De geschiedenis van het Paleis op de Dam
Themamaand monumenten - Het Paleis op de Dam dient tegenwoordig als museum en voor tentoonstellingen gebruikt. Bij de opening van dit gebouw in 1655 was dit geheel anders. Het gebouw diende toen als verlengde van het plein.
Omdat het Amsterdam voor de wind ging, groeide het stadsbestuur in de zeventiende eeuw snel. Het oude stadhuis bleek daarom steeds vaker ontoereikend. Daarnaast wilden de stadsbestuurders graag een gebouw dat de superieure positie die de stad in de internationale handel had ingenomen, ook ergens werd uitgedragen. In de plaats van het oude stadhuis werd daarom ook een enorm gebouw geplaatst dat zich kon meten met internationale maatstaven van vorstelijke paleisarchitectuur. De Nederlandse architect Jacob van Campen ontwierp het gebouw.
Buitenkant
Het stadhuis werd door Van Campen ontworpen met een volmaakte maatvoering. Dit betekende dat alle onderdelen van het stadhuis naar verhouding waren. Decoraties op het gebouw moesten de centrale positie van de stad uitbeelden. Op het fronton aan de voorgevel werden alle wereldzeeën verbeeld en aan de achterkant alle werelddelen. De kamers van de vroedschap werden als senaat betiteld en boven de vertrekken van de burgemeesters werd consul geschreven, waarmee wordt verwezen naar het republikeinse Rome.
Indeling van het stadhuis
De burgerzaal was de belangrijkste zaal van het stadhuis en was voor iedereen toegankelijk. Het was daar een drukte van belang met mensen die bij het stadsbestuur iets gedaan wilden krijgen. In het gebouw zetelden niet alleen de burgemeesters van de stad, maar ook de schepenen. Deze heren zijn te vergelijken met onze huidige wethouders. Zij verzorgden ook de rechtspraak bij zittingen van het volksrecht. In de hoekdelen van het gebouw waren de financiële afdelingen van de stad te vinden. De zetel van het hoogste gerecht, de Vierschaar, bevond zich achter de drie middelste poortbogen. De doodvonnissen die hier uitgesproken werden, konden door toeschouwers op straat worden gevolgd.
Van stadhuis naar paleis
In 1808 nam de broer van de Franse keizer Napoleon, Lodewijk Napoleon, zijn intrede in het stadhuis. Van alle gemeentelijke diensten die in het pand zaten, bleef alleen de stedelijke wisselbank in het pand. Bij deze wisselbank kon geld ingewisseld worden voor waardevaste edelmetalen. Grote delen van het gebouw werden plotseling afgesloten voor het publiek, terwijl op de derde verdieping een ‘koninklijk museum’ werd gebouwd. Door het overvloedige gebruik van marmer was het gebouw vrij kil. Om het paleis bewoonbaar te maken, liet Lodewijk wand- en vloerkleden aanbrengen. Omdat Lodewijk het paleis liet meubileren naar de laatste Franse hofmode, de empirestijl, veranderde het uiterlijk van de inrichting rigoureus. Ondanks de metamorfose bleven de originele vloeren en muren zichtbaar.
Het gebouw bleef een paleis
Lang heeft Lodewijk Napoleon niet kunnen genieten van de nieuwe inrichting. Vanwege onenigheid met zijn broer deed hij in 1810 alweer afstand van de troon. Napoleon zou de zaken in Nederland nu zelf gaan waarnemen. Ook nadat de Fransen waren vertrokken, bleef de functie van paleis bestaan. Na de huldiging van Willem I als Koning der Nederlanden in 1813, stelde het stadsbestuur van Amsterdam het paleis opnieuw ter beschikking aan de vorst. Hoewel Willem I er niet in wilde wonen, begreep hij het nut van het paleis. Hij kon hier hoogwaardigheidsbekleders ontvangen.
Mislukte plannen
Meerdere keren gingen er in de stad stemmen op om van het paleis weer een stadhuis te maken. Plannen hiervoor kwamen echter nooit verder dan de tekentafel. Het laatste plan stamde uit 1934. Uiteindelijk werd ook dit plan weer van tafel geveegd. Onder andere de economische crisis gooide roet in het eten. In 1935 werd het paleis verkocht aan het Rijk, omdat verbouwingskosten een te hoge kostenpost voor de gemeente zouden zijn. Het Rijk stelde het paleis permanent beschikbaar aan het Koninklijk Huis. Het stadhuis bleef daarom op het Prinsenhof.
Leestip:
Een Curieus Werck – Oorlog en vrede verbeeld in een zeventiende-eeuwse maquette
Redactie: Marijke Carasso-Kok en Carry van Lakerveld
Uitgever: Verloren
ISBN: 9065507485
Prijs: €25,–
Afbeelding:
Workshop of Gerrit Adriaenszoon Berckheyde [Public domain], via Wikimedia Commons
Bronnen:
Koos Bosma e.a. ed., Bouwen in Nederland 600 – 2000 (Zwolle 2007).
Paleisamsterdam.nl: Napoleontisch Paleis
www.amsterdamsebinnenstad.nl, Republikeinse raadhuis op de Dam