10 oktober jarig: Christianus Petrus Eliza Robidé van der Aa
‘Doe wel en zie niet om’ is het motto van Christianus Robidé van de Aa. Hij leeft in een roerige tijd voor Nederland en maakt als klein kind de inval van de Franse Revolutionaire troepen mee. In de jaren na de Franse Tijd ontwikkelt hij zich als jurist en schrijver, wiens werk getuigt van vaderlandsliefde. Christianus Robidé van der Aa werd geboren op 10 oktober 1791.
Christianus Petrus Eliza van der Aa werd geboren in Amsterdam. Hij voegde later de naam Robidé, van zijn grootmoeder aan moederskant, toe aan zijn eigen naam. Van der Aa’s vader Pierre was een Nederlandse jurist en schrijver en speelde een rol in de stichting van de Bataafse Republiek in 1795. Van der Aa had vier broertjes en zusjes, waaronder Abraham Jacob van der Aa, die later bekend werd als de auteur van het Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden.
Van der Aa vestigde zich in 1811 in Leiden, om daar te werken als advocaat. Familieomstandigheden dwongen hem er echter al snel toe om naar Friesland te vertrekken, waar hij in 1812 secretaris van de burgemeester van Sneek werd. In 1813 diende hij als majoor in het Nederlandse leger tijdens de opstand tegen Napoleon. Daarna werd Van der Aa secretaris en schout in Lemmer en Lemsterland, voordat hij in 1815 als vrijwilliger in het Nederlandse leger vocht tijdens de Honderd Dagen van Napoleon.
Na de oorlog ging Van der Aa aan het werk als jurist in Leeuwarden en Arnhem. Hij trouwde in 1816 met Eelkje Poppes, met wie hij drie dochters kreeg. Na de dood van zijn vrouw trouwde hij in 1830 voor een tweede keer, met Lucia de Jongh. In deze tijd ging hij ook steeds meer poëzie en proza schrijven. Zo schreef hij in 1835 Over de Gevolgen van huisselijke achteloosheid en Volksliederen over de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. In 1837 richtte Van der Aa samen met de schrijver Everhardus Potgieter het progressief-liberale weekblad De Gids op. Hij werd in 1841 door Potgieter uit de redactie van De Gids gedwongen, waarna hij berooid raakte. Van der Aa stierf op 14 mei 1851 in Oosterbeek.