Oudste hasjgebruik gevonden in Chinees graf
Een op de drie cannabisgebruikers blowt dagelijks of bijna dagelijks, blijkt uit onderzoek dat het Trimbos-instituut en het ministerie van veiligheid en justitie vandaag presenteerden. Al in de zevende eeuw voor Christus werd het verdovende middel gebruikt in China.
In het noordwesten van China werd in 2009 het oudste bewijs van hasjgebruik gevonden. In een 2700 jaar oud graf werd 789 gram cannabis aangetroffen. Na analyse bleek dat het om gedomesticeerde zaden gaat. De cannabis was bewust gekweekt als psychoactieve stof en niet voor het maken van touw of kleren, wat een ouder gebruik is.
De cannabisresten lagen in een leren mandje en een houten kom aan het hoofd- en het voeteneinde van de dode. Op een baar in het graf lagen skeletresten die toebehoorden aan een ongeveer 45- jarige man. Er zijn ook paardenbitten, een zweep, een boogschietuitrusting en een medicijnentas aangetroffen. Dit alles wijst erop dat de overledene een sjamaan was die door hallucinaties contact zocht met een spirituele wereld.
Gezien de locatie van het graf behoorde de medicijnman zeer waarschijnlijk tot de Güshi-cultuur. Deze maakte onderdeel uit van de Indo- Europese steppecultuur die omstreeks 500 v.Chr. in dit deel van China bloeide. De Güshi, die een taal spraken verwant aan het Keltisch, waren vaak blank en hadden blauwe ogen. Hun doden begroeven ze dikwijls heel zorgvuldig in de woestijn.