Geschiedenis van de Efteling

Voor bijna ieder kind wat opgegroeid is in Nederland kwamen sprookjes voor het eerst tot leven in de Efteling. Dit iconische attractiepark, inclusief sprookjesbos, is het grootste pretpark van de Benelux. De Efteling begon echter klein. Voor het begin van het park gaan we terug naar 1933, toen twee kapelaans een idee kregen voor een sportpark.

Aanleg van een sportpark

In 1933 ontwikkelen kapelaans Rietra en De Klijn het plan voor de aanleg van een sportpark aan de zuidkant van de stad Kaatsheuvel. Twee jaar later wordt het R.K. Sport- en Wandelpark geopend. Het bestaat uit een aantal voetbalvelden en een speelweide. Een jaar later komt er ook een speeltuin met een draaimolen, een hoge glijbaan, een kabelbaan en een ponybaan.

Stichting Natuurpark de Efteling

In 1950 richten cineast Peter Reijnders en kunstenaar Anton Pieck de Stichting Natuurpark de Efteling op. De stichting heeft als doel: ’de lichamelijke ontwikkeling en ontspanning van de inwoners der gemeente Loon op Zand en de bevordering van het toerisme naar en binnen de gemeente, een en ander in katholieke geest.’ Al snel worden er paden, een vijver, enkele tennisbanen en parkeervelden aangelegd. Kort daarna wordt er een Theehuis geopend en wordt de speeltuin uitgebreid en vernieuwd. Het park weet dan al vijftigduizend bezoekers per jaar te trekken.

Het Sprookjesbos

Met de opening van het Sprookjesbos in 1952 krijgt het park de betoverende uitstraling die nog steeds kenmerkend is voor de Efteling. Het thema ‘sprookjes’ komt centraal te staan. Aanvankelijk worden er tien sprookjes verbeeld, waaronder Doornroosje, Sneeuwwitje en de Kikkerkoning. De ontwerpen werden gemaakt door Anton Pieck en zijn collega Peter Reijnders bracht de tekeningen technisch tot leven. In de jaren vijftig en zestig wordt het bos uitgebreid met de sprookjes Hans en Grietje, de Fakir, Roodkapje en De Indische Waterlelies. Het sprookje De Indische Waterlelies is geschreven door koningin Fabiola van België.

Schrijvers van sprookjes

Sprookjes waren oorspronkelijk volksvertellingen met een moraliserende functie. Het waren verhalen waarin harde en soms gruwelijke gebeurtenissen werden beschreven. Ze waren dan ook bedoeld voor volwassenen en niet geschikt voor kinderen. Daar kwam verandering in toen de Duitse gebroeders Grimm de bestaande sprookjes gingen optekenen. Door hun werk werden de verhalen toegankelijk gemaakt voor een groter publiek.

Charles Perrault, de gebroeders Grimm en nog veel meer

De gebroeders Grimm tekenden de verhalen op van Sneeuwwitje, De Kikkerkoning en Roodkapje. Van Roodkapje bestond al een eerdere versie van Charles Perrault. De gebroeders Grimm maakten er een meer kindvriendelijke versie van. In 2013 werd in de Efteling ‘Tweehonderd jaar sprookjes van Grimm’ gevierd. De gebroeders kregen daarbij een eigen standbeeldje in het park. Andere bekende optekenaars van sprookjes zijn de Deense Hans Christian Andersen en de Franse Charles Perrault. In de Efteling zijn de sprookjes van Andersen De nieuwe kleren van de keizer, De rode schoentjes en Het meisje met de zwavelstokjes verbeeld. De verhalen Assepoester en Roodkapje zijn opgeschreven door Perrault.

Groot, groter, grootst

De laatste drie decennia is de Efteling behoorlijk uitgebreid met een Spookslot, verschillende achtbanen, de Fata Morgana, Droomvlucht en Villa Volta. Ook zijn er andere attracties bijgekomen zoals het Efteling Hotel, een golfbaan en theater. De laatste toevoeging is de duizelingwekkende ‘dive coaster’ Baron 1898, waarin er een vrije val van 37,5 meter wordt gemaakt. Het park kan inmiddels rekenen op ruim vier miljoen bezoekers per jaar en is daarmee terecht één van de populairste pretparken van Europa te noemen. Verwachtingen zijn dat de bezoekersaantallen zullen groeien tot boven de vijf miljoen in 2020.