Gedenksieraden door de eeuwen heen
Tegenwoordig kun je de as of een stuk haar van een overledenen laten wegwerken in een ketting of ring. Zo kan de overledenen altijd worden bij gedragen en herdacht. Ook in het verleden gebeurde dit al, al was het niet altijd even persoonlijk. Veel christenen droegen relikwieën bij van belangrijke heiligen of geestelijken. Een van de bekendste verhalen van liefdesverdriet is van de koningin Johanna de Waanzinnige. Zij sleepte haar man dagen mee in de hoop dat hij weer tot leven kwam.
Christelijke relikwieën
Vooral in de middeleeuwen waren relikwieën van christelijke heiligen en Christus populair. Door middel van de relieken konden de gelovigen in contact komen met god of de specifieke heilige. Voornamelijk de derdegraads relieken, voorwerpen van Christus, waren erg gewild en werden in de grootste kerken bewaard. Dit waren dan vooral stukken hout van het kruis waar Christus op gestorven was of druppels bloed. Rijke christenen konden ook relikwieën kopen of in hun huis bewaren. De arme mensen moesten naar de kerk om een reliek te kunnen aanbidden.
Johanna de Waanzinnige
Een bekende gebeurtenis in de geschiedenis is het gedrag van Johanna de Waanzinnige (1479-1555) toen haar man Filips overleed. Ze liet zijn lijk balsemen en in een loden kist in haar slaapkamer plaatsen. Elke dag liet ze de kist openen in de hoop dat Filips tot leven zou komen. Ook op reis nam ze het lichaam van haar echtgenoot mee. Uiteindelijk werd haar man wel begraven op verzoek van haar vader. Ook andere mensen droegen soms gedenktekens mee op reis. Zo werd een haarlok mee genomen ter nagedachtenis aan een overledenen. Ook een gebruiksvoorwerp zoals een helm of kledingstuk die de overledene had gebruikt, werd een symbolische betekenis aangegeven.
Begraafplaatsen
In de middeleeuwen was het ook gebruikelijk dat mensen in de kerk werden begraven, zodat ze dichter bij God stonden. Pas in de achttiende eeuw besloot men om de nieuwe begraafplaatsen buiten de stad aan te leggen. Dit kwam ook doordat er te veel mensen stierven en in de kerk dus geen plek meer was om iedereen te begraven. Tegenwoordig worden mensen niet alleen maar begraven maar ook gecremeerd, net als in de oudheid al werd gedaan. Door het christendom was de crematie uit de gratie gevallen omdat het lichaam en de ziel herenigd moeten blijven. In de twintigste eeuw werd cremeren weer wat gangbaarder en in 1955 werd cremeren officieel toegestaan. De familieleden kunnen na de crematie beslissen wat er met de as gebeurd. Sommige mensen laten van de as van hun dierbare in een assieraad verwerken, zodat ze die persoon altijd bij zich dragen. Anderen strooien het uit over zee of bewaren de as in een urn in huis.
Bronnen:
- Isgeschiedenis.nl: Ontwikkeling begrafenis Isgeschiedenis.nl: Vereren relikwieën Assieraad.com