Interview met Dirk Staat, over zijn onderzoek naar de held van Zwolle
Dirk Staat, conservator van het Nationaal Militair Museum, deed ruim twee jaar historisch onderzoek voor de museumtentoonstelling ‘Hij of Ik’. In deze tentoonstelling stonden twee persoonlijke verhalen van soldaten die vochten in de Tweede Wereldoorlog centraal. Die van een Duitser en van een geallieerde soldaat. Voor het perspectief van de geallieerde soldaat, werd de Canadees Léo Major gekozen. Dirk staat deed uitvoerig onderzoek naar hem en schreef uiteindelijk samen met Dick van Wageningen het boek Blind Fury, over het leven van deze soldaat.
Hoe begon het idee voor deze tentoonstelling?
Vanuit de directie kregen we de opdracht om een tentoonstelling te maken ter ere van 75 jaar bevrijding. We kregen veel budget dus we konden flink uitpakken en een grote, langlopende tentoonstelling maken.
Al snel kregen we het idee om het echt persoonlijk te maken, zodat de bezoeker zich kon identificeren met de hoofdpersonen. We besloten om de tentoonstelling te baseren op het leven van een militair, geen fictieve, maar echte soldaten die meegevochten hebben. Vervolgens bedachten we: 'Laten we van beide kanten één soldaat uitlichten, een geallieerde soldaat en een Duitse.’ Dit omdat de Duitse kant niet vaak belicht wordt en we de balans tussen de twee partijen wilde bewaren.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Hoe ben je op het verhaal van Léo Major gekomen?
Voor de geallieerde soldaat moesten we eerst bepalen welke nationaliteit we gingen kiezen. Bij de bevrijding van Europa denkt men al snel aan de Amerikanen op Omaha Beach. In veel films, games en boeken zie je vooral het Amerikaanse perspectief, dus we vonden dat daar al genoeg aandacht voor is geweest. Hetzelfde gold voor de Britten dus die vielen ook af. Zo kwamen we al snel uit op de Canadezen, die hadden namelijk ook tijdens de bevrijding van Nederland een grote rol gespeeld. Binnen het Canadese leger zaten een aantal Franstalige regimenten die ons interessant leken omdat deze mannen totaal onderbelicht waren. Het Canadese leger werd door de Amerikanen en de Britten al het 'assepoester-leger’ genoemd omdat ze verantwoordelijk waren voor de rotklusjes. Binnen dat leger werden de Franstalige soldaten ook nog eens als een soort tweederangs soldaat gezien.
Vanuit die invalshoek besloten we te gaan zoeken. Ik wilde zelf graag een echt individu pakken, geen normale voetsoldaat die met honderd anderen tegelijk een actie ondernam. Zo kwamen we terecht bij de sluipschutters, zij opereren met zijn tweeën, een spotter en een schutter, en werden vaak ingezet als verkenners. Mannen die dus vaak echt dingen meegemaakt hadden.
Tijdens mijn research naar de sluipschutters stuitte ik op de naam Léo Major, ik kende het verhaal van Major nog niet echt maar wist dat in Zwolle een straatnaam naar hem vernoemd was. Ik dacht meteen ‘Hé dat kan interessant zijn.’ Toen ben ik in het verhaal van Major gedoken en dat bleek natuurlijk een waanzinnig verhaal.
Hoe pak je dan vervolgens het onderzoek aan?
Je begint met het lezen van alle literatuur die er te vinden is. Vervolgens ga je naar de bronnen zelf. Ik vond het belangrijk om naar de primaire bronnen te gaan, omdat er best veel verdichting en mythevorming om het verhaal heen was ontstaan. Als je de populaire literatuur gelooft, zou Major in zijn eentje als een soort Rambo door de straten van Zwolle getrokken zijn waar hij met zijn stenguns (geweren van Engelse makelij, red.) en granaten elke Duitser die hij zag, eigenhandig verjaagde. Dat leek me toen al een stug verhaal.
Wil je meer weten over het legendarische bevrijdingsverhaal van Zwolle? Lees hier het artikel over de bevrijding van Zwolle en de rol die Léo Major daarbij speelde.
De statements van Major zelf hielpen daar niet echt aan mee. Ter ere van 25 jaar bevrijding in Nederland hadden verzetslui uit Zwolle contact gezocht met Major om te vragen of hij langs wilde komen. Vanaf toen is hij elke 5 jaar langs geweest en heeft hij vele interviews gegeven over die avond, waarin hij elke keer wat anders zei. Zijn verhalen spraken elkaar best wel tegen, dus ik vroeg me af wat is er nu precies gebeurd.
Om daarachter te komen, ben ik drie keer naar Canada geweest. Nadat ik in zijn leven was gedoken wist ik meteen: “Dit wordt ons verhaal.” In Zwolle is hij wereldberoemd, maar daarbuiten kent bijna niemand hem, hoe kan dit? Ik besloot daarom in zijn leven te duiken om te zien wat ik over hem kon vertellen. Samen met twee collega’s ben ik het militaire archief van zijn regiment ingedoken. Voornamelijk de War Diaries waren belangrijk. Alle eenheden van de geallieerden hielden zo’n dagboek bij waarin elke dag werd beschreven wat het regiment gedaan had.
Wat staat er dan precies in die War Diaries?
