De ontwikkeling van Fysiotherapie
Wie bezoekt niet regelmatig een fysiotherapeut om pijnlijke plekken te laten masseren, dry needling toe te laten passen of zichzelf te laten kraken. Allemaal om een zware tas met gemak over je schouder te kunnen dragen en er weer soepel en fris tegenaan te kunnen gaan. Nu heel normaal, maar hoe is dat zo gekomen?
Dat ‘er tegenaan gaan’ bestaat in onze huidige maatschappij voornamelijk uit: zitten. We zitten op de bank, zitten achter een bureau of zitten in een auto. Gevolg: we raken stram en stijf, krijgen klachten en vooral onze schouders moeten eraan geloven. Die zitten nog wel eens zo vast dat het pijn gaat doen. Als we onze zebra tas dragen en deze té vol stoppen met spullen, voelt dat gewoonweg niet lekker. Een teken dat er iets moet gebeuren aan onder meer rug en schouders. In veel gevallen betekent dat een bezoek aan de fysiotherapeut.
Heilgymnasten als voorloper van de fysiotherapeut
Eind negentiende eeuw wisten gymnastiekleraren en heilgymnastische masseurs al dat het soepel houden van ons lijf veel klachten kan voorkomen. Deze voorlopers van de fysiotherapie, vooral afkomstig uit Duitsland en Zweden, richtten in 1889 het Genootschap ter beoefening van de Heilgymnastiek in Nederland op. Het doel was: de heilgymnastiek zowel praktisch als theoretisch te beoefenen, eenheid te brengen in de wijzen van behandeling en een goede verhouding te bevorderen tussen medici en heilgymnasten. Ze noemden zich heilgymnast.
Ook al is er in 1942 erkenning voor deze beroepsgroep, het duurt nog zeker tot de jaren zestig van de twintigste eeuw voordat er sprake is van fysiotherapie zoals wij dat nu kennen. Een gerichte opleiding is vanaf dat moment verplicht om je fysiotherapeut te mogen noemen en je moet je hebben bekwaamd in de heilgymnastiek, de massage en de fysische therapie. Uiteindelijk heeft vanaf 2006 iedere particulier toegang tot de fysiotherapie. Om een behandeling te krijgen hoef je geen verwijzing van een huisarts te hebben.
Naar ‘de fysio’ bij schouderklachten bij het dragen van een tas
Volgens kenners is de fysiotherapie nog verder terug te voeren, en begint het allemaal met Hippocrates (460-370 v. Chr.) die als de grondlegger van de moderne geneeskunde wordt beschouwd. Hij was eigenlijk een holistische fysiotherapeut ‘avant la lettre’. Dat zou met name gaan over zijn opvattingen over de relatie tussen lichaam en geest. In Nederland is het heilgymnast dr. J.G. Mezger (1838-1909), later arts, die wordt beschouwd als de grondlegger van de fysiotherapie.
Hoe ver terug ook maar, de fysiotherapie is tegenwoordig niet meer weg te denken uit onze gezondheidszorg en maakt een aantal behandelingen deel uit het aanvullende verzekeringspakket. Wie last heeft van zijn schouder bij het dragen van zijn of haar crossbody tas, raadpleegt de fysiotherapeut. Die zal adviseren die tas even te laten voor wat het is en vooral ervoor te zorgen dat schouders en rug weer soepel en sterk worden. De spieren worden aangepakt, oefeningen moeten deze weer in een goede conditie brengen. Gewrichten moeten in de juiste stand en soepel werken. Tijdens zo’n behandelingstraject is het beter het voorlopig bij een klein heuptasje te laten. De schouders en rug kunnen maar het beste zo min mogelijk belast worden. In de meeste gevallen wordt wel aangeraden te blijven bewegen. Anders raken gewrichten stijf en verslappen de spieren.
Tegenwoordig zijn fysiotherapeuten van veel markten thuis. Er vinden multidisciplinaire behandelingen plaats die niet alleen bestaan uit enkele oefeningen maar ook training in combinatie met voeding (eiwitten) bevat. Niet voor niets zijn er veel sporters die dankbaar gebruik maken van fysiotherapie. Er gaan inmiddels ook geluiden op dat er meer aandacht moet komen voor de combinatie van lichaam en geest, bijvoorbeeld bij pijnklachten. Het vak fysiotherapie is nog altijd in ontwikkeling.
