De geschiedenis van roken: van pijp naar E-sigaret
Het roken van tabak kent een lange geschiedenis. Nadat Christoffel Columbus in de 15e eeuw de inheemse bevolking van Amerika om medicinale redenen aan een pijp zag lurken, nam hij tabak mee naar Europa. In de jaren ’70 raakte men langzaam aan overtuigd hoe schadelijk roken wel niet was voor de gezondheid. Een recente oplossing om roken minder schadelijk te maken, is de elektronische sigaret.
Roken als tovermiddel en geneesmiddel
Nadat Columbus tabak naar Europa bracht, sloeg men niet meteen massaal aan het roken. Integendeel, de Spanjaard Rodrigo de Jerez moest voor het openbaar roken van tabak zelfs zeven jaar de cel in. De Spanjaarden werden namelijk bang van zijn tovenarij: ze hadden immers nog nooit rook uit iemand zijn mond en neus zien komen. De Franse ambassadeur in Spanje, Jean Nicot, zag juist voordelen in de tabak. Het zou volgens hem helpen tegen schurft, verkoudheid en andere ziekten. Hij stuurde het daarom naar het Franse koningshuis. In 1564 werd de tabaksplant naar Nicot vernoemd (Nicotiana).
Het Westen ontdekt de sigaret
Tot aan het einde van de 19e eeuw werd tabak vooral gekauwd, gesnoven en in pijpen gestopt. Na de Krimoorlog (1854-1856) maakte Europa kennis met de sigaret. De Franse en Engelse soldaten zagen de Ottomaanse soldaten sigaretten roken en brachten deze mee naar het moederland. De Ottomanen kwamen ook in contact met tabak via de Spanjaarden, maar hadden hun eigen gebruiken voor het product ontwikkeld.
Sigarettenmachine van James Bonsack
Hoewel men eerst de sigaret nog als minderwaardig aan de pijp en het snuiven van tabak zag, begon de massaproductie van sigaretten in 1880 op gang te komen. In Amerika ging The American Tobacco Company toen gebruik maken van een machine waarmee sigaretten in grote getalen geproduceerd konden worden.
Eerste Wereldoorlog
Vooral tijdens de Eerste Wereldoorlog werden sigaretten massaal gebruikt, omdat ze kalmerende en honger stillende effecten hadden. Dit leidde er uiteraard ook toe dat een groot deel van de bevolking verslaafd werd aan nicotine, het werkende bestandsdeel van de sigaret.
Massale verslaving
Roken raakte na de Eerste Wereldoorlog volledig ingeburgerd, mede door de uitgebreide reclamecampagnes van de producenten van sigaretten. Er waren zelfs dokters en tandartsen die roken aanraadden. De jaren vijftig en zestig werden de hoogtijdagen van de tabaksindustrie. Het hoogtepunt in Nederland lag in 1958, toen 60% van de bevolking rookte.
Uitvinding E-sigaret
In 1963 bedacht de Amerikaan Herbert A. Gilbert de eerste E-sigaret. Hij patenteerde een rookloze sigaret die papier verbrandde in plaats van tabak. Deze uitvinding verkreeg toen nog geen aandacht en de E-sigaret verdween totdat de Chinees Hon Lik een nieuw model patenteerde in 2003.
Een nieuwe rage
De moderne E-sigaretten werken op een batterij. De E-sigaret produceert hiermee warmte, die de vloeistof verhit die in de E-sigaret moet worden geplaatst. Deze vloeistof, of E-liquid, bestaat uit propylene glycol, glycerol, smaakstoffen, water en eventueel nicotine. Het verwarmen van de vloeistof produceert smaak en een rook-achtige damp. Aangezien het nicotine is dat voor de verslaving aan sigaretten zorgt (maar niet de kankerverwekkende stof is), lijkt het beter om te kiezen voor de E-liquids zonder nicotine.
bronnen:
e-zmoke.com, E-liquids en.wikipedia.org, Turkish tobacco en.wikipedia.org, Electronic cigarette isgeschiedenis.nl, geschiedenis van het roken alliantienederlandrookvrij.nl, percentage rokers 1958-2010
afbeeldingen:
tobacco field Cuba, commons.wikimedia.org Bonsack machine model, commons.wikimedia.org Electronic cigarette smoke screen, en.wikipedia.org construction of electronic cigarettes, en.wikipedia.org,