Elke dag werd er ongeveer een alinea geschreven over de gebeurtenissen van die dag. De lengte van zo’n verslag was afhankelijk van wat er gebeurd was. Als er gevochten werd, kon dat 20 tot 30 regels zijn, als er niets gebeurde waren dat maar enkele regels. Ook heb je de dagelijkse verslagen van het regiment, daarin stond welke film er was gekeken ‘s avonds, wie er ziek was, wie straf kreeg enzovoorts. Die hebben we ook compleet doorgeplozen, want er waren allerlei verhalen over Major dat hij ongedisciplineerd zou zijn en dat hij vaak ruzie met de officieren had, maar dat is gewoon allemaal niet waar. Ik ben zijn naam, maar enkele keren tegengekomen in die verslagen en dat was omdat hij corvee had of dat hij een nieuw geweer kreeg. Niets over disciplinaire dingen gevonden.
Ook hebben wij zijn staat van dienst opgevraagd, normaal mogen alleen de nabestaanden deze opvragen, maar via het regiment was het ons gelukt om deze in handen te krijgen. We zijn bij het museum van het Régiment de la Chaudière geweest en hebben ook zijn zonen opgezocht en gesproken om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van Léo Major. Door dit grondige onderzoek kwamen we er dus achter dat veel dingen in het verhaal van Major gewoon niet klopten.
Hebben jullie nu denk je het juiste verhaal boven water kunnen krijgen?
Kijk, sommige dingen weet ik gewoon niet zeker, misschien heeft hij dingen gedaan die niet opschreven zijn of aan te tonen zijn, dus het blijft lastig om te zeggen wat er precies gebeurd is. Ondanks dat denk ik dat we met dit verhaal het dichtst bij de waarheid zitten. We hebben alle bronnen gehad, militaire archieven doorlopen en zijn familie gesproken.
Zoals je eerder al zei, spraken de statements van Major zelf elkaar nogal tegen. Hoe nam je deze mee in je onderzoek?
Ik heb zelf tien jaar gewerkt in museum Bronbeek, in dat gebouw zit ook het verzorgingshuis voor veteranen van alle onderdelen van de Nederlandse krijgsmacht. Deze mannen hadden overal gevochten en hadden veel verhalen. Maar daar moet je mee oppassen, want als ik nu aan jou vraag hoe je lokaal er op de kleuterschool precies uitzag, of wat er in je laatje lag, dan weet je dat echt niet meer precies. Maar je kunt je wel herinneren hoe je je voelde die dag, of wie je meester of juf was. Zo werkt het met orale geschiedenis precies hetzelfde. Je moet niet verwachten dat mensen na al die jaren nog exacte details weten, wie of wat ze bijvoorbeeld precies tegenkwamen. Wel kun je vragen hoe iemand zich misschien voelde op dat moment. Daar komt nog is bij dat Major veel dronk, en - net als bij de mannen uit Bronbeek - iedere keer dat hij zijn verhaal vertelde werd het elke keer net wat sterker gemaakt. Dus hierom namen we de statements van Major al vanaf het begin af aan met een korreltje zout. Alles wat hij zei, moesten we gewoon checken en naast de feiten houden. De oorlogsdagboeken bijvoorbeeld zijn heel betrouwbaar, dus je houdt alles naast elkaar en kijkt wat er klopt.
Hoe komt het denk je dat dit verhaal zo is opgeblazen?
Ik vind het eigenlijk helemaal niet zo gek, dit verhaal spreekt gewoon tot de verbeelding. Een verkenner en sluipschutter, dus een elitemilitair, die in zijn eentje ‘s nachts door een vijandige stad sluipt, daar ga je al bijna zelf invulling aan geven. Mensen hoorden wat er gebeurd was en zijn daar zelf invulling aan gaan geven. Wanneer het keer op keer verteld wordt, wordt het vaak iets mooier dan het was.
En uiteindelijk is het ook gewoon een bijzonder verhaal, het leent zich ervoor om aangedikt te worden en zo is het denk ik ook gebeurt. Ik denk dat wanneer je veel historische ‘stoere’ verhalen gaat afpellen en zakelijk teruggaat op de feiten, er een aantal van die verhalen overeind blijven staan en sommige niet. Ik vind deze afgezwakte versie ook al bijzonder, als je ziet wat deze man gedaan heeft... Uiteindelijk heeft hij tientallen dan wel niet honderden levens gered.
Heb je door je onderzoek negatieve reacties gekregen, omdat je het heldenverhaal in twijfel trok?
Nee, ik heb totaal geen negatieve feedback gehad. Mensen kunnen zeggen wat ze willen, maar als je gedegen onderzoek hebt gedaan, dan is de uitkomst gewoon zo. We hebben ons gebaseerd op al de feiten die er zijn. Ik sluit niet uit dat er ooit nog andere feiten boven water komen, maar als mensen de versie van het verhaal wat wij hebben gemaakt in twijfel willen trekken zeg ik is goed, kom maar met tegenbewijzen.
Ik vind ook niet dat ik hem naar beneden haal, ik vind het meer respectvol om te laten zien wat er echt is gebeurd, of wat we denken dat er echt is gebeurd. Dat vind ik meer recht doen aan de persoon, hij is iemand die nog steeds al ons respect verdient voor wat hij gedaan heeft.
Wil je meer weten over het legendarische bevrijdingsverhaal van Zwolle? Lees hier het artikel over de bevrijding van Zwolle en de rol die Léo Major hierin speelde.