Geen afbeelding beschikbaar

Abraham Tuschinski en de geschiedenis van de bioscoop

Vandaag bestaat Pathe Tuschinski 90 jaar. Het theater werd geopend op 28 oktober 1921 en werd gebouwd in opdracht van Abraham Icek Tuschinski. De geestelijk vader van de Amsterdamse bioscoop was op weg naar de Verenigde Staten maar bleef in 1904 in Rotterdam hangen. Hij begon in de havenstad aan de opbouw van zijn imperium, totdat de Tweede Wereldoorlog uitbrak.


Abraham Icek Tuschinski werd geboren op 14 mei 1886 in Brzeziny in de buurt van het Poolse Lodíz. Hij was de zoon van de koopman en kleermaker Wolf Tuszynski en Faige. Ook de jonge Abraham werd opgeleid tot kleermaker. Al op jeugdige leeftijd koesterde hij echter de wens om naar de Verenigde Staten te emigreren. Op 22 februari 1904 trouwde hij op 17-jarige leeftijd met Mariem Ehrlich (Manja). Korte tijd later ondernam hij de eerste stappen om zijn Amerikaanse droom te verwezenlijken. Zonder zijn vrouw vertrok hij naar Rotterdam met de bedoeling om vervolgens naar de Verenigde Staten te emigreren. Hij bleef echter in 1904 in Rotterdam hangen. Hij vond werk in de havenstad bij een kleermaker en gidste in begin 20e eeuw immigranten door Rotterdam. Hij wist hij binnen korte tijd genoeg geld te verdienen om zijn vrouw Manja naar Rotterdam te kunnen laten overkomen. Samen zetten zij ‘Polski’ op, een logement voor landverhuizers, hoofdzakelijk Oost-Europese Joden.


Filmmakers


Enige jaren later stortte Tuschinski zich op een nieuw fenomeen: het bioscoopwezen. Van echte filmtheaters was Rotterdam voor 1909 niet voorzien toen Jean Desmet Cinéma Parisien opende, de eerste echte bioscoop van de stad. Al snel kreeg Desmet concurrentie. Zeven bioscopen openden in 1911 hun deuren voor het publiek. Eén van deze theaters was opgezet door de Joods-Poolse immigrant Tuschinski: Thalia. Maar toen zijn pand tegen de vlakte ging, moest hij met een nieuw plan komen. Dit keer wilde hij zijn bioscoop luxueuzer maken. 'Wat jij wilt is onmogelijk!' zeiden veel mensen tegen de ambitieuze Tuschinski als hij weer een fantastisch plan ontvouwde. 'Niets is onmogelijk!' antwoordde hij dan. De zaken gingen goed. Samen met Hermann Ehrlich en Hermann Gerschtanowitz bouwden zij de bioscooponderneming uit tot een klein lokaal imperium. Eerst namen zij het slecht lopende Royal over van Desmet, waarna het driemanschap de exploitatie overnam van het Scala Theater en Verhaars Olympia kocht.


Tuschinski Theater


Tuschinski begon zich af te vragen of hij in Amsterdam niet ook een bioscoop op kon zetten met dezelfde luxueuze uitstraling als het herbouwde Rotterdamse Thalia theater. Hij kocht een stuk grond met ruim dertig verkrotte panden bij de Munt. Henk Van Gelder schreef in de biografie Abraham Tuschinski in 1996: 'Een lustoord moest het worden, een oase van luxe en genot.' Dat werd het. Op 28 oktober 1921 werd de bioscoop geopend. De pers die bij de opening aanwezig was, was dan ook zeer onder de indruk van het pand. De krant Het Vaderland schreef: “Den monumentalen Tuschinski-gevel, fraai van lijn, mooi van steen, dadelijk verradend dat hier een lichtspel zijn triomfen viert”. Het Tuschinski Theater is een ontwerp van de architect Hijman Louis de Jong en werd gebouwd in de verschillende stijlen: Amsterdamse School, Jugendstil en Art Deco. De kosten van het gebouw bedroegen ongeveer 4 miljoen gulden. Het theater was vernieuwend en niet alleen op bouwkundig en decoratief gebied maar ook qua de elektrotechnische installatie die zijn tijd vooruit was door het revolutionaire verwarmings- en ventilatiesysteem dat op alle plekken in het theater de temperatuur gelijk kon houden.


Tweede Wereldoorlog


Vier jaar na de opening, in 1926, kreeg hij de Nederlandse status. Maar toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd hij geconfronteerd met een grotere mate van antisemitisme in de maatschappij. Toen ook bij het bombardement van Rotterdam, op 14 mei 1940, vier van zijn theaters werden weggevaagd, braken moeilijke tijden aan voor Tushinksi. Op vrijdag 18 juli 1941 brak er brand uit in het theater. Twee zalen branden geheel uit en alle originele schilderingen van Pieter den Besten gingen verloren. Na de brand draaiden er slechts nog Duitse films in het theater en traden er alleen nog maar Duitse artiesten op. Het Tuschinski Theater in Amsterdam kwam in Duitse handen en kreeg de niet-Joodse naam Tivoli. Abraham Tuschinski werd vervolgens op 1 juni 1942 naar Westerbork getransporteerd en daarna naar Auschwitz gebracht waar hij stierf op 17 september van hetzelfde jaar.


Na de oorlog


De bioscoop bleef echter bestaan en werd na de oorlog, weer onder zijn oude naam Tuschinski, heropend. Een plaquette in de hal herinnert aan haar vroegere joodse directeuren. In de periode van 1998 tot 2002 vond een ingrijpende restauratie plaats van zowel het de buitenkant als van het interieur. Uitgangspunt van deze ingrijpende en kostbare restauratie was het filmtheater zoals dat ten tijde van Abraham Tuschinski ontstond. Vandaag is het 90 jaar gelden dat de bioscoop werd geopend.


Bron:Abraham Tuschinski, Henk Van Gelder (1996)https://jck.nl/locatie/joods-museum


 

Rubrieken: 

Landen: 

Personen: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief.