De geschiedenis van de mode: een reis door de verschillende modetijdperken
Mode is niet weg te denken uit onze samenleving, het draagt bij aan onze identiteit. Ieder heeft zijn eigen voorkeur en stijl. Tegenwoordig weerspiegelt de mode dan ook de wijze waarop wij graag waargenomen worden. Veel grote kledingmerken zijn niet meer weg te denken uit het dagelijks leven.
Daarbij is het door de online-ontwikkeling makkelijker dan ooit om deel te nemen aan de laatste modetrends. Winkels die al jaren een deel uit maken van het straatbeeld zijn vandaag de dag ook online bereikbaar. Een mooi voorbeeld hiervan is Omoda: de overgrootvader van de huidige eigenaren begon in 1975 als schoenmaker in het Zeeuwse plaatje Burgh en bezorgde destijds al met paard en wagen schoenen aan huis. Later in 1961 werd ook de fysieke winkel ´Verton Schoenen´ geopend. Deze winkel was het begin voor het hedendaagse Omoda. Tegenwoordig zijn zij, net zoals vele andere online-shops, binnen één klik online bereikbaar. De laatste modetrends en mooiste modestijlen worden op die wijze eenvoudig online besteld en thuisbezorgd.
De modevoorkeuren die wij daarbij hebben zijn deels persoonlijk, maar worden vaak ook aangestuurd door een ideaalbeeld. Deze wordt gevormd door de tijd en maatschappij waarin wij leven. Wil je weten hoe deze mode-ontwikkeling er door de jaren heen uitzag? Daarover lees je in dit artikel meer.
Kleding uit de prehistorie
Al 200.000 jaar begonnen de verre voorouders van de moderne mens kleding, te dragen. In het begin waren deze kleren niets meer dan een bescherming tegen omgevingsinvloeden zoals regen of kou. In de ijstijd (ongeveer 130.000 jaar geleden) gebruikte de mens dierenhuiden, bont en plantaardig materiaal als kleding. Later (ongeveer 35.000 jaar geleden) werden ook wol en vlas geweven of gevlochten tot lappen. Tegelijk verschenen destijds de eerste tekenen van zelfexpressie: kleding werd gemaakt in verschillende patronen, vormen en kleuren. Een bijgevolg hiervan is dat kleding iets over iemands positie in de samenleving kon vertellen.
De Egyptenaren
Kleding was in het tijdperk van de Egyptenaren een luxe. Edelen konden zich onderscheiden van de burgers door middel van dure en hoogwaardige materialen. In het oude Egypte waren de bewoners echter vaak schaars gekleed, door de warme temperaturen. De kleding werd vaak gemaakt van linnen en was erg licht. Mannen droegen meestal een schort tot kuit- of knielengte, vrouwen vaak lange gewaden. De hogere klasse vulde dit aan met een tuniek of uitbundige hoofdeksels en sieraden. Daarnaast was het ook een statussymbool om pruiken te dragen. De Egyptenaren scheerde zich vaak kaal, om dan vervolgens pruiken van mensenhaar, palmvezels of vlas te dragen bij feestelijke gelegenheden. Deze werden gefixeerd met bijenwas en waren een statussymbool.
De Grieken & Romeinen
Vanaf 1200 voor Christus namen Rome en Griekenland het modetijdperk over. Handel en handwerk waren veruit superieur aan de rest van Europa. In beide streken was de mode een kenmerk om de armen van de rijken te onderscheiden. De mensen van het oude Griekenland droegen tot 323-30 v.Chr. kleding gemaakt van gedrapeerde doeken. Zelfs als ze voor het oog niet van elkaar te onderscheiden waren, zijn er grote verschillen in de manier waarop de kleding van rijke en arme Grieken werden ingewikkeld.
Romeinse kleding werd de standaard rondom het Middellandse-Zee-gebied. Vrijwel iedereen in Rome droeg een tuniek van linnen of wol, alleen de lengtes waren anders. De toga was gereserveerd voor de heren in Rome die het Romeinse staatsburgerschap hadden en was een kledingstuk voor belangrijke gelegenheden. Het dragen van de toga was onderworpen aan strikte regels, aangezien het slaven en niet-Romeinen onderscheidde van de Romeinse burgers.
Middeleeuwen
Rond het jaar 600 was de overgang van de oudheid naar de middeleeuwen in volle gang. Ook op het modegebied veranderde er veel. Met het toenemende belang van de kerk werd het steeds belangrijker om het lichaam te bedekken. Kledingstukken uit de oudheid, voldeden niet langer meer aan de eisen. Nieuwe kledingstukken met broekspijpen en mouwen ontstonden. Tevens werd er gebruik gemaakt van hemden als onderkleding.
De adelen droegen vaak dure, versierde kleding van delicate stoffen zoals zijde en fluweel. De kleding zou ook erbij bijdragen om macht en rijkdom uit te stralen. De kleding van de gewone burger en arbeider was vooral praktisch gericht.
Renaissance mode – de Italiaanse invloed
Tussen 1450 en 1500 volgde de overgang van de middeleeuwen naar de renaissance. Een nieuw tijdperk brak aan: gebeurtenissen zoals de uitvinding van de boekdrukkunst, het humanisme, de stijgende welvaart en de ontdekking van het Amerikaanse continent hadden een doorslaggevende invloed op deze periode.
Aan het begin van de 15e eeuw volgde de mode het Bourgondische hof, dat zich ontwikkelde tot de leidende kracht in Europa. De koninklijke familie Valois bezat het Huis van Bourgondië tal van gebieden en voorzag deze van een heuse mode-impuls. Ze droegen korte jassen (piebalds), panty's en lange manteljassen. Na de dood van de laatste erfgenaam, werd niet alleen het Huis van Bourgondië weggevaagd, maar ook zijn positie als mannequin in Europa.
Hierna volgde als snel een mode-invloed uit Italië (15e tot 16e eeuw). Steden als Florence, Venetië en Milaan werden belangrijke handelsregio's. Heel Europa volgde de invloed van de Italiaanse mode. De Fransen namen vervolgens het modieuze leiderschap in Europa over na de 30-jarige oorlog tussen 1618 en 1648.
17e en 18e eeuw
Rond de 17e en 18e eeuw was het mode om hoepelrokken te dragen. Onder de jurk werd een stalen hoepel constructie verborgen, die ervoor zorgde dat de jurken nog groter en voller werden. De kleding was daarnaast met prachtige patronen versierd en erg kleurrijk. Mannen en vrouwen droegen vaak pruiken over hun eigen haar.
19e eeuw
De industriële revolutie in Engeland in het midden van de 18e eeuw zorgde voor een verschuiving in de samenleving. Zowel de sociale en economische omstandigheden als de leef- en werkomstandigheden veranderden permanent onder invloed van het machinetijdperk. Deze ontwikkeling had een directe impact op de mode.
In de 19e eeuw droegen vrouwen altijd een jurk of een rok. Een broek was alleen gangbaar voor mannen. Ook droegen vrouwen bijna altijd een korset. Het korset moest zo strak mogelijk worden aangesnoerd. Een slanke wespentaille was het ideaalbeeld van deze tijd.
20e eeuw
In het begin van de 20e eeuw kwamen er steeds meer vrouwen die geen korset meer wilde dragen, hierdoor werden de silhouetten van de kleding losser. Er werd afscheid genomen van de wespentaille. Later werd het ook steeds normaler voor vrouwen om broeken te dragen. De trends veranderde snel en de modewereld werd populairder dan ooit tevoren.
Kleding werd eeuwenlang geassocieerd met een bepaalde klasse van de samenleving. Pas in de 18e eeuw en de industriële revolutie verloor deze status aan belang. Ook al zijn er tegenwoordig nog steeds traditionele kostuums in veel culturen en in sommige delen van de wereld vertegenwoordigt kleding nog steeds de sociale status. Echter is het voor iedereen mogelijk geworden om deel te nemen aan de modewereld. Ook is de interpretatie van een eigen stijl veel vrijer geworden in de afgelopen decennia. Natuurlijk zijn er nog steeds verwachtingen aan kleding: wie naar een sollicitatiegesprek gaat of een hogere functie op werk heeft, zal professioneel gekleed moeten gaan. Daarnaast zijn er uiteraard uniformen bij verschillende beroepen, sportverenigingen en scholen.