Geen afbeelding beschikbaar

Hitlers cultuurbeleid: Kulturkammers & Entartete Kunst

In februari 2016 werden er zestien aquarellen van Adolf Hitler geveild, deze leverden 40.000 euro op. Hitler deed twee keer toelating voor de kunstacademie, maar is nooit toegelaten. Toch had hij uitgesproken ideeën over kunst die hij implementeerde in zijn cultuurbeleid.


Adolf Hitler beschreef het al in zijn boek Mein Kampf dat in 1925 verscheen: kunst heeft een politieke functie. De nazileider was bepaald geen fan van het ‘tegennatuurlijk gesmeer en geklodder’ van futuristische en kubistische kunstenaars. Schilderijen en andere kunstvormen zouden het publiek moeten onderwijzen, disciplineren en kalmeren. Moderne kunstuitingen waren daarvoor volgens hem niet geschikt, mede door de grote invloed van de Joden op de kunst.


De vorming van antisemitische ideeën


Hitler werd sterk beïnvloed door de schrijver Guido von List. Deze Von List beschreef dat het Arische ras alleen zou kunnen overleven als men streefde naar raszuiverheid. Ook schrijver Lanz von Liebenfeld, een half-Joodse schrijver, inspireerde Hitler met zijn betoog over antisemitisme en de Joodse seksuele obsessies. Zo beschreef Hitler in Mein Kampf: “De zwartharige Jodenjongen loert urenlang, met duivelse vreugde op het gelaat, op het meisje, dat hij dan met zijn bloed schendt, en daarmee aan haar volk ontrooft.” En zo mocht volgens de nazileider ook de Duitse cultuur niet bezoedeld worden door Joodse artistieke invloeden.


Reichskulturkammer


Om de Duitse kunst zo goed mogelijk te bewaken werd in 1933 de Reichskulturkammer ingesteld. De minister van Propaganda, Joseph Goebbels, nam hier de leiding over. Er werden zeven Reichskulturkammers ingesteld voor de volgende culturele onderdelen: beeldende kunst, theater, film, de pers, muziek, radio en literatuur. Alleen de kunstenaars en journalisten die ingeschreven stonden bij deze Kammers, mochten officieel werken in de cultuurbranche. Als men niet ingeschreven was gold er een beroepsverbod. Er waren zo’n 250.000 artistieke leden.


Anti-abstract & anti-jazz


De nazi’s bepaalden kortom wat kunst was en wie het mochten maken. Goebbels lichtte de kranten en journalisten voor wat wél en wat niet geoorloofd was, waardoor deze cultuurtak al zelfcensuur toepaste. Schilderijen behoorden daarnaast traditioneel te zijn en gemaakt te zijn door Ariërs. Modernistische, kubistische, dadaïstische en abstracte kunst waren uit den boze. Daarnaast moest Duitse muziek opgeschoond worden, waardoor Afro-Amerikaanse jazz en andere buitenlandse invloeden werden tegengehouden. Alleen traditionele folk, klassieke en schlagermuziek werden getolereerd. Bovendien konden de Joodse kunstenaars zich niet inschrijven voor de Kulturkammer, waardoor Joodse componisten zoals Gustav Mahler officieel geen muziek konden schrijven. Veel Joodse kunstenaars, intellectuelen en wetenschappers trokken daarom rond deze tijd weg uit Duitsland.


Entartete Kunst & Große Deutsche Kunstausstellung


Maar hoe trachtte Hitler zijn ideeën over de ‘misvormde’ moderne kunst over te brengen op de gewone Duitser? Hij organiseerde tentoonstellingen. De tentoonstelling Entartete Kunst werd in 1937 geopend en liet vooral modernistische en abstracte schilderijen zien. Een aantal schilderijen waren ook van Joodse kunstenaars afkomstig. Het zou zo voor de bezoeker duidelijk moeten worden hoe belachelijk deze kunstvormen waren. De Große Deutsche Kunstausstellung, de kunst van de grootse Duitsers, trok ironisch genoeg minder bezoekers. De expositie liet vooral veel idyllische landschappen zien waarop het idee van de perfecte Duitse lebensraum verbeeld was. De Duitsers op de schilderijen waren anatomisch perfect, Arisch en verbeeldden een romantisch en simpel boerenleven. De kunstwerken lieten via een realistische kunstvorm de liefde voor Duitsland zien. Het stadse leven in kunstwerken werd compleet genegeerd in de tentoonstelling, terwijl Duitsland bepaald niet om steden verlegen zat.


Boekverbrandingen


Op 10 mei 1933 werden boeken met ‘on-Duitse’ ideeën verbrand door conservatieve en nazistische studenten. Joseph Goebbels moedigde dit aan en was er zelfs bij aanwezig. Boeken van schrijvers zoals Albert Einstein, Sigmund Freud, Ernest Hemingway, Karl Marx, Erich Maria Remarque en Helen Keller werden op de brandstapel gegooid. Schrijvers die het leven aan het front tijdens de Eerste Wereldoorlog ophemelden - denk hierbij aan Ernst Junger en Werner Beumelburg - werden juist aangemoedigd. De aanvankelijk hoge kwaliteit van de universiteiten daalde aanzienlijk. Het universitair niveau was zelfs zo laag dat oudere officieren en wetenschappers klaagden dat nieuwe werknemers geen basiskennis hadden. Het maken van nieuwe wapens of bommen werd daardoor behoorlijk lastig.  



 







Titel: Anti-Joodse beeldvorming en Jodenhaat - De geschiedenis van het antisemitisme in West-Europa
Auteur: Chris Quispel
ISBN: 9789087045494
Uitgever: Verloren
Prijs: €32,-

   



De kracht van film


Joseph Goebbels wist als geen ander hoe hij zijn nationaalsocialistische propaganda het beste aan de man kon brengen. Film was hét medium bij uitstek. Bioscoopjournaals en vermakelijke films werden eerder een staatsindustrie dan dat het volledig werd uitbesteed aan filmmakers. Goebbels inspecteerde dan ook elke Duitse film die gemaakt werd. Een film die een voorbeeld is van zijn Reichsfilmkammer stamt uit 1940 en heet Der Ewige Jude (De eeuwige Jood). De ‘documentaire’ ging twee maanden voordat het getto in het Poolse Łódź geopend werd in première.  

Landen: 

Personen: 

Tijdperken: 

Onderwerpen: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!