
Hoe werd Giethoorn een toerisme-hotspot?
Het Overijsselse dorp Giethoorn is wereldwijd bekend om de pittoreske omgeving. Maar hoe is het kleine dorp zo beroemd geworden?
Ooit was Giethoorn een kleine nederzetting van turfstekers, Giethoorn is al een oud dorp: de oudste bekende vermelding van het dorp komt uit 1230. Van origine was het dorp een nederzetting van turfstekers, die veen afgraven om er turf van te maken, die verkocht werd in steden in de omgeving. Door dat turfsteken ontstond het landschap met smalle landstroken die van elkaar gescheiden worden door sloten en vaarten.
Giethoorn is vaak veranderd. Door de activiteiten van de turfstekers is het dorp meerdere keren volledig verplaatst. Een andere verandering vond plaats in de achttiende eeuw. Veel turfstekers trokken naar andere delen van Nederland, waar meer turf te vinden was. Ervoor in de plaats kwamen vissers, rietsnijders en boeren. Wat ecther hetzelfde bleef, was het gebruik van de vele vaarten en sloten als belangrijkste routes. Daardoor bleef Giethoorn voor een groot deel bestaan uit een dicht netwerk van sloten en vaarten, met daartussen de boerderijen en woonhuizen op kleine eilanden.
Het begin van het toerisme
In de tweede helft van de twintigste eeuw veranderde Giethoorn enorm. Het rietsnijden werd steeds minder belangrijk en veel rietsnijders vertrokken. Maar in 1958 vormde Giethoorn het decor voor de speelfilm Fanfare van Bert Haanstra. De film over twee fanfares in het fictieve dorp Lagerwiede werd een enorm succes en veel Nederlandse toeristen trokken naar het dorp. Waar de rietsnijders en boerenbedrijven verdwenen, verschenen toeristen. Eerst vooral Nederlanders, maar toen het internationale massatoerisme op begon te komen, kwamen er steeds meer mensen van heinde en verre richting Giethoorn. Toerisme werd een belangrijke inkomensbron voor het dorp. Zeker nadat er in de directe omgeving van het dorp grote, en voor Nederland tamelijk ruige, natuurgebieden werden afgebakend, waaronder Nationaal Park Weerribben-Wieden. Dat park werd opgericht om het unieke moeraslandschap te beschermen, maar trok – en trekt nog altijd – veel natuurliefhebbers.
Massatoerisme in de 21e eeuw
In de 21e eeuw bleef het toerisme groeien. Vooral de groei van toeristen uit China was opvallend. Nederlandse ondernemers begonnen zich op de Chinese toeristenmarkt te richten en de afbeeldingen van de met riet bedekte woonboerderijen en vaarten en kanalen waren populair onder de opkomende Chinese middenklasse. Toerisme werd booming business en Giethoorn werd internationaal bekend als het ‘Nederlandse Venetië’. Veel mensen lieten zich maar wat graag in een elektrisch bootje door de grachten en kanalen varen – net als in Venetië.
Die populariteit had een keerzijde. Inmiddels trekt het kleine veendorp namelijk meer dan een miljoen toeristen per jaar. Om overtoerisme tegen te gaan zijn er verschillende maatregelen genomen. Zo hebben bootverhuurders uit Giethoorn een vaarroute-app ontwikkeld, die ervoor kan zorgen dat toeristen die een boot huren niet allemaal dezelfde route varen, maar dat de drukte wat verspreid wordt. Door dat soort maatregelen blijft het dorp bewaard, gezellig en veilig voor zowel bewoners als toeristen.