Ivan de Verschrikkelijke
Ivan de Verschrikkelijke was tsaar van Rusland in de zestiende eeuw. Zijn bijnaam 'de verschrikkelijke' verdiende hij aan zijn hardvochtige regime.
Tsaar Ivan IV (1530-1584), beter bekend als Ivan de Verschrikkelijke, streefde naar gebiedsuitbreiding in het westen. Hierdoor raakte Rusland in oorlog met Zweden, Polen-Litouwen en de Duitse Orde. Deze oorlogen zorgden ervoor dat de economie in Rusland sterk verslechterde. Ook de mentale gesteldheid van Ivan ging sterk achteruit en hij begon paranoïde trekken te vertonen. Omdat hij de adel in Rusland sterk wantrouwde, richtte Ivan in 1565 de oprichniki op. Dit was het privéleger van Ivan, dat de orde in Rusland moest handhaven.
Economische malaise in Rusland
Ondertussen werden de omstandigheden in Rusland steeds slechter. Door de oorlogen ging de economie achteruit, terwijl er op het slagveld geen overwinningen werden geboekt. Daarnaast heerste er door een ernstige droogte een hongersnood. Dit wakkerde de paranoia van Ivan verder aan. Zo liet hij in 1568 honderdvijftig edelen en hun families uit Moskou vermoorden, omdat hij hen verdacht van complotten tegen hem. De oprichniki groeide uit tot een oncontroleerbare bende criminelen.
Plundering van Novgorod
De stad Novgorod in het noordwesten van Rusland, op dat moment één van de grootste en rijkste steden van het land, was door de grootvader van Ivan in 1478 bij het Russische Rijk gevoegd. Ivan was echter bang dat de stad zou overlopen naar Polen-Litouwen. Hij besloot met de oprichniki de stad te straffen voor het mogelijke verraad. In janurai 1570 sloot het leger van Ivan de stad volledig af van de buitenwereld. Duizenden inwoners van Novgorod werden afgeslacht, terwijl de stad geplunderd werd. Veel van de overlevende inwoners werden naar Moskou gedeporteerd.
De beestachtige slachting van de bevolking begon op 2 januari en duurde tot 12 februari, waarbij vooral de adel van de stad het moest ontgelden. Voordat Ivan de stad verliet, zette hij een groot deel van het omliggende land in brand, zodat de stad hulpeloos en zonder voorraden achterbleef. De aanval op de bewoners van Novgorod door hun eigen vorst zorgde ervoor dat de stad nooit meer zo machtig werd als in haar hoogtijdagen.