Wegwerpluiers waren er niet altijd
Van sommige producten kun je je nauwelijks nog voorstellen hoe men ‘het deed’ voordat ze er waren. Zo’n voorbeeld is de wegwerpluier. Eeuwenlang droegen baby’s geen luiers. Die waren er gewoonweg niet. Het was een lange experimentele weg naar de wegwerpluier.
Jonge ouders kunnen nauwelijks zonder. Het scheelt veel wasjes en de luiers van tegenwoordig zijn zo gemaakt dat ze de huid van een baby nauwelijks nog aantasten. Onnadenkend trek je een baby dit luierbroekje aan. En je neemt ze zo mee in je Burkely of Cowboysbag. Gemak dient de mens.
Maar wat droegen baby’s dan eigenlijk in vroeger tijden? Niets! Of wat er maar voorhanden was. Grote bladeren, mos of dierenhuiden. Later kwam er een soort doekje, dat maar eens in de paar dagen verschoond werd. Hier kunnen we ons vandaag de dag weinig bij voorstellen. In 1400 was dit echter gewoon.
Een revolutie?
Pas in de achttiende eeuw kwam de katoenen luier in zwang. Naar de huidige maatstaven waren deze nog altijd niet erg hygiënisch. Moeders maakte deze luiers namelijk meestal niet schoon. De luiers werden een van tijd tot tijd uitgehangen en daar bleef het vaak bij. Maar het was een begin. Pas honderd jaar later, zo menen de historici, was het ene mevrouw Allen, een vindingrijke moeder, die vierkante linnen of flanellen doeken inzette. In dezelfde periode kreeg de luier ook zijn moderne vorm. Moeders begonnen luiers te wassen werden en de veiligheidsspeld werd geïntroduceerd om ze op hun plaats te houden. Deze ontwikkelingen zou je best een revolutie kunnen noemen.
Eindelijk schone billen
Dat wassen bleek veel ziektes en bacteriën tegen te gaan. Toen moeders zich dit realiseerden, begonnen ze de luiers zelfs in kokend water te dopen. Dit had als voordeel dat er zo nog meer bacteriën werden gedood. Tegelijkertijd zat er ook een belangrijk nadeel aan: het kostte de moeders enorm veel tijd. Zeker toen de wasmachine nog niet in het huishouden voorhanden was.
Luiers werden nu wel vaker verwisseld en als vrouwen met de baby op stap gingen, konden ze deze gemakkelijk meenemen. Het gevolg was dat er meer luiers nodig waren, en daarmee kwam de productie ervan op gang. Fabrikanten zagen ten lange leste de behoefte aan luiers in. Echt vindingrijk waren ze nog niet met hun producten. Ze hielden vast aan de katoenen luier, die tot ver in de twintigste eeuw in gebruik bleef. Wel werd er veel geëxperimenteerd. Hoe vang je urine op en hoe houd je babybilletjes droog, waren de kernvragen. Vooral moeders bogen zich erover.
Het ei van Columbus: de wegwerpluier
Na de Tweede Wereldoorlog duurde het lang voordat de fabrieken weer op het vooroorlogse niveau draaiden. Om toch aan luiers te komen, gingen vrouwen zelf op de naaimachine aan de slag met verschillende materialen. Soms met een beetje succes, soms van ongeschikt materiaal en begon het hele denkwerk weer opnieuw.
In de jaren vijftig was het een Amerikaanse moeder genaamd Marion Donovan die, zonder dat ze het zelf in de gaten had, een flink stap zette in de ontwikkeling van de luier. Ze maakte een broekje van parachutestof en de veiligheidsspelden verving ze door drukknoopjes.
Het zette ook de fabrikanten aan het denken. Waren die katoenen luiers wel zo makkelijk? Kon het niet anders? Kon je geen luiers maken voor eenmalig gebruik zodat vrouwen minder hoefden te wassen? Een slimme fabrikant meende dat het wel eens een goed idee zou kunnen zijn om papieren luiers te maken. Papier stond er immers om bekend enorm veel vocht te absorberen. Dat zou wel eens het ei van Columbus kunnen zijn. Het duurde echter tot begin jaren zestig eer de werkelijke wegwerpluier een feit was.
De plakstrip, wat een gemak
In de jaren zeventig werd ook de veiligheidsspeld aan de wilgen gehangen en kwam er de plakstrip. Wat een gemak! De luiers werden steeds beter van pasvorm, het materiaal van een betere kwaliteit. De luier werd steeds makkelijker in gebruik.
Inmiddels zijn voor de jongsten de luierbroekjes de nieuwste trend. Aangezien een baby nogal beweeglijk kan zijn, is dit een stuk makkelijker dan worstelen met het vastplakken van de strips. Volgens de fabrikanten bewegen baby’s zich met deze broekjes ook een stuk makkelijker. Het is in ieder geval allemaal comfortabeler geworden. Ook nu geldt weer dat je deze luiers makkelijk en compact met je meeneemt in een luiertas of rugzak. Een paar exemplaren in een Rains backpack en je kunt op pad.
Er zijn natuurlijk altijd nog diehards die bewust kiezen voor de katoenen luier in verband met duurzaamheid, maar ook als het om de wegwerpluier gaat, blijven fabrikanten zoeken naar zo goed mogelijk milieuvriendelijke exemplaren. De (door-) ontwikkeling van de luier staat zeker niet stil.