27 januari jarig: Wolfgang Amadeus Mozart, Jozef Israëls en Wilhelm II
Hij componeert op uitzonderlijk jonge leeftijd al de mooiste muziekstukken. In een tijdbestek van dertig jaar bedacht hij maar liefst 300 composities. Overal waar hij naartoe reist, brengt hij zijn genialiteit ten gehore. Wolfgang Amadeus Mozart werd geboren op 27 januari 1756.
Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) werd geboren op 27 januari 1756 in Salzburg. Hij groeide op in een muzikaal gezin, zijn ouders waren componist en violist. In juni 1763 begon de zevenjarige Mozart samen met zijn vader en moeder aan een grote rondreis door Europa. De kleine Mozart bleek zelf ook al muziek te schrijven, en aan het hof van de Franse koning Lodewijk XV wordt zijn muziek voor het eerst gepubliceerd. Overal waar het gezin op bezoek ging, brachten ze hun muzikaliteit ten gehore. Mozart kwam ook In Nederland en zijn muziekstuk werd uitgevoerd tijdens de inhuldiging van Willem V als stadhouder van Den Haag. Enkele jaren na de reis werd Wolfgang Mozart benoemd tot concertmeester aan het hof van de aartsbisschop in Salzburg. Vervolgens maakte hij nog twee reizen, één naar Italië en één naar Parijs. Onderwijl bleef hij muziekstukken componeren. Bij terugkomst in 1779 te Salzburg, werd hij opnieuw aangesteld aan het bisschoppelijk hof. Hij kreeg steeds meer het gevoel te weinig gewaardeerd te worden in zijn geboortestad en werd in 1781 zelfs ontslagen. Hij vertrok naar Wenen, waar hij onderdak vond bij de familie Weber. Hier werd hij verliefd op de zangeres Constanze, waarmee hij in 1782 trouwde. Ze kregen een zoon, maar die overleed binnen een paar weken. Mozart’s tweede zoon maakte het beter. In 1784 werd Mozart lid van de vrijmetselaars, een geheime spirituele vereniging. Op 45-jarige leeftijd overleed Mozart in Wenen. Jozef Israëls (1827-1911) werd geboren op 27 januari 1827 in Groningen. Vanaf zijn elfde kreeg de Joodse jongen les van landschapschilder Bruggink. Op zijn achttiende vertrekt hij naar Amsterdam, om daar in de leer te gaan bij Jan Willen Pieneman. Belangrijk voor Israëls ontwikkeling was zijn reis naar Parijs. Hij verbleef er twee jaar, van 1845 tot 1847, en werkte in het atelier van François-Édouard Picot. Hier leerde hij romantisch schilderen; het Romanticisme trok hem erg. Hij schilderde later vooral eenvoudige mensen, en dat maakte hem erg beroemd. Zo schilderde hij vaak vissers, zoals de bekende Langs moeders graf (1856) en Verdronken Visser (1861). Ook schilderde hij romantische landschappen en ontleende hij thema’s uit het Judaïsme, zoals Joodse bruiloft (1903). Eenmaal terug in Den Haag in 1871, raakte hij bevriend met Hendrik Willem Mesdag. Samen richtten ze in 1876 de Hollandsche Teekenmaatschappij op. Jozef Israëls leidde zijn zoon ook op tot schilder. In zijn dagboek schreef hij: “Met de hulp van de Heer, zal hij een beter schilder worden dan zijn vader”. Na 1885 ging Isaac wonen in Amsterdam, waar hij zich toelegde op impressionistische schilderijen. Van 1897 tot 1898 maakte Jozef Israëls een reis naar Spanje, waarna hij een talrijk geïllustreerd reisverhaal schreef. Als pseudoniem gebruikte hij ‘J. Maalman’. Jozef Israëls stierf in 1911. Wilhem II (1859-1941) werd geboren op 27 januari 1859 te Potsdam. Bij de geboorte ging er iets mis, waardoor hij een handicap opliep aan zijn linkerarm. Tijdens zijn jeugd had hij daardoor last van een minderwaardigheidscomplex. Zijn moeder vond zijn handicap ‘walgelijk’. Ze onderwierp Wilhelm aan keiharde fysieke en mentale training. Wilhelm was gerelateerd aan monarchen en vorsten door heel Europa, en was de troonsopvolger van het Pruisische keizerrijk. Op 9 maart 1888 was het zover; zijn vader Frederik III overleed en Wilhem II besteeg de troon. Als keizer was hij erg jaloers op het Britse Rijk. Wilhelm was een fervent militarist, en verheerlijkte elk militair vertoon. Vanwege zijn jaloezie op de macht van de Britten, begon hij met het bouwen van een vloot. Deze actie droeg bij aan het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. De opbouw van een Duitse vloot zou de machtsbalans doen verstoren. Deze actie, en andere acties om zijn rijk uit te breiden, staan bekend onder de noemer ‘Weltpolitik’. Wilhelm’s weltpolitik hield in dat, in navolging van andere grote mogendheden, Duitsland een koloniaal rijk moest opbouwen. Vol nationalistische retoriek en bot militairisme, joeg hij een ware wapenwedloop aan tussen Frankrijk, Engeland en Duitsland. Wilhelm spande de boog, die later losbrak in de vorm van de Eerste Wereldoorlog. Hij sloot een alliantie met Italië en Oostenrijk-Hongarije en tezamen vochten zij tegen de geallieerden. De Eerste Wereldoorlog werd verloren door Duitsland en zou een grote ramp en vernedering betekenen voor het land. De monarchie kwam ten einde. Wilhelm II trok zich terug in Doorn, en hij hield zich afzijdig van de nazi-politiek van Adolf Hitler. Ondanks zijn wens om op zijn begrafenis geen hakenkruisen te tonen, stuurde Hitler toch een reusachtige krans met getooide hakenkruizen in de rouwlinten. Wilhelm II sterf op 4 juni 1941 te Doorn.