Vinci: Homo universalis
“Ik heb God en de mensheid beledigd, want mijn werk heeft nooit de kwaliteit gehaald die het had moeten bereiken.” Ondanks zijn zelfbenoemde falen creëerde Leonardo da Vinci de twee beroemdste schilderijen uit de geschiedenis: de Mona Lisa en het Laatste Avondmaal. Bovendien staat hij door zijn prestaties in de beeldhouwkunde, anatomie, schilderkunst, wetenschap en filosofie bekend als het schoolvoorbeeld van de ‘homo universalis’, de universele mens.
Leonardo di ser Piero da Vinci (Leonardo van de heer Piero uit Vinci) werd geboren op 15 april 1452 in de Toscaanse heuvelstad Vinci. Hij was de buitenechtelijke zoon van de rijke Florentijnse notaris Messer Piero Fruosino di Antonio da Vinci en een lokale boerendochter genaamd Catherina. De zorg voor Leonardo viel in eerste instantie in handen van zijn moeder, maar op zijn vijfde levensjaar werd de voogdij overgenomen door zijn vader Piero. Die zorgde er voor dat zijn zoon goed onderwijs kreeg en onder meer lessen volgde in Latijn, wiskunde en geometrie.
Verrocchio
Op veertienjarige leeftijd trad Leonardo in de leer bij Andrea del Verrocchio, op dat moment een van de grootste kunstenaren in Florence. De meester gaf de jonge Toscaan onder meer les in houtsnijden, metaalbewerking, beeldhouwen, tekenen en scheikunde. Verrocchio zou bovendien geprobeerd hebben Leonardo nog wat bij te brengen op het gebied van schilderkunst, maar volgens de biograaf Giorgio Vasari bleek deze onderneming nutteloos. Tijdens een aantal gezamenlijke schilderprojecten kwam de meester namelijk al snel tot de conclusie dat hij ruimschoots was overtroffen door zijn eigen leerling. Volgens Vasari zou Verrocchio daarna zelfs nooit meer een kwast aangeraakt hebben.
Aanbidding door de wijzen
'Vitriviusman' door Leonardo da Vinci, 1492
In 1472 behaalde de twintigjarige Leonardo de status van meester in het kunstenaarsgilde en zette hij zijn eigen atelier op. De volgende paar jaar van zijn leven zijn in mysterie gehuld, maar in 1478 dook de naam Leonardo weer op bij de commissie van twee afzonderlijke projecten: een altaarstuk voor de kapel van het Palazzo Vecchio en het schilderij ‘Aanbidding door de wijzen’ voor de lokale kloostergemeenschap. Geen van beide projecten werd echter voltooid, een resultaat dat later vaker voor zou komen in de loopbaan van Da Vinci. De kunstenaar begon namelijk altijd fanatiek aan nieuwe projecten, maar had de neiging om na verloop van tijd zijn interesse te verliezen.
Laatste Avondmaal en Mona Lisa
In dit geval maakte Leonardo de twee projecten niet af omdat hij in 1482 had besloten te verhuizen naar Milaan, waar hij in dienst trad van Ludovico Sforza. Onder diens patronage creëerde Da Vinci een aantal van zijn meesterwerken, waaronder de Maagd op de Rotsen (1483) en het wereldberoemde Laatste Avondmaal (ca. 1495). Na de val van Milaan tijdens de Tweede Italiaanse Oorlog moest Leonardo de stad in 1499 ontvluchten, waarna hij besloot een aantal andere Italiaanse steden aan te doen.
Zo werd hij in 1502 aangesteld als de belangrijkste militaire architect van Cesare Borgia en voltooide hij tussen 1503 en 1505 een muurschildering in Florence getiteld ‘De Slag bij Anghiari’, alvorens in 1506 terug te keren naar Milaan. Ergens in deze periode creëerde Da Vinci bovendien zijn bekendste meesterwerk: het mysterieuze portret genaamd de ‘Mona Lisa’.
Rome en de Paus
'Mona Lisa' door Leonardo da Vinci, ca 1503
Rond 1513 besloot Da Vinci zich te vestigen in Rome, waar hij onder bescherming kwam te staan van de Medici paus Leo X. Eveneens aanwezig in Rome waren Raphael en Michelangelo, maar naar verluid werkte Leonardo niet graag samen met zijn tijdsgenoten. Ook de band met paus Leo X was soms wat gespannen. Dit kwam onder meer door Da Vinci’s voorliefde voor de anatomie, een tak van wetenschap die door de kerk grotendeels was verboden. In 1516 maakte de kunstenaar daarom de overstap naar het hof van de Franse koning Frans I. Leonardo da Vinci stierf op 2 mei 1519 op 67-jarige leeftijd in het Franse stadje Ambroise.
Homo universalis
Naast beeldhouwen, anatomie en schilderkunst hield Da Vinci zich gedurende zijn leven ook bezig met schrijven, componeren, de filosofie en de wetenschap. Zo maakte hij onder meer plannen voor de bouw van een helikopter, een vliegtuig, een bepantserde tank, een onderzeeër, een machinegeweer en een mechanische rekenmachine.
Net als veel van zijn schilderijen kwam het ook bij deze uitvindingen echter niet veel verder dan schetsen. Als gevolg van deze werkmethode, in combinatie met zijn experimentele (en snel vergankelijke) schilderstechnieken, resteren er vandaag de dag nog slechts vijftien kunstwerken van Leonardo Da Vinci.