Geen afbeelding beschikbaar

‘Wij van WC-Eend’

Geschiedenis lijkt alleen als ‘nuttig’ te worden ervaren door historici zelf. Guido van ’t Haar betoogt in dit artikel dat er in de geschiedwetenschap iets wezenlijks moet veranderen om het beeld van geschiedenis als nutteloze bijzaak bij te stellen.

Guido van ’t Haar

Ongeïnteresseerde pubers

'Wat kun je nu eigenlijk worden met geschiedenis?' 'Jij studeert geschiedenis? Dan wil je zeker leraar worden, of niet?' 'Wat heb je nou aan geschiedenis? Dat gaat toch alleen maar over dode mensen en dingen waar je nu niets meer aan hebt?' Ik durf met enige zekerheid te stellen dat vrijwel iedere geschiedenisstudent een van deze vragen heeft moeten beantwoorden. Onder een groot publiek bestaat het idee dat geschiedenis nutteloos is. Je studeert geschiedenis om 'het' daarna te kunnen doceren aan de ongeïnteresseerde pubers van het digitale informatietijdperk. Ongeïnteresseerd want als ze kennis willen nemen van de geschiedenis, dan kijken ze wel naar films als Braveheart, series als Band of Brothers of zoeken ze via Google naar de relevante pagina op Wikipedia. Geschiedenis is leuk, maar dat kun je in je vrije tijd ook wel doen. Rechten, of iets economisch; daar heb je tenminste wat aan!

WC Eend

Mijn excuses als bovenstaande zinnen buitengewoon cynisch overkomen. Het punt is echter dat de geschiedwetenschap heeft gefaald om zichzelf te legitimeren tegenover de samenleving. Historici zullen beargumenteren dat (historische) kennis ook waarde heeft wanneer het geen (toekomstig) praktisch nut heeft. Dit is een wel erg slap argument. Een cynisch persoon zou hier tegenin kunnen brengen dat historici natuurlijk een groot belang plaatsen bij historische kennis. Wij van WC Eend adviseren... WC Eend.

‘De beste interpretatie’

Maar wat is geschiedenis en hoe onderzoek je haar? Dat geschiedenis het verleden betreft is logisch, maar die tweede vraag is lastiger. Dat de geschiedenis nooit meer volledig gereconstrueerd kan worden is duidelijk. Als de waarheid niet bestaat zijn ‘waarschijnlijkheid’ en 'de beste interpretatie' het hoogst haalbare. Maar beide zijn twijfelachtige zaken. Wat is 'de beste interpretatie' en wanneer is iets waarschijnlijk? Op basis van overgeleverde bronnen kun je een verleden construeren, maar hoe verder je terug gaat in de tijd hoe lastiger dit wordt. Hoe minder bronnen je hebt om een verleden op te baseren, hoe sneller je tot de beste interpretatie komt. Uit vier verschillende interpretaties is het nog redelijk gemakkelijk kiezen. Vanwege het beperkte bronmateriaal is geen van de verklaringen echter waarschijnlijk te noemen. Bij een groot aantal beschikbare bronnen draait het probleem zich om. Door de gedetailleerde kennis zijn veel waarschijnlijke interpretaties mogelijk, maar welke interpretatie is dan de beste?

Historische bronnen

Overigens moet het belang van historische bronnen ook niet worden overschat. Historische bronnen beschrijven doorgaans wel een gebeurtenis, maar niet de motivatie of oorzaak hiervoor. Zo weten we uit bronnen (in de breedste zin van het woord, dus ook archeologische artefacten en dergelijke) dat er al duizenden jaren mensen hebben gewoond in Drenthe en dat Lodewijk XVI op 21 januari 1793 werd geëxecuteerd. Waarom er al duizenden jaren mensen in Drenthe willen wonen, of waarom een Franse koning werd geëxecuteerd door revolutionairen zal nooit met zekerheid te zeggen zijn.

Moderne concepten

Desondanks wagen historici dappere pogingen om het onduidelijke verleden te duiden, vaak door gebruik te maken van moderne concepten. De oudheid, de middeleeuwen, de Renaissance en de Franse Revolutie; allemaal onhistorische concepten die nooit ‘echt’ hebben bestaan. Constantijn de Grote wist niet dat hij in de late oudheid leefde, idem geldt voor Lodewijk de Vrome en de vroege middeleeuwen. Filips II zou vreemd hebben opgekeken wanneer hem was verteld dat hij een vroegmoderne monarch was. Haal het gebruik van deze concepten uit de geschiedschrijving en het stort allemaal als een kaartenhuis in elkaar. Zonder renaissance geen oudheid, zonder beide geen middeleeuwen.

Iets nieuws

Historici proberen een waarschijnlijk verleden te construeren op basis van onbetrouwbare bronnen, ingekaderd door moderne concepten. Het resultaat hiervan wordt over het algemeen ook nog niet eens gelezen door een groter publiek, en veelal door hen ervaren als ‘nutteloos’. Wat moet er dan veranderen om dit beeld van geschiedenis als interessante doch nutteloze bijzaak te veranderen? Iets wezenlijks. Op de vraag wat dit wezenlijke dan precies is moet ik het antwoord schuldig blijven. In ieder geval iets nieuws, zoals het vinden van een duidelijk praktisch nut van de geschiedwetenschap.

Dit is een bewerking van een artikel dat in 2011 in Tijdschrift Groniek is gepubliceerd. Lees hier het volledige artikel.

Afbeelding via www.gamer.nl

Partners: 

Tijdschriften: 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief.