Léo Major, de heldhaftige bevrijder van Zwolle
Volgens een bekende legende werd de stad Zwolle tijdens de Tweede Wereldoorlog heldhaftig bevrijd door één man: Léo Major. Deze Canadese soldaat zou eigenhandig de Duitsers op de vlucht gejaagd hebben en daarmee de stad hebben bevrijd. Het bevrijdingsverhaal heeft door de jaren heen mythische vormen aangenomen, maar in hoeverre klopt deze legende? Was Léo Major echt alleen?
In Zwolle is het verhaal van Léo Major en de bevrijding van de stad alom bekend. Hij werd in 2005 uitgeroepen tot ereburger van de stad en er is een straat naar hem vernoemd: de Léo Majorlaan. Hoewel het zeker is dat Major een belangrijke rol speelde tijdens de bevrijding van de vestingstad, lijk het erop dat in sommige versies van het verhaal nogal wat verdichting en mythevorming is ontstaan.
De mythe
Volgens een van de meer overdreven versies van het bevrijdingsverhaal zou Léo Major in zijn eentje als een soort Rambo door de stad getrokken zijn en op die manier het Duitse garnizoen in de stad hebben verjaagd – of uitgeschakeld. Dit verhaal werd lange tijd door veel bronnen als de waarheid gezien. Zo stond deze versie van het verhaal tot 2020 op de Wikipediapagina van Major en het bekende YouTubekanaal Simple History maakte er een video over. Hoe gaat deze legendarische versie van het verhaal dan precies?
In de nacht van 13 op 14 april sloop Léo Major samen met Welly Arseneault richting de stad Zwolle. Het Canadese leger had zich eerder die dag al buiten de stad gepositioneerd. Omdat de Canadezen bij Zutphen flinke verliezen hadden geleden, werd er besloten om ditmaal de stad eerst met artillerie te beschieten voordat de aanval werd ingezet Om ervoor te zorgen dat het bombardement effectief zou zijn, werden Major en Arseneault als verkenners op pad gestuurd om de Duitse verdediging in kaart te brengen.
Nog voordat de twee verkenners de stad bereikten, stuitten ze op een wegblokkade van de Duitsers. Major wist ongezien dekking te vinden, maar Arseneault maakte per ongeluk geluid en werd direct onder vuur genomen. Hij overleed ter plekke. Major besloot op dat moment om zijn gevallen vriend te gaan wreken, hij pakte Welly´s Stengun en granaten en vervolgde zijn weg naar de stad.
Aan de rand van de stad zag Major een Duits verkenningsvoertuig staan, hij besloop het voertuig en gijzelde de bestuurder. Terwijl Major de Duitser onder schot hield, liet hij zich naar de binnenstad rijden, totdat hij bij een hotel kwam. Daar zat op dat moment een Duitse officier aan de bar een slaapmutsje te drinken. Die schrok zich rot toen er ineens een zwaarbewapende Canadees binnen kwam en hem vertelde dat de stad omsingeld was. Léo Major droeg de Duitser op om samen met zijn manschappen de stad zo snel mogelijk te verlaten voordat deze gebombardeerd zou worden. De officier stemde hier mee in.
Vervolgens besloot Léo Major de overgebleven Duitsers in de stad de stuipen op het lijf te jagen. Hij trok door de stad en opende het vuur op elke Duitse patrouille die hij tegenkwam. Hij vuurde zoveel mogelijk kogels af en gebruikte ook de granaten van zijn gevallen kameraad. Zo hoopte hij genoeg lawaai te maken om de Duitsers te laten denken dat het hele Canadese regiment de aanval al geopend had. Tijdens deze tocht door de stad zette hij het hoofdkwartier van de Gestapo in brand en nam hij meerdere krijgsgevangenen. Ook stuitte hij op het hoofdkwartier van de SS, waar hij in een hevig vuurgevecht meerdere SS’ers wist te doden.
Zijn guerrillastrijd in de stad duurde de hele nacht en af en toe brak hij bij een woonhuis in om even uit te rusten en wat eten en drinken te stelen. Toen de ochtend aanbrak, leken bijna alle Duitsers gevlucht te zijn en stuitte Major per toeval op leden van het verzet. Hij vertelde hun dat Zwolle was bevrijd.
Deze nacht maakte Léo Major onsterfelijk in Zwolle, maar wie was deze Canadese soldaat nu precies?
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Van Montreal naar Zwolle
Major werd geboren in 1921 en groeide op in de Canadese stad Montreal. Na het uitbreken van de oorlog in Europa, meldde hij zich als vrijwilliger aan bij het Canadese leger. Na een korte opleiding werd Major ingedeeld bij het Franstalige Régiment de la Chaudière en vertrok naar Engeland. Daar werd het regiment lang getraind voor de uiteindelijke invasie van West-Europa.
Op 6 juni 1944, D-Day, landde Major samen met de Chaudières in de tweede golf op Juno Beach. Vanaf daar zou Major een lange tocht door West-Europa maken langs vele grote slagvelden. Tijdens de slag om Normandië raakte Major zwaargewond aan zijn oog. De verwonding was zwaar genoeg om naar huis te gaan, maar Major weigerde dat. Hij wilde bij zijn kameraden blijven. Wel moest hij een ooglapje blijven dragen. Na de bevrijding van Frankrijk en België vocht Major mee met de zware slag om de Schelde.
Na de strijd in Zeeland, werden de Chaudières naar Duitsland gestuurd, waar Major opnieuw zwaargewond raakte. Major brak enkele rugwervels en zijn beide enkels, omdat de Jeep waarin hij zat op een landmijn reed. Opnieuw reden genoeg om afgekeurd te worden en terug naar huis te mogen, maar Major weigerde dit opnieuw. Hij werd geopereerd en bracht een korte tijd door in een veldhospitaal in België.
Na slechts een week werd hij ontslagen uit het hospitaal en mocht hij verder revalideren in Nijmegen. Hier was hij een tijdje gelegerd geweest bij een Nederlandse familie voordat hij en zijn regiment naar het Hochwald waren vertrokken. Tijdens zijn eerste verblijf in Nijmegen was hij verliefd geworden op Antoinette, wie hij later zou omschrijven als zijn premier amour’. Bij haar familie herstelde hij verder van zijn verwondingen. Na zijn revalidatie meldde Major zich eind maart 1945 weer netjes bij zijn regiment dat inmiddels via West-Duitsland richting Nederland optrok. Hier speelde hij dus een grote rol tijdens de bevrijding om Zwolle.
Hoe verliep die nacht in Zwolle nu echt?
Het legendarische verhaal over Major in Zwolle is de afgelopen jaren vaak herverteld, maar het klinkt eigenlijk te bijzonder om waar te zijn - en dat is het waarschijnlijk ook. Dirk Staat, conservator bij het Nationaal Militair Museum in Soesterberg, deed meer dan twee jaar lang onderzoek naar de verrichtingen van Léo Major. Hij reisde drie keer af naar Canada waar hij de archieven in dook, hij sprak met de kinderen van Major en ook in Zwolle deed hij uitvoerig onderzoek. Uiteindelijk schreef hij samen met Dick van Wageningen het boek Blind Fury, dat het levensverhaal van Léo Major vertelt.
Wil je meer weten over het onderzoek naar het leven van Léo Major, lees hier het hele interview met Dirk Staat
Uit het onderzoek van Dirk Staat bleek dat de nacht van Major in Zwolle net iets anders liep dan vaak verteld wordt. Het klopt dat Major na het vuurgevecht, waarbij Arseneault omkwam, alleen verder is gegaan. Volgens Staat was dit een van de belangrijkste momenten in het leven van Major: ‘Nadat Arseneault doodgeschoten werd, zou het een logische keuze geweest zijn om terug te gaan naar zijn regiment en te vertellen dat ze ontdekt waren, maar Major besloot hier, ondanks het verlies van zijn vriend, om door te gaan. Dit getuigde van ontzettend veel moed, waarvoor hij ook onderscheiden werd met een Distinguished Conduct Medal, een van de belangrijkste onderscheidingen in het Canadese leger.’
Vanaf dat punt wordt het onduidelijk wat zich precies heeft afgespeeld die nacht. Staat vermoedt dat Major via het spoor de stad binnen ging en daar door de straten is geslopen. De Duitsers waren natuurlijk op de hoogte van de naderende Canadese troepen en waren op dat moment waarschijnlijk al bezig met de stad te verlaten. De straten waren dus, ook vanwege de avondklok, verlaten. Terwijl hij zo ongezien mogelijk door de stad sloop, kwam Major langs het hoofdkwartier van de Gestapo, dat op dat moment waarschijnlijk al in brand stond. ‘De Duitsers waren zich al aan het terugtrekken die nacht, en het was heel gebruikelijk dat ze probeerden om zoveel mogelijk informatie te vernietigen.’ Vertelt Staat. Dat Major het hoofdkwartier in brand zette, is dus waarschijnlijk niet waar.
Over vuurgevechten in de stad is ook geen enkel bewijs te vinden. Tijdens zijn onderzoek bestudeerde de conservator de politierapporten van die nacht, waarin niets vermeld wordt over eventuele gevechten. ‘Het lijkt me heel onwaarschijnlijk dat je een grote schietpartij kunt hebben tijdens een terugtrekking en dat niemand dat gezien heeft, of iets daarover opgeschreven heeft,’ vertelt Staat. Het zou natuurlijk ook erg gevaarlijk zijn geweest om in een vuurgevecht verwikkeld te raken. Niet alleen door het gevaar van de kogels, maar vooral het lawaai, dat alle andere Duitse soldaten in de verder stille stad gealarmeerd zou kunnen hebben.
Contact met het verzet
Uiteindelijk is Major die nacht wel in contact gekomen met het verzet. Tijdens zijn tocht ontmoette hij een groep arbeiders van de gasfabriek tegen. Zij mochten bij hoge uitzondering ‘s nachts over straat om hun nachtdienst te vervullen. Ze konden deze vreemdeling die alleen Frans en Engels sprak, niet verstaan en brachten hem naar een onderwijzeres die een beetje Engels sprak. Zij had contacten met het verzet en wist Major naar verzetsman Frits Kuipers te brengen. Het verzet wist Major te vertellen dat de Duitsers inderdaad hun aftocht hadden geblazen, wat werd bevestigd toen vroeg in de ochtend de IJsselbrug opgeblazen werd. Deze brug was de laatste ontsnappingsroute voor de Duitsers. Door de brug op te blazen, probeerden de Duitsers te voorkomen dat de Canadezen snel achter hen aankwamen.
Vervolgens keerde Major terug bij zijn regiment, nadat hij eerst het lichaam van Arseneault opgehaald had. Hij vertelde de legerleiding dat de stad verlaten was en dat het bombardement niet nodig was. Volgens Dirk Staat is de titel bevrijder van Zwolle dus niet helemaal juist: ‘Hij heeft niets bevrijd, want de Duitsers waren al weg. Maar als Major niet besloten had om alleen verder te gaan of niet was teruggekomen, zou de stad gebombardeerd zijn met vele burgerdoden tot gevolg. Daarom noem ik hem vaak de redder van Zwolle.’
Wil je meer weten over het onderzoek naar het leven van Léo Major, lees hier het hele interview met Dirk Staat