Chinese Bokseropstand

De Chinese Bokseropstand in de herfst van 1899 tot september 1901 kost aan duizenden mensen het leven. Vooral buitenlanders, Chinese christenen en onschuldige burgers worden gedood. De rebellie gaat zelfs zo ver dat de opstandelingen geloven dat magische rituelen hen onschendbaar voor kogels maken.

Rond de herfst van 1899 was China een land in economisch verval. De westerse landen hadden als gevolg meer zeggenschap bedongen over de industrie en vrije toegang tot de havens van het land gekregen. Rebellen met een religieuze achtergrond kregen op het arme platteland steeds meer invloed, omdat de plaatselijke bevolking hoopte dat de Boksers voor positieve verandering zouden zorgen. Deze groep noemde zichzelf de Yihetuan genoemd, Vuisten der Gerechtigheid en Eensgezindheid, maar werden door westerlingen Boksers genoemd.

Magische rituelen

De Boksers vochten namelijk op een door het Taoïsme geïnspireerde wijze, met blote vuisten of lange messen in plaats van moderne techniek. De Boksers geloofden bovendien in rituelen die hen konden beschermen tegen kogels. De gouverneur van de provincie Shandong, waar de meeste Boksers woonden, steunde de groepering waardoor deze een erkende militie werd.

Overheidssteun

Het geweld was vooral gericht tegen christenen en buitenlanders, maar de Boksers waren ook een felle tegenstander van de Chinese Qing-dynastie. De keizerin-regentes van China, Cixi, koos er echter voor de Boksers te erkennen en te vriend te houden door hen te wijzen op haar anti-westerse houding. De Boksers accepteerden haar hulp, omdat het hen tot erkende groepering maakte. Samen met overheidstroepen vielen de Boksers in juni 1900 de diplomatieke wijk in Peking aan.

Internationaal leger

De ambassades in het gebied hadden de acties zien aankomen en wisten een gedeelte van de wijk te barricaderen. Na 55 dagen wist een internationaal leger van ruim 50.000 soldaten de Boksers uit Shandong te verdrijven en een einde te maken aan de omsingeling van de ambassades in Peking.

Onthoofd

Op de foto zijn vier onthoofde mannen te zien. Het is onbekend wie deze personen zijn, maar de tekst linksonder op de foto is een eerste aanwijzing dat het hier gaat om de executie van gevangengenomen Boksers. Deze werden op grote schaal terechtgesteld na het einde van de Bokseropstand, vaak zonder proces. De officiële kleding die de poserende mannen dragen en het musket dat de derde man van rechts bij zich heeft leveren aanvullend bewijs dat het hier om vier gedode Boksers gaat.