Armenië en Azerbeidzjan, een langslepend conflict
In de regio Nagorna-Karabach zijn op 19 september opnieuw gevechten uitgebroken tussen het leger van Azerbeidzjan en Armeense seperatisten. Al sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991 staan Armenië en Azerbeidzjan op gespannen voet. De regio Nagorno-Karabach is officieel onderdeel van Azerbeidzjan, maar de bevolking bestaat grotendeels uit Armenen die er de facto over hun eigen staatje regeren. Azerbeidzjan wil graag controle over deze regio terug. Al twee keer eerder brak er een conflict uit tussen Azerbeidzjan en Armenie over de regio. Uiteindelijk kwam er toen door bemiddeling van Rusland een staakt-het-vuren.
Azerbeidzjan werd in 1920 veroverd door de Sovjet-Unie. Armenië een jaar later. Stalin was destijds voorzitter van de Raad van Volkscommissarissen, een hoge politieke functie, en hij besloot de Armeense regio Nagorno-Karabach over te dragen aan de nieuw opgerichte Azerbeidzjaanse Socialistische Sovjetrepubliek. Hij deed dit voornamelijk om de gunst van Turkije te winnen. Turkije en Azerbeidzjan zijn namelijk etnisch en cultureel gezien sterk aan elkaarverwant. Gedurende de Sovjetperiode bestonden de Armenië en Azerbeidzjan grotendeels vredig naast elkaar.
Einde Sovjettijd
Toen de Sovjet-Unie uit elkaar begon te vallen, begon de kwestie rond Nagorno-Karabach op te spelen. In 1987 stuurden tienduizenden Armenen handtekeningen naar het Kremlin in Moskou om de regering op te roepen Nagorno-Karabach weer bij Armenië te voegen. Aan dat verzoek werd echter geen gehoor gegeven. In 1988 hield de lokale regering van Nagorno-Karabach een referendum over een mogelijke afscheiding van Azerbeidzjan en aansluiting bij Armenië. De meeste inwoners van de regio stemden hier voor. Dat deed een gewelddadig conflict ontbranden dat in de daaropvolgende jaren, naarmate de Sovjet-Unie steeds verder uiteenviel, alleen maar in gewelddadigheid zou toenemen.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Oorlog en ethnische zuivering
Wat begon als straatgevechten en kleinschalige schermutselingen liep uit op een volwaardige oorlog. Toen de Sovjet-Unie in 1991 daadwerkelijk ontbonden werd, verergerde dit nog meer. De Sovjets lieten veel materiaal en wapens achter in de regio, waarvan zowel de Armenen als de Azerbeidzjanen dankbaar gebruik maakten. Ook maakten beide partijen zich schuldig aan etnische zuiveringen. Uiteindelijk bleek het Azerbeidzjaanse leger niet in staat te zijn om de controle over Nagorno-Karabach te winnen. De Armeense rebellen kenden de regio beter en konden met de steun van Armenië ongeveer 13% van het Azerbeidzjaanse grondgebied in handen houden. In 1994 trok het Azerbeidzjaanse leger zich terug en werd er een staakt-het-vuren ondertekend.
Na 1994 werd het weer enigszins rustig in de regio. Vrede tussen de twee landen kwam er echter nooit officieel en tussen 1994 en vandaag de dag hebben er nog heel wat kleinere gewelddadige conflictjes rond de regio plaatsgevonden. Als vergelding voor het “bezetten” van Azerbeidzjaans grondgebied hebben Azerbeidzjan en Turkije hun grenzen met zowel Armenië als Nagorno-Karabach gesloten.
Huidige conflict
In 2020 laaide het conflict opnieuw op en braken er gevechten uit in de regio. In september 2020 opende Azerbeidzjan, met steun van Turkije, een offensief. De Azerbeidzjanen braken door de Armeense verdedigingslinies en wonnen in 44 dagen veel terrein. Ze kregen ook controle over de enige verbindingsweg tussen Armenië en Nagorno-Karabach. Uiteindelijk kwam er na 6 weken vechten en duizenden doden tot gevolg een wapenstilstand. De wapenstilstand werd bemiddeld door Rusland, die nog steeds veel invloed heeft in de regio. In het verdrag werd afgesproken dat Russische vredeshandhavers de verbindingsweg zouden bewaken.
De Russische militairen bleken niet in staat om de weg open te houden tot de enclave. In juni 2023 sloot Azerbeidzjan de toegangsweg compleet af. Deze blokkade leidde tot grote voedsel en medicijn tekorten in Nagorno-Karabach. Op 19 september 2023, bijna 3 jaar na het eerder conflict, opende Azerbeidzjan opnieuw de aanval op de enclave. De reden hiervoor was de dood van vier Azerbeidzjaanse militairen en twee burgers in het gebied. Bij de nieuwe aanval op de enclave zijn volgens Armeense bronnen 200 mensen omgekomen en raakten meer dan 400 mensen gewond. Een dag later werd na bemiddeling van Rusland opnieuw een staakt-het-vuren afgekondigd, waarna de Armeense rebellen in het gebied de wapens hebben neergelegd. Volgens deskundigen betekent het verdrag effectief de capitulatie van de Armeniërs in de enclave. Veel etnische Armeniërs verlaten nu het gebied uit angst voor een etnische zuivering van hun bevolkingsgroep.
Bronnen: