‘Mannen, gelooft niet dat ik een landverrader ben, ik heb oprecht en vroom gehandeld, als een goede patriot, en zo zal ik sterven.’ De Nederlandse staatsman van Oldenbarneveldt spreekt deze woorden op het schavot, waar hij op 13 mei 1619 wordt onthoofd. Zijn laatste woorden zijn gericht tegen zijn knecht, die afscheid van hem aan het nemen is. ‘Maak het kort, maak het kort,’ spreekt van Oldenbarneveldt tegen hem.