22 augustus jarig: George Frederik Willem Borel
"Uit de geschiedenis is veel lering te putten; ook uit de ondervinding van anderen. Maar alleen door eigen, dikwijls bittere ervaring wordt men wijs." Gedurende zijn leven kreeg George Frederik Willem Borel te maken met oorlogen op Borneo en Atjeh, maar hij is het meest bekend door een 'papieren oorlog'. George Borel werd geboren op 22 augustus 1837 te Maastricht.
Borel begon zijn militaire carrière in 1852 als artilleriecadet aan de Koninklijke Militaire Academie. Na zijn opleiding zette hij als tweede luitenant in februari 1858 voet op Nederlands-Indische bodem. Hij kwam voor het eerst in actie tijdens een expeditie tegen de sultan van Borneo in 1859, waar hij zich wegens grote moed onderscheidde en benoemd werd als ridder in de Militaire Willems-Orde. In 1869 werd zijn zoon Henri geboren, later een bekend schrijver en journalist.
Borel nam van november 1873 tot april 1874 deel aan de Tweede Atjehexpeditie. Na enkele schermutselingen beschouwde opperbevelhebber generaal Van Swieten de Atjehnezen als verslagen, terwijl de inheemse strijders door bleven gaan met aanvallen. Dit leidde na het vertrek van Van Swieten tot een nieuwe twee jaar durende oorlog onder leiding van kolonel Pel. Borel bleef na de aftocht van de hoofdmacht nog enkele maanden op Atjeh gestationeerd.
Na zijn terugkeer in Nederland, wegens ziekte en het einde van zijn detachering, schreef hij in 1878 een zeer kritisch boek over deze expeditie, Onze vestiging in Atjeh. Met dit boek mengde hij zich in de 'papieren oorlog' die op dat moment woedde tussen enkele onderofficieren die kritiek hadden op het beleid van Van Swieten en Van Swieten zelf. Het boek van Borel wekte veel verbazing omdat het ongebruikelijk was voor lagere officieren om kritiek te hebben op hogere bevelhebbers.
Na werkzaamheden in enkele commissies, onder andere voor het ontwerp van een militair strafwetboek, werd Borel in 1891 benoemd als gouverneur van de Koninklijk Militaire Academie en in 1894 als inspecteur van het militaire onderwijs. Hij ging op 1 januari 1898 met de rang van generaal-majoor met pensioen waarna Borel op 4 augustus 1907 in het Duitse Bad Nauheim overleed.
